IN
MEMORIAM: MARTEN TOONDER
— 30 juli 2005 —
© De Stripspeciaalzaak • David Steenhuyse
© afbeeldingen: Marten Toonder
Dit artikel is eigendom van De Stripspeciaalzaak
en mag in geen geval herplaatst of gekopieerd worden zonder voorafgaande
afspraak met de auteur van deze tekst.
> Contact
< |
Woensdagnacht 27
juli 2005 raakte Toonder in een coma om er een paar uur later niet meer
uit te ontwaken. De man haalde de respectabele leeftijd van 93 jaar.
Nederland verliest in één klap zowat één
van hun laatste auteurskanonnen en een laatste verhalenverteller. "De
strip heeft zijn eigen ondergang gegraven. De strip is afgeschaft. De
strip bestaat nu alleen nog uit grapjes. Het vervolgverhaal bestaat
niet meer", verklaarde hij in april 2005 nog in StripNieuws.
In het
nummer 2 van 2005 ging het tijdschrift op bezoek in het Rosa
Spierhuis, een verzorgingshuis dat speciaal is ingericht voor
wetenschappers en kunstenaars op ruste. Hij had er amper ruimte om zijn
vele originele platen onder te brengen. Bij ons weten is het het laatste
gepubliceerde interview met de toen nog krasse grijsaard met brommende
berenstem. Hij leed al jaren zwaar aan een longaandoening. In zijn laatste
dagen brak hij nog zijn rechterarm en moest geopereerd worden.
Een uitgebreid carrièreoverzicht
Op 2 mei 1912 ziet Marten
Toonder het levenslicht in Rotterdam. Als achttienjarige trekt hij met
zijn vader (een zeekapitein) op zeereis en leert in Buenos Aires (Argentinië)
tekenaar Dante Quinterno kennen, een leerling van Walt
Disney, en cartoonist Jim Davis, een ex-medewerker
van Felix the Cat en werkzaam op de studio van Quinterno. Toonders
besluit is gemaakt: hij wordt later striptekenaar! Terug in Nederland
volgt Toonder tekenlessen.
In 1932 maakt hij zijn
eerste stripjes: Tobias, De Avonturen van Bram Ibraham en Uk
en Puk. Zijn carrière start hij echter in 1933
bij uitgeverij en drukkerij Nederlandse Rotogravure Maatschappij
NV in Leiden waar hij zijn eerste stripfeuilletons tekent.
1935 is het jaar waarin
hij trouwt met buurmeisje Afine Kornélie Dick,
zeg maar Phiny Dick. Zij is niet immuun voor de stripmicrobe.
Ze bedenkt later de strip Olle Kapoen, de strippoes Miezelientje
en schrijft teksten voor kapitein Kappie.
1938, het jaar van de lancering
van het stripweekblad Robbedoes, is ook het jaar waarin Toonder
voor zijn nieuwe werkgever, uitgeverij Diana, Tom
Poes creëert. Ook Dom Sombrero staat voor 't eerst
op papier. Deze laatste verschijnt eveneens in Zweden. Tom Poes
is dan al een internationale stripfiguur met publicaties in Argentinië
(zo zag Quinterno misschien nog wel Toonders werk onder ogen) en Tjechoslowakije.
Aanhoudende loonsverminderingen tijdens de crisisjaren doen Toonder
beslissen om voortaan als zelfstandige te werken.
In 1941 is Nederland een
bezet land. De krant De Telegraaf moet de strip Mickey
Mouse laten schieten. Daarom wordt gestart met de publicatie van
het eerste verhaal van Tom Poes, een instantsucces. Pas in
het derde verhaal maakt Heer Ollie B. Bommel zijn intrede als figurant.
Deze heer van stand met tal van kleine zonden en onhebbelijkheden overschaduwt
al vlug de wat kleurloze en saaie Tom Poes. Tom Poes en het Geheim
van de Grot is een probeersel om een tekenfilm te maken van tachtig
minuten. Ondanks de tijd die hij en medewerkers er aan spenderen (zowat
de hele Tweede Wereldoorlog lang) blijft het bij wat afgewerkte losse
stukken en geëxperimenteer met bepaalde technieken.
Juist, naast strips is Toonder begeesterd door de film en tekenfilm.
In 1942 haalt hij met compagnon
Joop Geesink twee vette klanten binnen voor reclamefilms:
de Nederlandse Spoorwegen en Philips.
De samenwerking blijft duren tot 1943.
Kort daarop richt Toonder zijn eigen bedrijf op: de Toonder
Studio's. Dertig jaar later pas wordt de studio ontbonden.
Onder de medewerkers in de loop van de jaren herkennen we de namen van
Dick Matena, Piet Wijn, Tjé
Tjong King, Lo Hartog van Banda, Hans
G. Kresse,... De studio vindt na enkele panden in Amsterdam
onderdak in een kasteel in Nederhorst.
Maar terug naar 1944, het
jaar waarin Toonder De Telegraaf verlaat omdat een SS'er de
nieuwe hoofdredacteur wordt. Toonder laat zich manisch-depressief verklaren
en hoeft niet onder te duiken. Nochtans duikt hij wel in de illegaliteit.
Dankzij een eigen drukkerij (1) is hij bij machte om documenten te vervalsen
(2) en het aanvankelijk illegale blad Metro te drukken (3)
waarvoor hij politieke cartoons tekent. Drie redenen die hem de doodstraf
konden opleveren. Metro verschijnt van november 1944 tot juli
1946.
Na de oorlog in 1945 verschijnt
Tom Poes opnieuw in de krant. 't Is te zeggen: meteen in een
vijftigtal kranten in binnen- en buitenland. In hetzelfde jaar beleven
Kappie en Panda hun eerste avonturen.
In 1947 wordt het Tom
Poes Weekblad boven de doopvont gehouden, maar dat was na verloop
van tijd geen groot succes waarna wordt gestopt met de publicatie ervan.
Koning Hollewijn is een nieuwe creatie. De weekstrip Tom
Poes ziet een tweede leven in Donald Duck en Nieuwe
Revue. De Toonder Studio's zien hun inkomsten stijgen dankzij de
productie van meer en meer tekenfilms.
In 1954 krijgt Toonder
erkenning uit onverwachte hoek. De Maatschappij der Nederlandse
Letterkunde benoemt Toonder tot lid. Vanaf nu wordt zijn werk
als Nederlands cultureel erfgoed aanvaard. De Toonder Studio's dragen
inmiddels negentien verschillende reeksen onder de vleugels.
Na zakelijke problemen en conflicten trekt Toonder zich in 1964
terug uit zijn bedrijf en verhuist naar Greystone in Ierland. Hij werkt
er midden in de natuur verder aan Tom Poes.
Nog meer erkenning in 1982.
Toonder wordt gebombardeerd tot Officier in de Orde van Oranje
Nassau.
Een jongensdroom moest in 1983
in vervulling gaan: de avondvullende Bommel-tekenfilm Als
Je Begrijpt wat Ik Bedoel beleeft zijn première. Toonder
is gematigd tevreden over het resultaat. In een interview voor Stripschrift
bekent Harrie Geelen, een eerder bij het project betrokken
regisseur die na een jaar ontslagen werd, dat het een ontzettend moeizaam
proces in wording was, niet in het minst door de kritische houding van
Toonder. Naar verluidt zou in november 2005 de tekenfilm op dvd verkrijgbaar
zijn.
In 1986 nemen tienduizenden
krantenlezers gelijk met Marten Toonder afscheid van Bommel.
Met Het Einde van Eindeloos en het huwelijk van Bommel met
juffrouw Doddel (net zoals Phiny Dick van Toonder was Doddeltje Bommels
buurvrouw) is een eind gekomen aan 177 dagbladverhalen en 11.678 krantenafleveringen
in 22 talen. Toonder wijdt zich aan zijn driedelige autobiografie waarvan
in 1992 het eerste deel
verschijnt.
In 1990 overlijdt Phiny
Dick. Toonder hertrouwt in 1996
met de componiste Tera de Marez Oyens. Het huwelijk
houdt drie maanden stand. De kersverse mevrouw Toonder overlijdt namelijk
na drie maanden, kort daarop gevolgd door de overlijdens van zijn zoon
Onno en dochter Mary-Lou.
Na 198 verhalen stopt Panda ermee in 1991.
Toonder zou er enkel het eerste jaar actief aan gewerkt hebben. Niettemin
werd het internationaal zijn succesvolste creatie, vooral in de jaren
vijftig. De reeks verscheen in zo'n tachtig kranten over de hele wereld.
In 1992 wordt Toonder onderscheiden
met de Tollensprijs voor zijn verrijking van de Nederlandse
taal. Woorden of begrippen als "minkukel", "denkraam",
"kommer en kwel", "zielknijper", "een heer
van stand", "als je begrijpt wat ik bedoel", "als
ik zo vrij mag zijn", "geld speelt geen rol", "een
eenvoudige doch voedzame maaltijd", enzovoort raakten ingeburgerd
in het gewone leven en de literaire wereld. Verschillende van deze 'Toonderismes'
kregen een verlmelding in het woordenboek.
Uit gezondheidsoverwegingen verhuist hij in 2001
opnieuw naar Nederland. Hij vindt onderdak in het bovenvernoemde Rosa
Spierhuis.
Voor een nog uitvoeriger carrièreoverzicht verwijzen we je graag
door naar deze
site.
Marten Toonder bij de Vlamingen
De jarenlange publicatie van Tom Poes in Het Volk
en Panda in Het Laatste Nieuws indachtig wilden we
even nagaan in welke mate alle Vlaamse kranten stilstonden bij de dood
van Toonder. Op het VRT-journaal en het VTM-nieuws
kwam zijn overlijden behoorlijk uitgebreid aan bod, maar moest het uiteraard
afleggen tegen de headliners op de Nederlandse publieke omroep, de NOS,
en in andere actualiteitenprogramma's zoals NOVA op
Nederland 3.
Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws brachten variaties
op het officiële persbericht. Het Nieuwsblad presteerde
het dan nog om een fout te maken. "Meer dan 30 talen" moet
"22 talen" zijn.
De Gazet van Antwerpen/Het Belang van Limburg schreef ook een
eigen versie naar het officiële persbericht, maar dan wel op een
halve krantenpagina met eigen foto's en een vermelding op de cover.
Jan Bex was wellicht op verlof.
Geen vermelding op de cover van De Standaard, maar wel een
min of meer eigen lezenswaardig stuk van redacteur Jan Debackere.
Tot spijt van wie het benijdt (al trekken wij ons daar geen zak van
aan: wij zijn nog altijd lezers en geen collega's), maar De Morgen
spant de kroon. Naast een coververmelding opent het BIS-katern
met een volle krantenpagina — weliswaar voor de helft in beslag
genomen door een knoert van een foto. Daarop brengt Geert De
Weyer een dot van een artikel. Als enige journalist contacteerde
hij bovendien Toonders goeie vriend en jarenlange medewerker Dick
Matena. De precieze overlijdensomstandigheden, verteld door
Matena, wijken af van het officiële persbericht, maar kloppen wel.
(Bronnen: NOS-journaal, Nederland 1 — NOVA,
Nederland 3, Het Journaal, VRT, Het Nieuws, VTM, Geert De Weyer, De
Morgen — Jan Debackere, De Standaard — Belga/Martine Cuyt,
Gazet van Antwerpen — Het Laatste Nieuws — DM, Het Nieuwsblad
— Walter Dijkshoorn, StripNieuws 2, jaargang 3, april 2005 —
Kees de Bree, Stripschrift 168/169 — Literatuurplein — www.stripnet.nl)
>
DAVID STEENHUYSE — 30 juli 2005 |