Bibliografie van Jirô Taniguchi
• De Magische Berg
• De Tedere Jaren
• De Wachters van het Louvre
• De Wandelende Man
• Een Dierentuin in de Winter
• Een Stralende Hemel
• Furari
• Herinneringen
• Het Dagboek van Mijn Vader
• Mijn Jaar
DE WANDELAAR 


Jirô Taniguchi + Masayaki Kusumi • Casterman
88 p. (HC)
Nostalgische slenterstrip

Enige tijd geleden is "onthaasting" eventjes een modewoord geweest. Maar zoals dat gaat in deze jachtige wereld werd al snelsnelsnel overgegaan naar een nieuw woord van de dag. Stilstaan is achteruitgaan in onze maatschappij. Noem ons dromers, naïevelingen of gewoonweg luieriken, maar wij houden graag eens halt om wat langer bij de eenvoudige dingen des levens stil te staan. Niet verwonderlijk dat we fan zijn van het werk van Jirô Taniguchi, waarin de sfeer van de films van Yasujiro Ozu nooit ver weg is.

In 1992 publiceerde Taniguchi Aruku Hito (L'Homme Qui Marche / The Walking Man), die je gerust de ultieme onthaastingsstrip kunt noemen. Een man observeert al wandelend de omgeving, meer stelde het scenario niet voor. Dialogen waren er ook nauwelijks. Hoe rustgevender kan je een strip maken? Met De Wandelaar betreedt Taniguchi eenzelfde pad, al deed hij voor het scenario deze keer een beroep op Masayuki Kusumi. Van een echt verhaal is ook nu weer geen sprake. De Wandelaar bestaat uit acht uit het leven geplukte fragmenten. Het hoofdpersonage ontdekt de geneugten van het wandelen wanneer zijn fiets gestolen wordt. En zo komt hij op plekken in Tokio terecht die hij nooit eerder zag. Het grote verschil met Aruku Hito is dat De Wandelaar, in plaats van een ode aan de natuur, eerder een aanklacht is tegen het gebrek aan respect voor het verleden. De steeds uitbreidende hoofdstad versmacht de kleine winkeltjes, steegjes en volkse restaurants.

Het is wel jammer dat na het matige De Magische Berg nu weer een strip in het Nederlands verschijnt die niet ten volle het talent van Jirô Taniguchi toont. Want hoewel zeker het lezen waard, is De Wandelaar toch minder poëtisch en inspirerend dan Aruku Hito. Zo is de zwijgende helaas een commentaar spuiende wandelaar geworden. Het tekenwerk van Taniguchi is als vanouds verzorgd. Wat statisch, maar dat past wel bij deze slenterstrip. We zijn dan weer minder enthousiast over de lelijke rasterinvulling van de zwart-wittekeningen.

Niettemin biedt De Wandelaar een mooi tegengewicht voor het mangageweld van een Berserk of een Death Note. Maar voor de ultieme Taniguchi-ervaring wachten we vol ongeduld op vertalingen van Haruka Na Machi He (Quartier Lointain), Chichi no Koyomi (Le Journal de mon Père), Inu wo Kau (Terre de Rêves), Keyaki no Ki (L'Orme du Caucase) en het bergbeklimmersepos Kamigami no Itadaki (Le Sommet des Dieux).

> JEROEN FRANçOIS — september 2008