APOSTATA 1 De Purperen Vloek
Ken Broeders • Standaard Uitgeverij 48 p. (SC)
|
|
Langverwachte comeback van een grootmeester |
|
Het heeft heel wat vuile uitgeversvoeten in de aarde gehad, maar eindelijk is supertalent Ken Broeders terug in het Vlaamse striplandschap. En wat voor comeback! We wisten al een tijdje dat de maker van zeer gesmaakte reeksen als Tyndall en Voorbij de Steen bezig was met iets nieuws over de Romeinen en waren daarom erg benieuwd naar het uiteindelijke resultaat dat alle verwachtingen overtreft.
De oudheid is al vaak de inspiratie geweest voor menig stripmaker: uiteraard kennen we allemaal peplum- en sandalenstripreeksen als Alex, Vae Victis!, De Adelaars van Rome en Murena die zich concentreren op sterk tot de verbeelding sprekende en beroemde figuren als Julius Caesar, Augustus en keizer Nero. Het strekt Ken Broeders echter tot eer dat hij voor zijn nieuwste geesteskind niet gekozen heeft voor die populaire periodes uit de Romeinse geschiedenis, maar gekozen heeft voor de veel minder bekende late oudheid. Voor een stripmaker is dit zeker geen sinecure: niet alleen is die periode heel wat minder bestudeerd (hoewel hier de laatste jaren op wetenschappelijk vlak wel verandering gekomen is), maar spreekt deze periode misschien ook minder tot de verbeelding van een groot publiek.
En dat zou jammer zijn voor dit boeiende verhaal over Julianus Apostata, de Romeinse keizer die tijdens zijn korte regeerperiode van 355 tot 363 na Christus komaf wou maken met de verering van de god van de christenen. Sterker nog: hij wou terugkeren naar de traditionele Romeinse religie en zo het heidendom in zijn oude glorie herstellen. Net omwille van die redenen kreeg hij van latere auteurs ook de bijnaam "de Afvallige" of "Apostata". Ken Broeders volgt de eerste jaren van de jonge Julianus, hoe hij als intellectueel plots werd aangewezen om caesar (een soort van onderkeizer) te worden in het westen en moest afrekenen met de invallen van Germaanse stammen. Zijn reis naar de bedreigde gebieden maakt Julianus samen met zijn lijfarts Oribasius, die — wat toch vrij uniek is in historische strips — vaak zorgt voor een komische noot in dit album. Verder ontmoet hij ook de erg knappe Primigenia, de stoere Milius en zo vormt zich een soort van fellowship, een typisch element voor fantasyverhalen waar Ken Broeders ook in het verleden al rijkelijk zijn inspiratie uit heeft geput. Dat fantasy-element merken we ook in de duistere bossen van Gallië en bij de mysterieuze heks, die in ware Erzebeth Bathory-stijl, haar hand niet omdraait voor een gekeeld en leeggebloed lijk meer of minder...
Het is ook zij die in al haar mysterie staat afgebeeld op de vuurrode cover van dit album en dat brengt ons meteen bij het volgende aspect van dit album. Hoeft het nog gezegd dat de tekeningen van Ken Broeders tot het beste horen wat de Vlaamse strip de afgelopen jaren heeft voortgebracht? Als geen ander slaagt hij er in om met zijn gedetailleerde tekeningen de sfeer van het herfsttij van het Romeinse rijk weer te geven: bloederig scharlaken of donker en asgrauw, af en toe onderbroken door het heldere, maar valse licht aan het keizerlijke hof. Beraamt men daar immers niet de ondergang van de jonge Julianus? Maar niet alleen als tekenaar is Ken Broeders uiterst getalenteerd, ook de inleiding en slot van dit album verraden 's mans literaire talenten, die zich eveneens manifesteren in de dramatische opbouw van dit album, uitlopend in een open einde dat ons doet snakken naar het vervolg.
Voor wie nu nog steeds niet overtuigd is, schieten ons de woorden van Christus aan het kruis binnen: "Vader, vergeeft het hen, want zij weten niet wat zij doen..." |
|
> BERT GEVAERT — oktober 2009 |