Een meisje van ongeveer twintig jaar wordt op straat aangetroffen met een eeuwenoud kostbaar zwaard in haar handen waar ze zich heldhaftig mee verdedigt. Aan het zwaard kleeft echter bloed van recente datum. Het meisje is blijkbaar haar geheugen kwijt en wordt opgenomen in de psychiatrie. Het enige spoor om de identiteit van de zonderlinge jonge vrouw te achterhalen, is een kaartje met de naam Mandrill op. Mandrill blijkt een advocaat te zijn. Hij wordt meegesleurd in deze duistere affaire. Temeer wanneer plots een foto opduikt waarop hij staat, samen met enkele anderen die tijdens de Tweede Wereldoorlog niet zuiver op de graat waren. Hij slaagt er in om de hoofddokter van de psychiatrische afdeling (een niet onknappe vrouw) te overtuigen om samen met het meisje dit nieuwe spoor te volgen. |