Luffy, een guitige jongen, groeit op tussen de piraten. Om hun aandacht te winnen is geen uitsloverij hem te veel. Wanneer hij de buit van een plundertocht, de Gum Gum-vrucht, opeet verandert zijn lichaam voor altijd. Voortaan gaat Luffy door het leven als uiterst rekbaar persoon. Na enige schermutselingen maakt het verhaal een sprongetje van een flink aantal jaar. De puber is nu meer dan ooit vastbesloten om de koning der piraten te worden en de 'one piece', een fabelachtige schat, te vinden. Alvorens de ultieme piratendroom te verwezelijken zal hij eerst een bemanning moeten samenstellen...

Vanaf pagina 1 zet Eiichiro Oda de gezellige, avontuurlijke toon. Luffy slaagt er niet in uit de problemen te blijven en met name zijn onverschrokkenheid zorgt voor een aantal gênante, hilarische situaties. Zo krijgt hij heel erg snel ruzie met een van de meest beruchte rovers in de buurt. Na de korte inleiding gaat we vlotjes over naar het eigenlijke avontuur, vooralsnog de zoektocht naar betrouwbare bemanningsleden. Ook hier passeren meteen enkele ludieke figuren de revue. Wat dacht je bijvoorbeeld van de piratenhoofdvrouw Alvida met de ijzeren knuppel!

Dit eerste deel is de start van wat duidelijk een langgerekt avontuur gaat worden. De echte piratenfans moeten we even waarschuwen: hier wordt geen doorsneepiratenwereld neergezet. Het is een combinatie van baseballpetten en sabels. Vergeet dus maar een zoveelste klassieke piratenverhaal, dit is duivels origineel en swingend in de beste mangatraditie. Met Akira Toriyama (Dragon Ball) als grote voorbeeld en het assisteren van Nobuhiro Watsuki aan diens reeks Rurouni Kenshin kon het haast niet anders dan dat Eiichiro Oda een toptitel zou creëren. One Piece is een visitekaartje dat kan tellen. Deel 46 was trouwens de best verkopende manga van 2007 in Japan. Glénat begint netjes met het eerste deel in onze moedertaal.