Bibliografie van Jean-Christophe Thibert
• Kaplan & Masson
• Kaplan & Masson
Bibliografie van Siro
• Het Kruis van Cazenac
• Polka
DE HEKSENHAMER 1-2
1. Warul - 2. Man Aces Cemjk


Jean-Christophe Thibert + Siro • Glénat (De Zwarte Loge)
48 p. (HC)
Karikaturale ernst
Wanneer we ons weer eens hebben laten gaan en ettelijke kilo's mee naar huis torsen na een duur bezoekje aan onze stripspeciaalzaak, komen we hem soms tegen: de beruchte man met de hamer. Maar als we Siro en Jean-Christophe Thibert moeten geloven, mogen we van geluk spreken dat deze onwelkome kerel niet plots met de Heksenhamer in zijn hand voor ons opduikt.

De Malleus Maleficarum, zoals dit boek in chique Latijn heet, is het levenswerk van Jakob Sprenger en Heinrich Kramer. Aan het einde van de 15de eeuw oogstte het niet zo olijke duo met deze handleiding voor de inquisitie veel succes in hun heilige oorlog tegen de hekserij. Of tegen vrouwen tout court, als je uitgaat van volgende uitspraak van beide heren: "De artsen menen dat de vrouw koud en vochtig is, dus aangetrokken tot de hel, terwijl de man warm en droog is, en dus dichter bij God. We moeten haar daarom onder de duim houden. Getrouwde vrouwen staan al onder toezicht, dat is alvast iets. Maar weduwen en vrije vrouwen zijn ongebonden en dus gevaarlijk". Wie vandaag zoiets in het openbaar durft te verkondigen mag rekenen op een messcherpe veroordeling van het Hof van Castratie. Maar ook in de middeleeuwen zag men na een poosje in dat het boek toch een tikkeltje te fundamentalistisch was. De Heksenhamer werd verboden en de twee auteurs verdwenen van de aardbodem.

Pierre de Tournefort, die veel weg heeft van de Franse acteur Lino Ventura, ontdekt dat het verloren gewaande boek in de loop van de geschiedenis toch nog enkele keren opduikt en telkens voor een spiraal van geweld zorgt. In Warul, dat al in 2003 verscheen, belanden we in een van wolven vergeven gehucht ergens in Oost-Europa. Zopas verscheen eindelijk deel 2 met de ronkende titel Man Aces Cemjk, waarin scenarist Siro de moorden van Jack The Ripper verklaart door ze te linken aan het vermaledijde boek.

Wij zijn nooit echte liefhebbers geweest van De Zwarte Loge-collectie van Glénat. Oninteressante verhalen en matig tekenwerk zwaaien er de plak. Gelukkig zijn er uitzonderingen en De Heksenhamer is er een van. Niet zozeer vanwege het scenario. De reeks lijdt soms aan een teveel aan tekst, maar het verhaal is tenminste begrijpbaar, wat je niet van alle De Zwarte Loge-albums kunt zeggen. Siro staat trouwens eerder bekend als tekenaar (onder meer van Polka en twee nog niet vertaalde delen van Aquablue) dan als scenarioschrijver.

Maar wat deze reeks boven de middelmaat verheft is toch vooral het tekenwerk van Thibert, die zijn brood verdient met het illustreren van jeugdromans en ook actief is in de reclamewereld. Met De Heksenhamer maakt hij zijn debuut in de stripwereld en met verve. Zijn vlotte, karikaturale tekeningen relativeren het ernstige scenario, waarin geen greintje humor te bekennen is. Een contrast dat echt wel werkt. Neem daar bij de meer dan geslaagde inkleuring en je krijgt een strip die er zeker mag zijn.
> JEROEN FRANçOIS — december 2006