Bibliografie van Maël
• De Inkt van Toen
• Miltons Dromen
• Moeder Amerika
• Tamino
Bibliografie van Kris
• De Deserteur
• De Wereld van Lucie
• Een Zakje knikkers
• Moeder Amerika
• Svoboda!
MOEDER OORLOG 1
Eerste Aanklacht


Maël + Kris • Daedalus
64 p. (HC)
Oorlogspoëzie

Doden vallen er dagelijks bij hopen, daar tussen Reims en Verdun. De Eerste Wereldoorlog woedt in alle hevigheid, de loopgrachten zijn uiteindelijk niet meer dan nog niet gedichte graven. Ook drie vrouwen laten het leven. Koelbloedig vermoord. Achter de eigen linies dan nog, dus den Duits kan het niet gedaan hebben. Luitenant Roland Vialatte gaat op onderzoek uit en schuwt daarbij de risico's niet. Hij zoekt de moordenaar aan het front, in de vuurlinie.

Waren we lichtjes ontgoocheld in De Grote Slachting van Monsieur Grande Guerre, Jacques Tardi, dan maakt dit eerste deel van Moeder Oorlog veel goed. Dat tekenaar Maël met zijn krasserige tekenstijl een rauwe werkelijkheid overtuigend in beeld kan brengen, wisten we al sinds het Vrije Vlucht-tweeluik Miltons Dromen. Een strip die zich tijdens de Grote Oorlog afspeelt, is hem dan ook op het lijf geschreven. De passende grauwe inkleuring maakt het geheel af.

Scenarist Kris lijkt in dit eerste deel van een drieluik nog te twijfelen waaraan hij de meeste aandacht zal schenken: de harde realiteit van de oorlog of het moordonderzoek. Hij houdt de boot wat in het midden. Echt goed vooruit gaat het onderzoek van Roland Vialatte daarom niet, maar door de setting van het verhaal blijft de strip tot het einde boeien. Het mooie, poëtische taalgebruik van Kris, vooral bij de monologen van Vialatte die bovendien uitmuntend vertaald zijn, zorgt daarenboven voor een aangename en rijke leeservaring. Ondanks al het mensenleed brengt Kris heel af en toe wat humor in zijn verhaal. Wanneer Roland in een loopgracht de onsterfelijke woorden "Halt of ik schiet!" uitroept, moesten we toch even gniffelen.

Eerste Aanklacht is een prima openingsdeel waarvan enkel de hoge prijs ons de wenkbrauwen doet fronsen. Kwaliteit heeft zijn prijs, verzuchten we dan maar, terwijl we onze protesterende bankkaart hardnekkig trachten te negeren.

> JEROEN FRANçOIS — november 2010