GIACOMO C. 15 Het Voddenlied
Griffo + Jean Dufaux • Glénat 56 p. (SC)
|
|
Het solomoment |
|
Het doek valt. Het applaus zwelt aan. Eerst beleefd maar al vlug springt hier en daar iemand recht die meer dan uitbundig klapt in zijn handen. Daar nog één en hier nog één. Na een paar minuten staat driekwart van de uitverkochte zaal te joelen en te krijsen. Tevergeefs, een bisnummer komt er niet meer. Giacomo C. is definitief uitverteld.
Het vaudevillestuk Het Voddenlied was het lang aangekondigde slot van de avonturen en avontuurtjes van Giacomo C. En zoals we het de laatste tien voorstellingen gewoon zijn geworden, wordt ook dit epos overtuigend op de scène gebracht door het gelauwerde Venetiaanse Volkstoneel. Het is een einde in stijl, met veel poeha en pathos, maar hier in deze met dieprode kussens afgezoomde stadsschouwburg werkt het wonderwel. Het thema is gekend. Casanova Giacomo, opnieuw prachtig neergezet door Wilrijkenaar Griffo, heeft zich voor de zoveelste maal in nesten gewerkt. Maar deze keer is het serieus. De moegetergde politiechef De San Vere wil onze geliefde en tedere charlatan tot elke prijs zien hangen. Hij krijgt eindelijk de steun van de Doge, geruggensteund door de vele bedrogen echtgenoten, maar de andere helft van de stad (de prostituées, de bedelaars, de lustige echtgenotes en de vrijdenkers) springen op de barricaden!
Regisseur Jean Dufaux neemt rustig zijn tijd om afscheid te nemen van zijn geliefde personages en laat hen elk vier kaders lang hun gloriemoment beleven. Kippenvel krijg je van de recht naar de zaal kijkende solospeeches van eenoog Zippo, markies De San Vere, publicist Blanc-Seing en co. Een absolute stervermelding verdient de man van de decors en het licht. Wat hij hier uit zijn kast gehaald heeft, is absolute topklasse. Het 18de-eeuwse Venetiaans decor sprankelt en de lichtinval op de gebouwen heeft nog nooit zo juist aangevoeld. Ongelofelijk hoe die man gegroeid is tijdens de vijftien producties. We kijken nu al uit naar zijn nieuw project Ellis dat nog deze maand toert in Frankrijk. Hopelijk laat hij Vlaanderen en Nederland niet naast zich liggen.
Wacht nog even, daar zijn ze opnieuw. Met een diepe buiging nemen ze afscheid. Nu staan ook wij recht en klappen onze handen rood. Het was mooi. |
|
> WOUTER PORTEMAN — september 2006 |