CASSIO 5 De Weg naar Rome
Henri ReculĂ© + Stephen Desberg • Le Lombard 48 p. (SC)
|
|
Beter in het verleden |
|
Door populaire films, tv-series, stripreeksen en een citytrip is het decor van Rome ons zodanig vertrouwd dat het aanvoelt als een tweede thuis. Ook Cassio keert terug naar huis na zijn fataal geachte lot op het einde van de vorige cyclus. Hij baart opzien met zijn verschijning bij zijn vier moordenaars die hem dodelijke messteken toebrachten en hij schokt zijn tante door zijn rechtmatige huis te komen opeisen. Zij maakte er een bordeel van en heeft nog tot morgenmiddag om haar boeltje te pakken. Bij een latere rechtszaak die zij tegen hem inspant, komt het redenaarstalent van Cassio naar voor. Ondertussen dient hij aanslagen te ontlopen (gelukkig voor hem kan hij rekenen op een lijfwacht die een oogje op 'm heeft) en het geheim van zijn krachtige poedertjes te bewaren. De bloedmooie Antinoë, een van Cassio's moordenaars, aast op die poedertjes.
Niet alleen de verhaalontwikkeling van dit eerste deel van een nieuw tweeluik is er met sprongen op vooruitgegaan, ook de tekeningen van Henri Reculé zijn er serieus aantrekkelijker op geworden. Zijn personages nijgen steeds meer naar die van Enrico Marini. Voor de gedetailleerde decors lijkt hij wel een immense documentatiebibliotheek aangelegd te hebben. En vooral: zijn decors leven! De straten zijn dichtbevolkt, er gebeurt her en der wel wat.
Ons enige commentaar betreft de scènes in het heden. Cassio speelt zich namelijk in twee tijdperken af. Archeologen van nu trekken Cassio's sporen na van vroeger. We vinden Cassio's verhaal al boeiend genoeg zonder dat bijkomende verhaal. Die scènes in het heden duiken sporadisch en te fragmentarisch op zodat die ons te weinig interesseren, ook al zijn ze er voor een verhoging van het thrillerelement. Maar voor ons hoefden die dus niet, temeer omdat volgens ons Stephen Desberg zich veel beter uit de slag trekt in series die zich in het (nabije) verleden afspelen, een I.R.$. en Billy the Cat uitgezonderd. |
|
> DAVID STEENHUYSE — mei 2012 |