KOGARATSU 12 Het Gezicht van het Kwaad
Marc Michetz + Bosse • Dupuis (Spotlight) 48 p. (SC)
|
|
Jeremiah-san meets Soda-san |
|
Een beeldschoon meisje zit je glimlachend aan te staren. In haar handen een lieflachend katje. De pootjes netjes omzwachteld. Geamputeerd. Koudweg afgesneden. Verminkt. Het schatje geeft haar troeteldier een wanhopig spartelend muisje. Bijt. Schoonheid en dood zijn één geheel geworden. Voor haar zit Kogaratsu, een dolende samoerai die zijn diensten aanbiedt tegen betaling. Zijn opdracht is dit vreemde meisje te vermoorden. Maar alvorens hij deze vreemde wens van haar smekende vader tot uitvoer zal brengen, wil hij weten waarom deze gekkin zo flirt met de dood.
Waw. Het overkomt ons steeds minder, maar deze Kogaratsu is er voor ons pats-boenk op. We kunnen nu alleen maar hopen dat jij er ook zo over denkt. Inderdaad, hopen, want het commerciële parcours van deze ronin leest als een feest van gemiste kansen. Het begon al in 1983. De Cauvin-fans keken raar op toen de eerste Kogaratsu gepubliceerd werd in het stripweekblad Robbedoes. Dit was een overgedetailleerde oorlogsstrip boordevol geweld en intrige zonder de typische relativerende Dupuis-humor! Wat later, in 1990, voerden Largo Winch en andere avonturiers de verkoopcijfers aan. Onze geliefde ronin daarentegen verliet net dan de commerciële paden en beleefde zijn nouvelle vague. Zijn eigen zielenroerselen bepaalden de toon, wars van alle avontuur. Tien jaar later zijn de manga’s massaal doorgebroken in Frankrijk en richten ze alle ogen op Japan. Klasbak Michetz reageerde onmiddellijk door zijn reeks op een nog lager waakvlammetje te zetten. In 2006 eerden Samoerai en andere Okko’s met succes het feodale Japan, en wonder boven wonder ook Kogaratsu kwam op kousenvoeten terug. Sterker, wilder en natuurlijker getekend dan anders. Amper een paar jaar later is er al het twaalfde album. En nogmaals, het is een dijk van een strip geworden!
Dit is een grand cru Hermann-scenario (die poes, het belgerinkel uit De Winter van een Clown,...) dat zich evengoed in het New York van Soda kon afspelen. Maar toevallig zitten we ergens op een Japans eiland, en is dit het naargeestige decor voor een koude-billen-horrorstrip. Nog nooit hebben we Michetz zo op dreef gezien. De verdovingsscène deed ons verlangend teruggrijpen naar De IJskoningin van Frommeltje en Viola. En als je deze pagina’s vergelijkt met wat Grzegorz Rosinski ons opdiste in het thematisch verwante Thorgal-album Arachnea, dan kan je niet anders besluiten dat Michetz wèl weet waar de klepel hangt. De rest van de strip is even prachtig getekend. Alleen jammer dat de cover net prominent uitpakt met die te karikaturale poster van de heilige Daruma. Hopelijk is deze tang op het spreekwoordelijke varken niet de voorbode van weer een gemiste kans op het grote succes. Want dit verdient deze zwervende samoerai nu toch wel! |
|
> WOUTER PORTEMAN — maart 2010 |