DE JONGE JAREN VAN BLUEBERRY 20 Gettysburg
Michel Blanc-Dumont + François Corteggiani • Dargaud 56 p. (SC)
|
|
Geldig excuus |
|
Het leger van de Unie wacht ongeduldig op een lading wapens om zijn troepen te kunnen versterken. Niemand minder dan luitenant Mike Blueberry wordt belast met de taak om de trein te lossen. Wanneer de trein traag Born-station binnenrijdt, volgt een verrassing van jewelste. Uit de trein springen tientallen geconfedereerde soldaten. In een mum van tijd vallen bijna alle Yankees onder de schoten van Johnny Reb. Blueberry en zijn sergeant weten te ontsnappen en zoeken hun toevlucht in een verlaten huis. De geconfedereerden aanzien hen als verkenners en willen hen tot elke prijs stoppen. Al gauw wordt artillerie ingezet. Er rest de twee vluchtelingen niets anders dan zich te verschuilen in de kelder en te wachten tot de beschietingen over zijn. De zware inslagen brengen bij beide mannen herinneringen boven aan diverse bloedige episodes uit de burgeroorlog, met Gettysburg als hoogtepunt...
In de Verenigde Staten is men volop bezig met de herdenking van honderdvijftig jaar Amerikaanse Burgeroorlog, een bloedig conflict dat woedde tussen 1861 en 1865. Dit album van Blueberry lijkt ondanks het nevenplot rond het wapentransport en Blueberry's rol als dubbelagent voor het Noorden vooral een geldig excuus te zijn om deze grimmige verjaardag in de bloemetjes te zetten. En dit in de prachtige tekenstijl van Michel Blanc-Dumont.
Volgend jaar is het ook honderdvijftig jaar geleden dat de slag bij Gettysburg werd uitgevochten. Wat maakt Gettysburg nu zo speciaal? Wel, elke strateeg of historicus zal zeggen dat dit het keerpunt was in de Amerikaanse Burgeroorlog. De Zuidelijken waren de oorlog begonnen met de beschieting van fort Sumter. Voor de kersverse president Abraham Lincoln was dit het signaal om op te treden. Koste wat kost zou hij de rebelse staten weer naar de Unie brengen. Het was een kleine misrekening te denken dat dit van een leien dakje zou lopen. De Yankees kregen keer op keer een pak rammel. In 1862 probeerde de Zuidelijke generaal Robert Lee voor het eerst om de Potomac over te steken (de rivier die Virginia en Washington van elkaar scheidt) en de oorlog te verplaatsen naar het Noorden. Bij deze slag van Antietam werd Lee tegengehouden, maar niet verslagen. De zomer nadien zou hij het echter nogmaals proberen, ditmaal met alles wat hij had. Bij het dorpje Gettysburg raakte Lees leger slaags met de Yankees. Al snel was Gettysburg in handen van de geconfedereerden. De overlevende Yankees trokken zich terug in de heuvels achter Gettysburg en werden versterkt door het leger van de Potomac onder leiding van de kersverse bevelhebber George Meade. Van 1 juli tot 3 juli werd er verwoed strijd geleverd, waarbij de Yankees het voordeel van de high ground hadden. Verscheidene pogingen van de geconfedereerden werden tenauwernood gecounterd. Pas toen George Picketts brigade een laatste frontale aanval op de Yankees uitvoerde en zijn manschappen weggemaaid zag worden door artillerievuur, besefte Lee dat hij verloren had. Het Zuiden zou niet meer bij machte zijn om het Noorden nog in dergelijke mate te bedreigen. Meer nog, met generaal Ulysses Grant als bevelhebber van het Noordelijke leger zou Lee zijn gelijke vinden. De weg lag bovendien open voor generaal William T. Sherman om de Zuidelijke staten binnen te vallen en een spoor van dood en vernieling achter te laten. In totaal zou de Amerikaanse Burgeroorlog het leven kosten aan 750.000 mensen. Meer levens dan de Amerikanen verloren in alle daaropvolgende oorlogen bij elkaar. |
|
> JACKY CORNELIS — augustus 2012 |