DE BLAUWBLOEZEN 55 Mijn Broer, de Indiaan
Willy Lambil + Raoul Cauvin • Dupuis 48 p. (SC)
|
|
Niet alleen voor gewoontekopers |
|
De cavalerie van het Noordelijke leger heeft weer eens een probleem. Er is een tekort aan paarden. Het paard van Chesterfield trilt op zijn beelden, wellicht door Parkinson, en Blutch heeft Arabesk verstopt. Waarom net die twee altijd weer een levensgevaarlijke, ontzettend belangrijke missie krijgen toegewezen, behoort tot de door Raoul Cauvin gecreëerde logica waar je je verder beter geen vragen over stelt. Oké, zij moeten dus vermomd als kolonisten naar het zuiden, voorbij de Zuidelijken naar het gebied van de Comanches waar ze moeten onderhandelen om paarden te kunnen kopen. Ze mogen nog wel via Fort Bow passeren. In het fort worden we aan een ouder album herinnerd waarin Blutch een fake huwelijk aanging met Mathilde Appeltown. Opperhoofd Grijze Wolf komt eens checken waarom Blutch zo vaak en zo lang van huis is en indien hij nu papooses komt maken. Gelukkig voor kolonel Appeltown, de eerbaarheid van zijn dochter en een jaloerse Chesterfield kan hij de twee soldaten wegsturen op missie. Na dit bijwijlen hilarische intermezzo neemt Cauvin de intrige weer op en stapelt de vondsten op. Zuidelijken, indianen en vermoorde kolonisten liggen dik gezaaid op het pad van het onfortuinlijke duo. Maar het bijzonderste personage komt geheel onverwachts (als je de titel van het album even buiten beschouwing laat): de tweelingbroer van Blutch.
Je krijgt haast twee verhalen ineens voorgeschoteld met dit album want er gebeurt aardig veel. Het tempo ligt hoog, het leesritme eveneens. Humor en spanning galopperen hand in hand en af en toe last Cauvin zelfs een sereen moment in, bijvoorbeeld wanneer Blutch, Chesterfield en Zilverveer door Comanches uitgemoorde kolonisten vinden of wanneer Blutch en zijn tweelingbroer toenadering tot elkaar zoeken. Knap, hoor.
Na 55 delen, een hoop inzinkingen en minderwaardige albums, maar ook hoogtepunten die nog steeds niet uitdoven, blijft De Blauwbloezen een reeks die er niet alleen is voor de gewoontekopers. Ook Willy Lambil blijft zich inspannen. Let eens op de karakterkoppen van Grijze Wolf of de nijdige luitenant-kolonel James Bourland, bijgenaamd 'De beul van Texas'. De enige inbreuk die Cauvin zich van ons wel eens mag permitteren op zijn zorgvuldig gesmede formules is het ferm op de plaats zetten van de eeuwig door een rietje slurpende kapitein Stillman. Hij irriteert ons mateloos! Toegegeven, hij is wel dikwijls de directe aanleiding voor de zoveelste missie die Blutch en Chesterfield moeten zien te overleven. |
|
> DAVID STEENHUYSE — oktober 2011 |