DE RUYTER 1 De Engelsen Komen!
Pieter Hogenbirk + Herman Roozen • Strip2000 48 p. (SC)
|
|
Om te lachen |
|
Een ideale zondagvoormiddag bestaat bij ons uit een stomende douche, een verse croissant van de warme bakker, een fris glas fruitsap (of jus d'orange voor de Nederlanders) en meteen daarna een makkelijke zetel met een stapeltje strips bij de hand. Steevast kiezen we voor komische strips als opwarmertjes voor het serieuzere werk. Een strip als De Kleine Robbe lees je nu eenmaal niet na bijvoorbeeld Capricornus. Een voorbeeld van zo'n opwarmertje stellen we hier voor.
Dat de biografie van de Nederlandse zeeheld Michiel De Ruyter, een schrik van de Engelsen in de zeventiende eeuw, in talloze vormen bestaat, is niet vreemd. Om hem nu als driftig opdondertje te zien in een komische stripreeks is minder evident. Maar Pieter Hogenbirk en Herman Roozen slagen wonderwel in hun missie om van de brave christenziel een geslaagd humoristisch personage te maken. Dat presteerden ze ook al met de Nederlandse kunstschilder Rembrandt. In beide gevallen moeten we ons afvragen of het vat met grappen niet snel leeg zal zijn. Een, nu ja, 'actuele' knipoog is er nog naar het zeilmeisje Laura Dekker in de gedaante van een meisje dat als matroos meevaart met de bemanning, maar dat moeten de auteurs toch niet te veel proberen. Veel later dan de eerste publicatie van de stroken, komt dat soort humor nu al gedateerd over.
De meeste grappen hebben daarentegen de strijd tegen de Engelsen, de strijd tegen honger, opstand, ontberingen en het moeilijke leven aan boord van een oorlogsschip als onderwerp. In de meeste gevallen werken die ook. En we hebben het wel voor Hogenbirks zeer karikaturale stijl met rudimentaire vormen en met aardige poppetjes als figuren. Rembrandt kende echter een afwijkende inkleuring door met één hoofdkleur verschillende tinten weer te geven en nogal surrealistisch te werk te gaan met vlakken en uitsparingen. Die techniek heeft Hogenbirk achterwege moeten laten voor een meer commerciële inkleuring. Aanvankelijk vonden we dat jammer, maar uiteindelijk is het huidig uitgekiende kleurenpalet ook aangenaam om te zien. Hogenbirk heeft niet plat op de buik moeten gaan liggen. |
|
> DAVID STEENHUYSE — september 2012 |