BLOEDNACHT
Miles Hyman + Matz/Jim Thompson • Casterman (Kaliber) 90 p. (SC)
|
|
In goede handen |
|
Van de vier verschenen Kaliber-albums ligt Bloednacht misschien het moeilijkst van tekenstijl, al kunnen we ons gerust voorstellen dat anderen er des te meer van zullen houden. De in de VS geboren Miles Hyman studeerde in Parijs en woont sindsdien in Frankrijk. Hij publiceert illustraties in tijdschriften en voor uitgevers aan weerszijden van de oceaan. Deze info kan je ook lezen op een flap van deze uitgave waarmee Hyman zijn stripdebuut maakt. Op scenario van Matz (De Killer, Cycloop en de grote manitoe van deze collectie) is hij met dit brutale gangsterverhaal in goede handen.
Carl "Little Bigger" Bigelow is een huurmoordenaar, maar dat is hem zeker niet aan te zien. Hij is klein van gestalte, heeft een babyface en lijdt aan tuberculose. Bij zijn laatste opdracht belandt hij in een rustig dorpje in de Midwest. Hij moet er de teruggetrokken fraudeur Jake Winroy neerknallen die dikke maatjes was met de bazen in Chicago, maar nu dreigt samen te werken met de politie. In het dorpje werkt hij als kapper. Carl vindt logies en emplooi in het dorp om het vertrouwen te winnen. Hij papt ook aan met Jakes vrouw, of is het omgekeerd? Voor de meid van het echtpaar Winroy ontwikkelt Carl een boontje. Ruth heeft een goddelijk achterwerk, zo bekomen door het slalommen met haar kruk want Ruth mist het rechteronderbeen. Omdat Carl zelf ook met verschillende handicaps door het leven moet, voelt hij zich des te sterker met Ruth verbonden, zelfs meer dan enkel als bedpartner. Carl mag echter zijn taak niet vergeten. De sheriff van het dorp houdt bovendien een oogje in het zeil. Er klopt iets niet.
Schrijver Jim Thompson (1906-1977), op wier boek Bloednacht is gebaseerd, heeft zijn steentje bijgedragen aan de literatuur- en filmgeschiedenis. Meer dan dertig romans vloeiden voort uit zijn typmachine, allen gedrenkt in een gitzwarte sfeer. In de jaren vijftig trok hij naar Los Angeles waar een zekere Stanley Kubrick een beroep op hem deed voor de films The Killing en het tegenwoordig zeer moeilijk op dvd te vinden oorlogsepos Paths of Glory. Hij kreeg daar weinig erkenning voor, maar vanaf de jaren zeventig zou een slingerbeweging zich inzetten doordat Hollywood plots belangstelling toonde voor zijn romans. The Getaway van Sam Peckinpah en The Grifters van Stephen Frears waren twee van zijn boeken die hij verfilmd zag. Met Bloednacht schreef hij een tegelijk bevreemdend als boeiend relaas over een figuur aan de zelfkant van de maatschappij. De op een zacht vuurtje pruttelende relaties tussen de verschillende personages komen tot een kookpunt en de onverwachtse verhaalwendingen op het eind maken van Bloednacht een aanwinst voor de collectie. Wat dit album met de andere gemeen heeft, is het klinkende taalgebruik met heerlijke dialogen en spitante beschrijvingen. |
|
> DAVID STEENHUYSE — mei 2008 |