KARAAT 4 De Put der Duisternis
Félix Meynet + Yann • Dargaud 48 p. (SC)
|
|
Met de borst vooruit |
|
Dit vierde deel uit de reeks Karaat vormt het afsluitende tweeluik met De Diamant van Abraham. Yann en Meynet bieden de antwoorden op de vragen die in het vorige album breed open werden gelegd, terwijl ook de puzzel van het verleden van enkele personages mooi op zijn plaats valt.
De rondborstige Uma en haar collega’s van Karaat, een soort geheime dienst die orde op zaken probeert te houden in de diamantwereld, belandden aan het eind van deel 3 in Israël. Daar pikt album 4 de draad weer op met een terugblik in het bewogen verleden van de joodse De Boers en zijn broer Salomon. Zij wisten tijdens de Zesdaagse Oorlog de diamant van Abraham te bemachtigen. Aangezien hun werkwijze en bedoelingen niet helemaal kosjer waren, wordt het gezelschap opgezadeld met een vloek. Als Salomon met de diamant van de aardbodem verdwijnt, wordt de historie vergeten, tot hij veertig jaar later zo dood als een pier in de buurt van Parijs wordt teruggevonden. Maar van de diamant geen spoor.
Wat volgt is klassieke Karaat-actie: veel gevangennemingen en daarop volgende ontsnappingen, stevige knokpartijen en een trits onwaarschijnlijkheden. Uma is nog geen twee seconden uit een diepe coma ontwaakt of hoppa, ze veegt alweer de vloer aan met een verpleegster die weinig goeds in de zin heeft. Ook de manier waarop de boosaardige Ismael aan zijn eind komt, tart de geloofwaardigheid. Had hij zich die ochtend gewassen in benzine, of zo? Want hij fikt wel héél lekker...
Ach, het zijn details in een strip die voor de rest zalig weghapt. Het is wel aangeraden om deel 3 toch nog even vooraf te herlezen om dit vierde deel vlot te kunnen volgen. Yann bewandelt een aangenaam kronkelend pad om zijn puzzelverhaal te vertellen en laat niet na om zijn eigen mening over de joods-palestijnse kwestie duidelijk te maken. Het tekenwerk van Meynet is meer dan degelijk en draagt flink bij tot de ontspannen lectuursfeer die de Karaatreeks uitstraalt. Eén nadeeltje is dat hij al zijn vrouwen identiek hetzelfde tekent. Gelukkig hebben ze nog allemaal een verschillend kapsel, zodat je toch enig onderscheid kan maken. En och, zolang ze ook allen dezelfde volle cupmaat hebben, hoor je ons niet klagen. |
|
> HANS OTTEN — juni 2006 |