APOSTATA 2 De Heks
Ken Broeders • 12bis 48 p. (SC)
|
|
OnbeKENd is onbemind? |
|
Wat kunnen wij nog meer doen om jou ervan te overtuigen dat Ken Broeders' Apostata een plaats in jouw boekenkast absoluut verdient? Meer nog, dat een stripplank zonder Apostata niet meer is dan een café zonder bier (we zullen je niet vergeten Bobbejaan!), een Suske zonder Wiske, een Alex zonder Enak... We kunnen er misschien een lovende recensie over schrijven (zie onze bespreking van deel 1) of de veel te bescheiden Ken zelf over zijn werk laten schrijven (zie De Commentator)? Maar als dat niet helpt kan Standaard Uitgeverij ook prijzende citaten van anderen, meerbepaald van de cultuursite Goddeau en stripgod Marvano op de cover van dit album laten afdrukken. Maar wat baten kaars en bril, als de uil niet zien wil?
Beste lezer: pak deze strip vast en blader hem eens vluchtig door. Meteen zullen de prachtig geschilderde kleuren van dit album je in het oog springen: passioneel rood, frivool groen, maar ook grauw bruin,... Zoals we al gezegd hebben, onderstreept vooral die laatste kleur de sfeer van een rijk dat in verval is, het zwaar geteisterde westen van het Romeinse imperium in de vierde eeuw na Christus. En wie heeft de twijfelachtige eer gekregen keizer van dit geteisterde gebied te zijn? Juist, Julianus Apostata. Hoewel de brave man aanvankelijk geen keizer wou worden — hij wou liever filosoof zijn —, kwijt hij zich toch ten volle aan zijn taak: hij is geliefd door zijn manschappen én een succesvolle generaal. Maar kan hij het ook halen tegen de plunderende Germanen van Chnodomar, die bovendien ook nog eens de heks Placidia gevangen houden? En alsof dat alles nog niet genoeg is, krijgt de moegetergde Julianus ook nog eens af te rekenen met Constantius II, zijn jaloerse medekeizer van het oosten. De actie situeert zich dan weer aan de Eufraat, dan weer in Gallië, vervolgens in Parijs.
Ken Broeders maakt het zijn lezers dus niet zo gemakkelijk en eist de volle aandacht van zijn publiek, kortom veel minder evident dan we gewoon zijn bij Murena, Alex of De Adelaars van Rome. Toch blijft Broeders ten allen tijde zichzelf: leuke sarcastische humor — zoek maar eens naar het spi(e)tsvondige optreden van twee andere Romeinse striphelden — robuuste karakterkoppen, gedetailleerde aandacht voor wapengekletter en een duister fantasysfeertje, waarvan we ook al mochten proeven in het fel gesmaakte Tyndall.
Maar Ken blijft vooral een rasechte tekenaar. Af en toe wordt het complexe verhaal dan ook onderbroken door een bladzijde die volledig gevuld is met één enkele tekening (of moeten we zeggen schilderij?): een leeggeplunderd Gallisch dorpje, de stad Parijs in vogelvlucht en een leger dat een rivier over steekt. Wat zou het prachtig zijn moest Broeders deze techniek ook toepassen bij enkele gevechtsscènes zoals we al gezien hebben in de reeks Samoerai van tekenaar Frédéric Gênet. |
|
> BERT GEVAERT — mei 2010 |