AQUABLUE 1-2-3 1. Nao - 2. De Blauwe Planeet - 3. De Megophias
Olivier Vatine + Thierry Cailleteau • Daedalus 48 p. (SC)
|
|
Sf-klassieker krijgt eindelijk uniforme uitgave |
|
Over de uitgavegeschiedenis van Aquablue kan je een boek schrijven. De eerste vijf delen werden opgenomen in de collectie Concorde van Blitz. Deel zes en zeven, de cyclus rond de Witte Ster, kregen een ander jasje aangemeten. De volgende twee delen zaten dan weer in de Millennium-collectie van Talent, waarin ook de eerste twee delen een nieuwe thuis vonden. De meeste van deze boeken zijn alleen nog maar aan waanzinnig hoge prijzen te verkrijgen. Bovendien stopten verdere vertalingen abrupt. Volgt u nog? Nee? Hindert niet, want gelukkig is Daedalus begonnen met de serie eindelijk uniform en volledig uit te geven in een democratisch geprijsde softcoveruitvoering. Het werd hoog tijd!
Eva en Heinrich Morgenstern zijn passagiers van het ruimteschip Witte Ster. Door een ongeluk wordt het hun graf. Hun zoontje Wilfried kan mede dankzij de robot Cybot ontkomen en acht jaar later belandden ze veilig en wel op Aquablue. De plaatselijke bevolking ziet in Wilfried een god en herdopen hem tot Nao. Tezelfdertijd wil de Aardse firma Tevec Aquablue inlijven om er generatoren neer te poten. En laat nu net de leiders van die firma bloedverwanten van Nao zijn. De strijd om Aquablue en de erfenis van Heinrich Morgenstern kan beginnen.
Aquablue is een sciencefictionklassieker die nog niets van zijn glans verloren heeft. Het verhaal van Cailleteau weet nog steeds moeiteloos te boeien. Samen met tekenaar en generatiegenoot Vatine maakte hij van Aquablue een standaardwerk waarin velen die achter hen kwamen hun inspiratie haalden. Qua sfeer is Golden City nooit veraf, maar het is deze laatste serie die dus schatplichtig is aan Aquablue.
In elk geval is deze heruitgave niet te missen, niet in het minst door de alweer zeer verzorgde vormgeving van Daedalus, die zich met Legende, De Zang van de Vampiers, Korrigans en Lincoln een gulzige, maar smaakvolle slokop van de Talent-erfenis mag noemen. |
|
> TOM DE LENTDECKER — november 2008 |