SHENZHEN
Guy Delisle • Oog & Blik | De Bezige Bij 152 p. (SC)
|
|
(Non-)belevenissen |
|
In omgekeerde volgorde gaf Oog & Blik | De Bezige Bij de afgelopen jaren de reisdagboeken van Guy Delisle uit. De Canadees verbleef meermaals en steeds voor lange periodes in oosterse landen als Noord-Korea, Myanmar en China. In Myanmar (het huidige Birma) volgde hij gewoon zijn vrouw die voor Artsen zonder Grenzen werkt. In de andere gevallen oefende hij zijn job als supervisor uit op een tekenfilmafdeling.
In de Chinese stad Shenzhen controleerde hij het werk aan de Papyrus-tekenfilmserie. Het is duidelijk dat de kwaliteit van de animatie ondermaats is. "Goed genoeg voor tv", is een wederkerend argument om niet al te streng toe te zien. De gelatenheid van Delisle komt vooral door het gebrek aan feedback door de immense taalbarrière. Lost in Translation wordt op de achterflap geciteerd en die referentie is geheel terecht. Delisles tolken zijn onbekwaam of werken niet echt mee. Bijna niets van Delisles opmerkingen dringt door. De hotelkamer is erg basic. Lezen is een enige bezigheid, het tekenen van een reisdagboek wordt een andere. Zijn weekends spendeert hij in andere Chinese steden. Zo verruimt hij zijn blik. Langzaamaan leert hij te leven met de verschillen tussen oost en west. Hij maakt er gewoon het beste van, maar een verlenging van zijn verblijf ziet hij niet zitten.
In een gedreven opeenvolging van losse anekdotes over bijvoorbeeld het eten van honden, fietsen door een drukke stad, een portier die nietszeggende (en steeds verkeerde) Engelse openingszinnen op hem oefent, enzovoort schetst Delisle een quasi volledig beeld van hoe hij zijn verblijf ervoer. Het zijn (non-)belevenissen die door zijn nuchterheid en een occasionele verwondering ongemeen boeiend zijn. Scènes worden niet te lang uitgesponnen, tomorrow is another day, en dat gaat zo steeds door.
Shenzhen is dunner dan de later gemaakte Pyongyang en Birma. Da's jammer, want we groeien graag mee met de avonturen van Delisle in China. Shenzhen had gerust 250, 500 of zelfs 1.000 pagina's of meer dik mogen zijn. |
|
> DAVID STEENHUYSE — april 2011 |