WOESTE HOOGTEN
Jérôme Deleers + Yves Leclercq • Casterman 48 p. (HC)
|
|
Bergen van onbegrip |
|
Wuthering Heights! Cathy en Heathcliff! Passie! Onmogelijke liefde! Historische kostuums! Kate Bush! Je moet het boek van Emily Brontë niet eens gelezen hebben om heel wat associaties te kunnen oproepen. Leclercq en Deleers brengen ondanks de titel geen Matena-navolgende verstripping van de bekende Engelse roman, maar een gedroomde biografie. Vader Brontë brengt zijn dochters Emily en Charlotte onder in een Brussels pensionaat. Om de kost en inwoon te betalen, moet Emily het blinde meisje Katherine Murmaul’t begeleiden. Deze jongedame woont samen met haar broer, de schilder Oskar. De relatie tussen broer en zus is er een van gestoorde communicatie. Geen van beiden is in staat de eigen gevoelens mee te delen. Oskar aanbidt zijn blinde zus, maar dat hij die obsessie uitsluitend veruitwendigt in zijn tekeningen en schilderijen, houdt hij angstvallig voor haar geheim. Katherine blijkt dan weer een kolkend vat van opgekropte emoties, die ze enkel in toom kan houden met haar opiumdrankje. Wanneer Emily het leven van deze twee binnenwandelt, gooit ze de gesloten poorten tussen de twee ongewild open.
Debutant Jérôme Deleers levert met Woeste Hoogten meteen een grafisch visitekaartje af. Zijn hyperrealistische stijl doet je continu afvragen of hij niet gewoon een reeks foto’s na elkaar heeft geplakt en vervolgens heeft ingekleurd. Vanaf het begin vermoed je dat al zijn tekeningen naar model zijn, wat hij in een verduidelijking over zijn werkwijze achterin het boek bevestigt. Maar precies daar knelt het schoentje. Je kan je niet van de indruk ontdoen dat je een fotoroman zit te lezen, waarbij de personages verstilde en onnatuurlijke poses aannemen. Door gebruik te maken van verschillende digitaliseringsstappen met de computer krijg je prachtige stadsdecors, maar waarin de hoofdfiguren als papieren poppetjes zijn gekleefd. De lezer geraakt erdoor vervreemd van zowel de personages als het verhaal. Hoe passioneel, melancholisch en donker het ook is, je krijgt er nooit echt voeling mee.
De geforceerde dialogen dragen daar alleen maar toe bij. De dramatische intrige die Leclercq vertelt, is boeiend en druipt van de ingehouden passie. Maar als de hoofdrolspelers zich gaan uitdrukken in hermetische zinnen als "toon me liever dat we onze passies en verlangens volgen, dat we de waarheid gehoorzamen in onze woorden. Verzeker me dat we gevangenschap noch ballingschap vrezen, noch het lijden en de dood, anders worden de mooie boeken die we schrijven niets meer dan bundeltjes papier", vraag je je vertwijfeld af waarover dit in hemelsnaam gaat. Hoe goed beide auteurs op hun respectievelijke domeinen ook zijn, ze beletten precies elkààr om open te bloeien en hun talent te tonen in een magische strip. |
|
> HANS OTTEN — oktober 2006 |