DE TEMPELIER 1 De Onthullingen van de Ridder
Fabio Bono + Bruno Falba • Daedalus 48 p. (SC)
|
|
Middeleeuws geteisem |
|
Parijs, uren voor de terechtstelling van Jacques de Molay. Onder de zwaarste folteringen probeert een inquisiteur nog een laatste keer om de grootmeester van de tempeliersorde aan het praten te krijgen. Bewust van zijn naderende einde legt de Molay zijn ziel bloot en verhaalt zijn wedervaren als lid van de geroemde orde van religieuze krijgers. Zijn jeugd, zijn intrede en zijn belevenissen tijdens zijn verblijf in het heilige land, waar de orde der tempeliers trachtte te redden wat er nog te redden viel, aan de zijde van prins Edward van Engeland. In een kluwen van moed en angst voor verraad blijkt achter elke hoeksteen de dood te loeren. Sultan Baibars, die bijna het hele Heilige land op de christenen heroverd heeft, blijkt namelijk niet de enige vijand. Venetië denkt eerder aan geldgewin dan aan het helpen van medechristenen. Hierbovenop komt dan nog dat het allergrootste gevaar voor de allianties niet meteen de zichtbare vijand is, maar wel het illustere genootschap der Assassijnen.
Klinkt deze introductie je bekend in de oren? Wel, dat zou best wel eens kunnen, want tempeliers, Assassijnen en ander middeleeuws geteisem zijn tegenwoordig niet meer uit de striprekken weg te slaan. Zo werden we dit jaar al getrakteerd op onder meer Kruisvaart, Kruistocht en De Laatste Tempelier.
Gelukkig is de aanpak in veel van deze reeksen verschillend, waardoor het vaak toch nog de moeite waard is om te vervallen in clichés. Zo mogen we best stellen dat De Tempelier, hoewel grotendeels fictie, toch heel serieus overkomt. Geen esoterie, wel de schaduw van het onafwendbare zwaard van Damocles dat boven de Molay’s hoofd hangt. Het zorgt voor een lichte gruwelsfeer die compassie voor de terdoodveroordeelde oproept. Het is ook eens te meer aandoenlijk, daar doorheen het volledige verhaal de Molay de verteller blijft. Scenarist Bruno Falba vergaloppeert zichzelf op deze manier niet aan duizend-en-één verhaallijnen die de lezer met een eerste-deel-gevoel achterlaten. Er is wel een hunkering om het vervolg te lezen. Fabio Bono zet met zijn tekenwerk een huizenhoge standaard neer. Het tekenwerk oogt fris en krachtig, maar wordt naar onze mening oneer aangedaan door de inkleuring. Het lijkt wel alsof de strip werd ingekleurd met waterverf. Dit oogt vlekkerig en levert een acuut gebrek aan contrast op. Misschien moet de inkleurder eens kijken naar De Lemen Troon, een voorbeeld van hoe het wel moet!
Wie dacht dat de stripmarkt oververzadigd was door tempelierstrips moet zijn mening na het lezen van De Tempelier waarschijnlijk bijschaven. Wij durven namelijk voorzichtig stellen dat dit wel eens de beste reeks in zijn genre kan worden. De povere inkleuring nemen we er dan gaarne bij. |
|
> JACKY CORNELIS — november 2010 |