VAN DE PRINS GEEN KWAAD
Marco Paulo + Thierry Robberecht • 12bis 48 p. (SC)
|
|
Koninklijke satire |
|
In Zack & Willie, hun vorige album, voerden Marco Paulo en Thierry Robberecht twee nietsnutten op die te lui zijn om te werken. In Van de Prins Geen Kwaad gebruikt het duo de koninklijke familie als hoofdpersonages. We laten je nu zelf een voorspelbaar grapje bedenken en lees dan deze tekst verder.
De koning drilt zijn familieleden en draagt ze op zoveel mogelijk in de kijker te lopen terwijl ze activiteiten ten dienste van de gemeenschap uitvoeren. Er wordt namelijk door het parlement gestemd over hun jaarlijkse toelage. Maar grotere zorgen maken de koning ongerust. De splitsing van België is nakend. Wat moet er dan met hen gebeuren? Zelf reist hij langs de internationale vorstenhuizen om er vruchteloos een nieuw onderkomen te zoeken voor zijn gezin. Ondertussen maakt de regering elke mogelijke denkoefening om het land te splitsen en doen de prinsen Filip en Laurent waar ze het meest bekwaam in zijn: respectievelijk van niets weten en de vrouwtjes versieren. En net wanneer het er op zijn slechtst uitziet, dient een oplossing zich uit Frankrijk, waar de populariteit van de president in vrije val is, aan.
Lachen met de koninklijke familie is helemaal niet origineel. Alle grappen zijn gekend, de ergernissen ook. Toch is de politieke satire die Van de Prins Geen Kwaad wil zijn, van een ander kaliber. Er wordt met scherp geschoten en de grappen zijn dikwijls erg geslaagd. Mochten er al gevoelens van sympathie of medelijden opduiken tijdens dit verhaal, dan worden die snel teniet gedaan. Het spook van koning Boudewijn uit wiens overheersende schaduw koning Albert II zich maar niet kan onttrekken bijvoorbeeld, wekt mededogen op. Een uitspraak als "Ik moet in de voetsporen treden van de grote vorsten uit de wereldgeschiedenis: een manier vinden om op kosten van het volk te leven!" keldert dat. Thierry Robberecht analyseert en fileert. Slimme vondsten vallen je daarbij te beurt. Marco Paulo's karikaturen zijn treffend, al zijn die van Charel Cambré in Albert & Co toch nog herkenbaarder. |
|
> DAVID STEENHUYSE — oktober 2010 |