DE CYCLUS VAN CYANN 1-5 Integrale Uitgave van deel 1 en 2 & deel 3 en 4 - 5: De Gangen van de Tussentijd
François Bourgeon + Claude Lacroix/François Bourgeon • 12bis 68 p. (HC)
|
|
Verrukkelijk |
|
François Bourgeon is bij 12bis met zijn gat in de boter gevallen. Aan fraaie achterwerken besteedt hij in zijn strips graag de nodige aandacht, maar we bedoelen eigenlijk de mooie uitgaven die er van zijn verhalen worden gemaakt. Na sublieme herdrukken met nieuwe lettering, een herziene vertalingen en nieuwe covers van Kinderen van de Wind, een kloeke integrale editie van De Gezellen van de Schemering, sowieso de doorstart van De Cyclus van Cyann en nu weer twee integrales van de vorige delen is er het gloednieuwe deel 5. Ook deze keer zijn de hardcovers uiterst verzorgd. Op de pagina's komen de kleuren eindelijk pas goed tot hun recht. Zo hoor je dus strips uit te geven!
Maar nu genoeg over de uiterlijke schijn. In De Gangen van de Tussentijd keert Cyann Olsimar terug naar haar thuisplaneet Ohl. De twee jaar die zij op andere planeten doorbracht om een remedie te vinden voor de Purperkoortsen die de mannelijke bevolking van Ohl decimeerde, staan gelijk aan tien op Olh verstreken jaren. Er is veel veranderd. Haar familie is niet langer aan de macht. Streker zelfs: alleen haar zusje Azuree overleefde de machstovername. Zij heeft nu huisarrest in Het Gat van de O in het Hoge Bassin waar vroeger mondaine feetsjes werden gehouden. Van Cyann wordt nu verlangd dat ze de macht opneuw overneemt. Alleen dan zijn er anderen die bereid zijn om Azuree te helpen redden. Maar Cyann kennen we als een koppige meid die liever zelf beslist en daarnaar handelt.
Voor wie maar weinig begrijpt van het bovenstaande en toch nog bij deze alinea is aanbeland, moeten we wel de volledige (her)lezing van De Cyclus van Cyann aanbevelen. Je zal (opnieuw) kennis maken met een rijkgevuld universum vol goede vondsten, fantasierijke wezens, technologie, kostumering, voertuigen en dies meer die van deze sf-reeks een klassieker hebben gemaakt. Nu is het nog wachten op het afsluitende deel dat ons hopelijk andermaal weet te verrukken. |
|
> DAVID STEENHUYSE — oktober 2012 |