Meer dan vijf jaar moesten we geduldig wachten op de Nederlandse vertaling van dit zevende deel van de topreeks Sabels en Galjoenen en dat was lang, erg lang, afschuwelijk lang... (asyndetische opsomming met climax). Vijf jaar geleden was de reeks vrij bekend en haalde ze overal lovende kritieken. Maar ondertussen zijn er heel wat nieuwe striplezers bijgekomen die nog nooit gehoord hebben van deze denderende dolkomische dierenstrip (alliteratie + drieledigheid).
In Sabels en Galjoenen spelen de rapierzwaaiende en dichtende wolf Don Lope Villalobos en Don Armando Maupertius, een verliefde vos, (chiasme) de hoofdrol. Het derde lid van hun gezelschap is niemand minder dan Eusebio... een wit konijn dat niet te onderschatten is! Duister is zijn verleden (Waarom werd hij galeislaaf? Wat deed hij in de pauselijke garde? We komen het ooit te weten in een spin-off!), angstwekkend is zijn verschijning bij piraten (parallellisme). Onbedoeld — en vaak op de achtergrond — zorgt hij ook voor de humor in de reeks. De heroïsche (hyperbool) avonturen van dit drieste drietal situeren zich in een zeventiende-eeuws tijdskader waarin tal van referenties schuilen naar de literatuur, kunst, historische context, enzovoort van toen: ontdekkingsreizen, dwaze theorieën over de achterkant van de maan, rapiergevechten, theater (onder andere Molière en de Commedia dell'arte), de hofcultuur van Lodewijk XIV,... (asyndeton). Wie Het Eiland van de Vorige Dag van Umberto Eco heeft gelezen (of moeten we zeggen doorworsteld?) zal bij heel wat van de knipoogjes ook breeduit kunnen glimlachen, want dat willen de auteurs vooral bereiken: een strip die op het eerste zicht komisch, doldwaas en vergezocht lijkt, maar ook op een dieper, literair niveau kan gelezen worden.
En die literaire spielerei is precies het handelsmerk van Alain Ayroles in deze strip: Villalobos, Maupertius en Eusebio bevinden zich op de maan waar ze op zoek zijn naar een geheimzinnige wapenmeester. Op de maan is het nu eenmaal zo dat men moet betalen met poëzie en dat duels niet op de punt van een rapier worden uitgevochten, maar met puntige verzen! En dat is spek voor de bek (rijm) van Armando, die een poëtisch virtuoos is. Een pluim trouwens voor vertaalster Joke van der Klink, die er schitterend in geslaagd is het merendeel van de rijmelarij (of zijn het karamellenverzen?) om te zetten in prettig leesbaar Nederlands. Maar wellicht zijn heel wat woordspelletjes ook verloren gegaan in de vertaling... tradutore traditore (een vertaler is een verrader) zoals men dat zegt in ’t schoon Italiaans.
Maar Sabels en Galjoenen is meer dan poëzie. Ook de tekeningen van Jean-Luc Masbou zijn ware pareltjes (metafoor). Het prachtige kleurenpalet laat de storm en verschrikking op de Zee der Luimen prachtig tot hun recht komen, doet ons wegdromen aan het hof van koning Jan,... De overvolle bladzijden bulken bovendien van de kleine details: bekijk zelf maar eens (opnieuw) het rariteitenkabinet van Battologio van Epanalepse, de Erudiet, waar Eusebio op hilarische wijze de show steelt.
Kortom:
Ben je nog steeds niets overhaald?
Dan is het onze taal die faalt.
Neem deze reeks zelf ter hand,
Voor zo'n kunst wordt nooit teveel betaald!
(kwatrijn van laag niveau, wellicht niet veel waard op de maan)
Voor wie meer wil weten over alle verwijzingen, achtergronden, personages en zoveel meer verwijzen we graag naar de fantastische website van Sabels en Galjoenen. |