Collecties. Wat zijn ze? Wat doen ze? Waarom begint men eraan? Het uitgangspunt moet alleszins commercieel zijn, een soort aansporen van het koopvee om "de hele collectie te bezitten". Wij zien dat anders: een collectie is een kwaliteitslabel. Enkel als achter het label continuïteit, een consequent vertaalbeleid en een voortdurend en absoluut streven naar kwaliteitsvolle crowdpleasing zit, ben je goed bezig. En wat dat betreft zijn heel wat collecties als de huidige grappen van Raf Coppens: zelden geslaagd. Polyptiek, Derde stroming, Zwarte Loge, Expresso, Classix, Derde Graad,... Stopgezette reeksen of vertalingen, ondermaatse aanpak, oudbakken of uitgemolken concept. Onze geslaakte zucht bij het opstarten van een zoveelste nieuwe collectie gooit dan ook zoveel CO2 in de lucht dat er spontaan weer twee gletsjers extra beginnen te smelten. Bij de aankondiging van de nieuwe collectie Kaliber echter niet zo. Oké, op zich is de aanpak niet origineel: boeken (en meerbepaald detective- en misdaadverhalen) verstrippen. Maar de gedurfde mix van bekende en minder bekende titels en schrijvers, de smaakvolle vormgeving en een stripvisvijver met absolute topauteurs (Baru! Lax! Matz!) deden ons kirren van hoopvol plezier (achteraan in de tuin, waar de buren ons niet kunnen horen). Een hoopvol plezier dat er nog steeds is, na het lezen van De Balabomo Smaragd.
De Balabomo Smaragd is de verstripping van het boek The Hot Rock van Donald Westlake, ook de geestelijke vader van Walker. Dat is niet de Texas Ranger, maar de beroemde wraakengel die door Lee Marvin (in Point Blank) en Mel Gibson (in het meer recente Payback) gestalte werd gegeven. Het was de bedoeling om diezelfde Walker op te voeren in The Hot Rock, maar de nood aan een sympathiekere knul in een grappigere, meer over-the-top setting zorgde ervoor dat Westlake John Dortmunder bedacht. Het verhaal begint als "Dort" ontslagen wordt uit de gevangenis en zijn oude maat Kelp hem een slag voorstelt. Wat volgt is een lekker weglezend verhaal zonder bloedvergieten (de gentlemanschurk Arsène Lupin is nooit ver weg) en boordevol onwaarschijnlijke en tegelijk geniale plannen (Danny Ocean, iemand?). Het boek werd in 1972 verfilmd met Robert Redford in de hoofdrol. Later speelden ook de fantastische George C. Scott en de iets minder fantastische Christopher Lambert en Martin Lawrence nog de rol van Dortmunder. Lax verbood zichzelf trouwens naar de verfilming te kijken, om niet door de casting of de mise en scène beïnvloed te worden. En dat is fijn: Lax is in zijn element en creëert ook hier dat zalige sfeertje (inclusief passende voice-over) dat rondwaart in De Kraai.
Bon, de tempowisselingen in het verhaal zijn niet altijd erg geslaagd, de plannen en stoten van Dort en co. zijn soms al te onrealistisch en de (vertaal)fouten omtrent de betaalde tarieven voor de werkingskosten van de bende zijn zelfs ronduit storend. Perfect is het dus allemaal niet, maar spannend en ontspannend is het wel. Bij het omslaan van de laatste bladzijde is de conclusie dan ook zo simpel als een voetbalwet. Een stripverhaal duurt x aantal bladzijden en op het einde wint Dortmunder. Een Duitser, dus! |