Alejandro Jodorowsky, dat is pathos en theatraliteit, familiedrama en ondoorgrondelijk diepe liefde, Griekse tragedie en Shakespeare, en verminking. Veel van dat, en ook nog wel meer, is geworteld in zowat al zijn epossen. In het fantasy- en sf-epos Alef-Thau heeft Jodo de titelheld met vijf handicaps voorzien. Hij kwam ter wereld zonder armen en benen. Als weeskind verneemt hij van ziener Hogl dat hij ooit de Dhariërs naar de overwinning zal leiden met aan zijn zijde een mooie vrouw en met alle ontbrekende ledematen. In zijn grote queeste wint hij per verhaal een ledemaat en verliest tussendoor zijn linkeroog. Alleen met dat toekomstig lief schiet het niet direct op. Zij, Diamanta, behoort tot een buitenaards, onsterfelijk ras. Hij, Alef-Thau, is door omstandigheden slechts een illusie van zichzelf geworden. Maar dat heeft ook zijn voodelen. In de eerste zes verhalen, verdeeld over de eerste en tweede integrale uitgave, staat de strijd voor vrijheid en de bevrijding van zijn volk voorop, het winnen van de liefde en het vervolledigen van zijn fysieke verschijning. In de laatste twee verhalen reizen Alef-Thau, Diamanta, en drie komische dwergen naar de thuisplaneet van Diamanta om er Alef-Thaus werkelijkheid terug te krijgen. Zijn eigen kunstmatigheid, zijn niet-bestaan, maken 'm onzeker en gedemotiveerd. Hij wil weer een echte mens zijn, een beetje zoals Pinokkio.
En met deze verwijzing slaan we meteen de richting in waar we naartoe willen. Niet alleen lezen De Avonturen van Alef-Thau als een metafysisch sprookje voor volwassenen, Jodo gebruikt ook beproefde ingrediënten uit de Disney-stal. Er zijn de grappige dwergen (de sidekicks), het liedfesverhaaltje (met Alef-Thau als mooie prins en Diamanta als zijn prinses), er zijn de moralistische boodschappen waarin (zelf)opoffering een ruime plaats bekleedt,... De Disney-toets zien we versterkt in Arno's ronde stijl, een hybride vorm van realisme en een meer karikaturale stijl. De reeks slaat bovendien bruggen naar Jodo's overige œuvre, met De Incal als voornaamste verband. En het leest allemaal als een manga. Het hoge leesritme, de rechtlijnigheid, de grenzeloze en concessieloze fantasie voor de ontwikkeling van decors, creaturen, werelden en situaties hadden net zo goed in het œuvre van Hayao Miyazaki gepast, de auteur van Nausicaä van de Vallie van de Wind en maker van de tekenfilm Spirited Away. Maar De Avonturen van Alef-Thau behoudt een zekere mate aan authenticiteit door de charmes van de jonge personages. Het zijn veeleer adolescenten dan volwassenen wiens pad we volgen. En die hebben nog panache, hun kuren, onvolmaaktheden en een eerlijk palet van emoties. Zowel Arno als Jodo hebben van Alef-Thau als een wit doek een veelgekleurd schilderij met een spannende compositie kunnen maken. Dat laat zich gelden in de veelzijdigheid en de gelaagdheid van de acht hymnes, oftewel vier maal acht zangen, die dit epos vormen. En dat het een verdomd boeiend epos is, hebben we inmiddels hopelijk aangetoond.
De uitgeefkwaliteit en het idealistische streven naar lezenswaardige, mooie boeken van Sherpa doet hopen op meer van dit fraais. Als suggestie geven we het zesdelige De Jeugd van John Difool in een integraal jasje bijvoorbeeld, ook van Jodorowsky met Zoran Janjetov als tekenaar. |