Bibliografie van Claus D. Scholz
• Bakelandt
• Classix (deel 6)
Bibliografie van Martin Lodewijk
• Agent 327
• Agent 327: The Making Of
• Arent Brandt
• Bernard Voorzichtig
• De Kat
• Edmund Bell
• January Jones
• Johnny Goodbye
• Matt Marteau
• Quark
• Storm
• Zetari
DE RODE RIDDER 231
Het Koekoeksjong


Claus D. Scholz + Martin Lodewijk • Standaard Uitgeverij
32 p. (SC)
Hoge lat

Nadat Claus D. Scholz de voorgaande drie albums diende te schrijven door privéaangelegenheden bij Martin Lodewijk neemt deze laatste weer het scenario voor zijn rekening. Dat doet hij met een verhaal over een babyverwisseling en een vileine vroedvrouw. Een prettig weerzien is het met ridder Bardolf van Dardemont uit deel 80, De Schildknaap. Dat weerzien mondt uit in een godsgericht waarbij beide ridders tegen elkaar moeten strijden. En ze zijn aan elkaar gewaagd!

Lodewijk weet met redelijk beperkte middelen (een handvol personages rond wie het allemaal draat en een rechtlijnig verlopende intrige) een zeer interessant verhaal te vertellen. Voor het basisverhaal gebruikte hij het alomgekende The Prince and the Pauper van Mark Twain als leidraad, zij het volledig naar zijn hand gezet. De eerste slokken smaken basic, het fijne zit 'm in de afdronk, vooral in het treffen tussen Johan en Bardolf. Bovendien steek je aardig wat op over de geschiedenis en de reglementen van het toernooi, zaken die je nog in geen enkele andere strip bent tegengekomen, wedden we. In vorige albums durfde Lodewijks opsomming van diverse historische weetjes wel eens de voortgang van het verhaal te belemmeren. In Het Koekoeksjong sluiten de geschiedkundige weetjes beter aan bij de intrige. En dat blijft wel het belangrijkste.

Scholz blijft het moeilijk hebben om tekstvolumes correct in te schatten. Dat levert soms tekstballonnen op waarin de tekst moet worden uitvergroot om 'm goed gevuld te krijgen. Op dat moment lijkt het personage echter te roepen en dat is niet altijd de bedoeling. In andere gevallen heeft de lay-outer de soms forse tekstlappen zichtbaar moeten vernauwen. In het hele album is er allesbehalve een consistent gebruik van lettergroottes en dat oogt soms, dikwijls, meestal slordig. Wanneer in tijdsnood, neigt het tekenwerk bij Scholz eveneens naar de slordige en afgeraffelde kant. In dit album valt het allemaal reuzegoed mee, toch zeker in vergelijking met enkele mindere albums sinds Claus en Lodewijk met enthousiasme de reeks hebben overgenomen en er opnieuw een kwaliteitsstrip van hebben gemaakt. Al bij al blijft het Vlaams-Duits-Nederlandse duo de lat voor zichzelf hoog leggen.

> DAVID STEENHUYSE — september 2011