TROLLEN VAN TROY 11 Trollympiaden
Jean-Louis Mourier + Christophe Arleston • Uitgeverij L 52 p. (HC & SC)
|
|
De Geert Hoste van de strips |
|
Heel de wereld van Troy ligt aan de voeten van de edelachtbare wijze Rysta Fukkatoe. Heel de wereld? Neen. Een klein dorpje met venijnige trollen biedt onbewust weerstand. Maar deze keer heeft onze lokale kalief een snood plan. Hij besluit om een superieur trollenras te scheppen dat alle andere trollen, en in het bijzonder deze van Phalompe, zal verslaan. Om de beste genen te kunnen sorteren, organiseert de wijze een soort Olympische Spelen voor trollen. Maar dat is even buiten de wil van de immense trollengemeenschap gerekend. Geef toe, een wedstrijdje vliegendressuur of om ter verst pissen is toch interessanter dan de 110 meter horden?
Na het verrassende oosterse tweeluik boordevol actie en relatief weinig humor, krijgen we met dit alweer elfde deel een klassiek trollenverhaal voorgeschoteld waar de wijze van dienst voor de elfendertigste keer een snood plan beraamt om de trollen uit te moorden. En ja hoor — lezers die het spannend willen houden, slaan nu best de rest van deze zin over — ook nu zal het weer niet lukken. Maar wie maalt daar om? Trollympiaden is een met vliegen en stront doordrenkt eerbetoon aan Asterix en de Olympische Spelen. Of beter nog, een eresaluut aan de basisregels van de koning van de striphumor, René Goscinny. Echte helden hoeven niet te evolueren zolang hun karaktertjes maar voor de nodige humorvonken zorgen. En als die conflictjes te licht uitvallen, is er nog de kunst van het herhalen. Als je een mop maar vaak genoeg herhaalt, lach je toch. Echt nieuw zijn die kunstjes niet — ook een reeks als De Blauwbloezen is er groot door geworden, maar topscenarist Christophe Arleston weet ze wel schitterend te verpakken. Bovendien wordt hij hier prima geruggensteund door Jean-Louis Mourier die er zich nooit goedkoop van afmaakt. Kijk maar naar de variaties in de herhaling van de eerste drie bladzijden!
Ook dit Trollen-album is een beetje als Geert Hoste. Je weet waarmee hij zal uitpakken. Je weet dat het gros van de moppen uiterst flauw is, maar je weet ook dat je je zal amuseren omdat die kerel een grap kan brengen. Bovendien zit er in elke show een mop in die je een grijns oplevert waar je kaken nog een tijd lang in een kramp van staan. En net dat geschifte vakmanschap waar ook ons Frans succesduo een patent op heeft, maakt deze hapslikwegreeks altijd de moeite waard om te blijven lezen. |
|
> WOUTER PORTEMAN — juni 2009 |