We schrijven 145 na Christus. Lucius Aurelius Cassio, een van de rijkste en machtigste patriciërs van Rome, wordt vermoord door vier samenzweerders in zijn domus. Bijna tweeduizend jaar later vindt de archeologe Ornella Grazzi de tombe van Cassio nabij de antieke stad Efese in Turkije. In de graftombe vindt ze een paar papyrusrollen die het verhaal vertellen van de moord op Cassio, te beginnen met zijn jeugd in Efese waar zijn beste vriend zijn grootste vijand zou worden.

Na de successen van stripreeksen als Murena en De Adelaars van Rome wagen Henri Reculé en Stephen Desberg zich ook aan een strip die zich afspeelt in de broeierige wanorde die het Romeinse rijk was. En niet zonder resultaat. Om te beginnen zijn de tekeningen van de antieke stad prachtig. Reculé heeft duidelijk de moeite genomen om de ruines in Efese grondig te bestuderen. Zo figureert de oude bibliotheek van Celsus een paar keer majestueus op de achtergrond. Over de tekeningen van de personages zelf hebben we een paar bedenkingen want hier en daar zijn de lijnen wat onzuiver en komen in een paar scènes de personages wat statisch over. Maar die foutjes kunnen we deze strip makkelijk vergeven.

Het verhaal zelf heeft een klassiek whodunit-opbouw en het tempo ligt hoog genoeg om de spanning erin te houden. De melancholie ligt er ook zwaar op, met verloren liefdes en een vergane jeugd. En Desberg laat tenslotte deze strip mooi afsluiten met een dijk van een cliffhanger.

Het oude Rome verkoopt, dat is ondertussen bekend. Met deze reeks zal het ons inziens niet anders zijn.