SPYNEST 1 Missie 1: Birdwatchers
Christophe Alliel + Jean-Luc Sala • Daedalus 48 p. (HC)
|
|
Speedy |
|
In tegenstelling tot het recentelijk verschenen eerste deel van Questor, van dezelfde scenarist Jean-Luc Sala (die ook het prettige Cross Fire schreef) zijn in Spynest geen personages te bespeuren met grote neuzen en groteske tronies. Christophe Alliel zet enkele bekoorlijke meisjes neer. Een van hen is Terryiona Crow, bijgenaamd Terry. We missen haar introductie niet wanneer ze eind juni 1940 in het Luxemburgse Paleis in Parijs de wagen uitstapt die ze zelf bestuurde. Oogverblindend, een grote paarse hoed tooiend, een wapperende haarvlecht die al een kleine hint is naar haar indianenachtergrond, armlange witte handschoenen en opvliegende witte duiven in de avondzon. Ja, zo maak je wel de blitz. Dra leren we haar kennen als een onverschrokken spionne die zich zomaar eventjes met haar zogezegde Japanse echtgenoot en diplomaat in het hol van de nazi's begeeft. Zij is op een missie. Van de weeromstuit redt ze een collega van een Duitse schone in lingerie die hem via 'marteling' wilde uithoren. Na een spannende catfight gaan de spionnen ervandoor. Terry heeft net Ian Fleming uit de klauwen van de nazi's gered. Dat zij volgens dit fictieve stripverhaal later de inspiratie bood voor Flemings spionageromans van James Bond is wel duidelijk door de opeenhoping van achtervolgingen, sabotageacties, verleidingen, het gebruik van gadgets en de beheersing van een eindeloze reeks vaardigheden zoals bijvoorbeeld het besturen van een tank en een lichte bommenwerper. Ook de villain met een hoek af ontbreekt niet in deze heerlijk komische actiereeks. De reusachtige Übermann, een SS'er van de Zwarte Zon, steelt werkelijk de show. Zijn rechterarm is een op stoom gedreven mechanisch wapen en zijn gezicht zit verborgen in een met een nazikruis voorziene helm met een of ander beademingsapparaatje. Darth Vader heeft zijn maatje gevonden voor een schaakpartijtje!
De oplettende lezer zal tal van verwijzingen naar James Bond en diens auteur Ian Fleming opmerken, maar bovenal is dit een album dat je bijna geen ademruimte gunt. Na de grote introductie blijft het maar vooruitgaan. Je staat daarbij geen moment stil bij alles wat onlogisch lijkt. Terry heeft al je aandacht aan de kont hangen (en wat een fraai zicht biedt haar derrière!). De ultrasoepele tekenstijl van Alliel ligt helemaal in de lijn van het speedy verhaal. Andale! Andale! |
|
> DAVID STEENHUYSE — augustus 2012 |