RODE TAïGA 1


Vincent Perriot + Arnaud Malherbe • Dupuis (Vrije Vlucht)
80 p. (HC)
Een bizar en wreed tijdperk

Vanuit Frankrijk zien we de laatste jaren een nieuwe stijl stripverhalen verschijnen. Auteurs als Sfar en Blain hebben daarmee de toon gezet. Qua tekenstijl zien we een dun trillerig lijntje met veel arcering. Qua vertelling manifesteren ze zich met een snelle opeenstapeling van gebeurtenissen die de hoofdrolspeler met verwondering ondergaat zonder dat hij ze echt kan beïnvloeden. Hij is een echte speelbal en probeert het beste ervan te maken. Ook kenmerkend zijn de kleurrijke nevenpersonages die de hoofdrolspeler op zijn pad tegenkomt. De toon is meestal licht bijtend en cynisch. Voeg daarbij nog de vlakke inkleuring in pasteltinten en we hebben de stijl wel redelijk gekenmerkt.

In dit eerste deel van een tweeluik zitten we midden in de strijd tussen de Wit-Russen en de communisten in het jaar 1920. Een bizar en wreed tijdperk waarin honger, koude en de barre natuur de achtergrond vormden voor de strijd tussen allerlei losse groepen strijders. Auteurs als Hugo Pratt (Corto in Siberië) en Olivier Neuray + Yann (Witte Nacht) hebben hier ook al een dankbaar onderwerp in gezien. Dokter Ferdynand Ossendowski uit Transbajkalië moet vluchten voor de roden. Hij noemt zich communist, maar wordt toch beschouwd als een bourgeois. Via de bossen ontsnapt hij, maar ondergaat daar barre omstandigheden zoals koude, sneeuw en wolven. Op die vlucht ontmoet hij Djam Gordu, iemand van het Sojottenvolk. Samen zijn ze waarnemers van de gevolgen van de wrede oorlog. Na een betrekkelijke rust bij de Sojotten worden beide vrienden weer snel door de waanzin ingehaald. Ferdynand ontmoet daarna Ungern Khan en wordt in een heldenrol gedwongen om de heilige "levende god" te helpen ontsnappen uit Chinese handen.


Rode Taïga
is een sfeervol en meeslepend verhaal.

> ERIK HUBRECHSEN — augustus 2008