DE KRONIEKEN VAN KONVOOI 1 Jagers van de Koude Grond
Bengal/Jose Luis Munuera/Benoît Springer/Steven Lejeune/Bruno Bessadi/Ignacio Noé + Jean David Morvan/Philippe Buchet • Arboris 48 p. (SC)
|
|
Anekdotisch |
|
Auteurs met veel fantasie, maar met weinig doseringsvermogen proppen hun verhalen soms overvol informatie die een vlotte lezing in de weg staan. Met te veel achtergrondinfo, voorgeschiedenis of te veel zijwegen is een lezer niet altijd gebaat. Dat kan het einde van een verhaal wel eens negatief beïnvloeden wanneer nog te veel losse eindjes moeten afgewerkt worden. Zelfs in de vaak gelauwerde filmtrilogie The Lord of the Rings stapelde regisseur Peter Jackson verschillende eindes en epilogen op elkaar. Het is lang niet elke reeks gegund om in een spin-off andere of zijdelingse verhaalpistes te bewandelen en zodoende nog iets te doen met dat overschot aan ideeën. Voor Konvooi kon dat wel.
Jaren voor verschillende personages uitXIII Mystery of Thorgal een verder uitgewerkt achtergrondverhaal kregen, voor er een nevenverhaal van I.R.$. liep of voor het hele Troy-universum binnenstebuiten werd gekeerd, schreven Jean David Morvan en Philippe Buchet voor bevriende tekenaars kortverhalen die in gebundelde uitgaven verschenen. Tussen 2004 en 2008 verschenen in het Frans zes van deze bundels met telkens vijf kortverhalen. Arboris start nu de vertaling onder de reeksnaam De Kronieken van Konvooi. In elk van de verhalen komen episodes uit het leven van hoofdpersonage Nävis aan bod die in de hoofdreeks onderbelicht zijn gebleven of helemaal niet werden verteld. Voorafgaand aan elk verhaal leidt Bobo de episode in en plaatst het in de context van de reeks. De tekeningen zijn gevarieerd en wijken ofwel zeer af van Buchets stijl ofwel leunen ze er dicht tegenaan. In alle gevallen herkennen we wel een gelijke, dynamische bladschikking als in Konvooi.
In een eerste kortverhaal trekt een jongere Nävis met de nog knuffelbare Houyo op jacht zodat ze haar honger kan stillen. Uit dat verhaal kwam de spin-off De Jeugdjaren van Nävis voort. In de andere verhalen participeert ze in een soort paintball voor gevorderden, doorloopt ze een soort vreemdelingenlegioenmissie, viert ze haar verjaardag met een onbedoelde surprise en wordt er een epiloog gebreid aan het album List en Bedrog. De verhalen zijn eerder komisch of anekdotisch en staan de hoofdreeks niet in de weg. Op hun best zijn het kleine aanvullingen, maar die hoef je niet per se te weten. Alleen het laatste verhaal dat getekend is door Ignacio Noé (voor wie Morvan de trilogie Heldorado schreef) is verrassend emotioneel. Het o zo geplaagde Gunjinnesvolk mocht van Nävis zelf beslissen welk lot het robotbrein, dat hen bijna in de vernieling hielp, beschoren is. Bersq besluit het robotbrein te laten beseffen wat het aanrichtte. Op de daaropvolgende pagina's zien we een metalen bol met aangebrachte ogen registereren welk leed het veroorzaakte. Het lijken wel beelden uit een documentaire over de Tweede Wereldoorlog. Het einde van dit verhaal is haast onvergetelijk. En met die laatste pagina kunnen we ineens uitkijken naar de volgende vertalingen want dit zien we graag overtroffen worden. |
|
> DAVID STEENHUYSE — december 2011 |