BOUNCER 5 De Prooi van Wolvinnen
François Boucq + Alejandro Jodorowsky • Oog & Blik 62 p. (HC)
|
|
Western zonder genade |
|
François Boucq is bezig aan een serieus offensief. Enkele weken terug verscheen het eerste deel van zijn thriller De Janitor, en nu slaat Oog & Blik ons eens hardhandig om de oren met het vijfde deel van de broeierige western Bouncer. Naar goede gewoonte leverde Alejandro Jodorowsky weer een scenario af vol drastische afrekeningen, opgekropte frustraties en personages 'met een hoek af'. De eenarmige Bouncer is sheriff in Barro-City en wanneer zijn vader een spoor van moorden blijkt aan te leggen, komt hij in een lastig parket. Die moorden komen namelijk voort uit een oude historie waarbij de notabelen van de stad een niet al te fraaie rol spelen. Dit verhaal wordt aangevuld met het vaste dozijn omgebrachte randcriminelen en enkele vrouwen die allebei niet ongevoelig blijken voor de charmes van Bouncer.
Aanvankelijk begonnen als een soort tweede Blueberry, maakten de auteurs al snel duidelijk dat Bouncer veel meer aansluit bij de huidige, harde western. Wie de reeks Deadwood al eens op tv zag, weet wat te verwachten van Bouncer: een compromisloos verhaal vol geharde karakters die het minste probleem met de pistolen lijken op te lossen. De Prooi van Wolvinnen is het afsluitende deel van de tweede cyclus en rondt op een knappe manier de lopende verhaallijnen af, zonder evenwel te vergeten ook wat losse eindjes te laten slingeren voor eventuele vervolgen.
Boucqs eigenzinnige mix tussen realisme en overdreven expressie komt uitstekend van pas in dit buitensporige geweldepos, waar het absurde nergens ver uit de buurt ligt. Alexandro Jodorowsky is vooral bekend van bevreemdende sciencefiction als De Incal, De Technovaders of De Metabaronnen, waar zijn scenario's regelmatig ontaarden in spirituele uitwijdingen of pseudofilosofische hersenkronkels. In Bouncer houdt hij zijn teugels heel wat strakker in de hand en bedient hij zijn tekenaar ook deze keer weer van een snoeiharde western zonder compromissen. Zo mogen er van ons nog vele volgen. |
|
> MARC BASTIJNS — april 2007 |