Met Vijfduizend Kilometer per Seconde haalt het kersverse Bllaon een prijswinnaar in huis. Het album won dit jaar op het stripfestival van Angoulême de prijs voor het beste album. Wie in is voor een rit door de tijd, van zomerse romantiek tot kille realiteit, is bij Italiaan Manuele Fior aan het goede adres. Hij kwam op bezoek naar Antwerpen om het over zijn album te hebben, over reizen, over invloeden en over zijn vak.

Tekst: David Steenhuyse met grote dank aan Tom Vanhoren
© illustraties: Manuele Fior / Blloan

 
22/09
 
 
Manuele Fior
"
Tekenen is als koken met een kookpot... wat een mooie uitspraak."


Wij vonden uw album het mooiste liefdesverhaal dat uit Italië kwam sinds we de films La Meglio Gioventù en L'Ultime Bacio zagen. En ook uw liefdesverhaal is er een met weerhaken. Is dit typisch Italiaans?

Manuele Fior: (glimlacht al tijdens de vraagstelling ofwel lacht hij ons uit voor het uitspreken van de filmtitels waarvan hij de uitspraak corrigeert) "Hmm, dergelijke liefdesverhalen bedoel je? Ik ben een grote fan van bijvoorbeeld het Italiaanse neorealisme zoals Fellini bijvoorbeeld die er een intimistische kijk op nahoudt, maar die tegelijkertijd een beeld geeft van de maatschappij in die periode.
Het gaat me niet zozeer om het liefdesverhaal, maar ik heb altijd gehouden van de mogelijkheid om beide thema's te kruisen: een universele intimiteit via elementen die daarrond hangen. En dat is misschien een beetje de sterkte van het verhaal om via de personages verschillende generaties aan bod te laten komen, die van jou, die van mij, die van nu, die het gemakkelijk heeft om rond te reizen, om een nieuw leven te leiden in een ander land.
Als je je enkel concentreert op het liefdesverhaal, dan laat je de context vallen en is er het risico om in clichés te vervallen. Maar als je er een kroniek van maakt, dan krijgt het diepte en identificeren lezers zich meer met de personages. Bijvoorbeeld in het geval van La Meglio Gioventù, dat eigenlijk was gemaakt voor de televisie en waarin dus moest geknipt worden voor de bioscoopversie, hebben ze dat goed aangepakt. Het is in feite panoramisch opgevat: je volgt alle personages, je ziet hen verouderen, alles borrelt en pruttelt, je ziet in welke mate hun illusies gebroken worden of die net goed voor hen uitdraaien. Hier ook hetzelfde: via de levens van de personages zie je hoe alles rond hen veranderd op maatschappelijk niveau, waar ook in de film kritiek op wordt geleverd."

Nu u het daarover heeft, denken we aan L'Auberge Espagnol, ook een liefdesverhaal in een specifieke context, maar die het heeft over universele thema's. Kent u deze film?
Manuele Fior: "Ik heb er steeds over horen praten, maar ik heb 'm nog niet gezien. Het gaat over Erasmus-studenten, toch?"

Ja, over een student uit Parijs, denken we, die in Barcelona gaat studeren en er verliefd wordt.
Manuele Fior: "Ja, dat is een vaak voorkomend gegeven bij jongeren van eenzelfde leeftijd. De problematiek komt niet uit situaties om een Erasmus-student te zijn, maar uiteindelijk vanuit een sociale basis die voor confrontaties zorgt."



In uw boek was het voor ons ergens een ontgoocheling dat de liefde niet bestand is tegen ouder worden. Maar eigenlijk is dit net heel realistisch. Komt u daartoe door observaties?

Manuele Fior: "De motivatie om een boek te maken is voor iedereen verschillend. In bepaalde gevallen kan angst een goeie motor zijn voor het verhaal. De angst voor iets dat met jou gebeurt of via andere personages die je fout behandelen. Ik laat hen zaken overkomen die ook goed voor hen kunnen uitvallen. Ik denk dat ik gelukkiger ben dan de personages, op zijn minst. (lacht)"

Het wordt ook verwoord door Hilde terwijl Lucia daar nog moet achter komen.
Manuele Fior: "Ik wilde een verhaal maken dat geworteld is in de realiteit en niet een definitie is van een personage dat wint of verliest. Je hebt geluk of pech. Tijdens een leven win je en verlies je. Ik wilde geen gladde personages, geen personages van plastiek, geen personages die zuiver op de graat zijn. Soms hebben ze moed, soms niet. Soms vertellen ze leugens tegen anderen bijvoorbeeld. In realiteit veranderen ze na die leugens en dat schept voor mij een beetje de diepte van de personages. Ze willen ontsnappen.
In het begin weet je niets over de personages. Je moet hen bepaalde karakteristieken geven die misschien ver van jou liggen. En na verloop van tijd, door de manier waarop ze omgaan met anderen, gebeuren er interessante zaken die hen van die basis doen ontsnappen net zoals de mensen die jij kent, zelfs je vrienden, bijna ook altijd vluchten."

Waarom maakte u van Piero een archeoloog? Om hem te kunnen laten reizen zoals u zelf ook deed?
Manuele Fior: "Dit is een compleet autobiografisch element. De plaatsen die worden bezocht, daar heb ik zelf ook gewerkt. Ik heb vroeger gewerkt met archeologen in Egypte (Fior is architect van opleiding, red.). Het leek me logisch om een archeoloog te gebruiken omdat ik dat beroep en het landschap ook ken. Eerst waren het niet mijn beslissingen, maar je begint altijd wel te praten over zaken en locaties die je vertrouwd zijn in plaats van deze die onbekender zijn. En het kwam ook goed van pas voor de structuur van het verhaal door het beroep dat hem voor langere tijd deed reizen."



Nu we het over de verhaalstructuur hebben, viel het ons op dat de cover heel zomers is met een warme inkleuring. Naarmate het verhaal opschiet wordt de inkleuring donkerder en killer. Stond dit op voorhand vast of komt zoiets gaandeweg het tekenen van het album?

Manuele Fior: "In het begin had ik het idee dat ik voor elk personage een andere kleur zou gebruiken. De inkleuring is voor mij een personage tussen de andere personages. Zelfs als ik er niet aan had gedacht bij het begin, vond ik achteraf in een gedeelte van het verhaal een aanleiding voor een aangepaste inkleuring.
De inkleuring zoals ik die zie voor een stripverhaal draagt bij aan het belang van een personage. Niet zoals een rode trui, maar als een concept dat de sfeer meebepaalt. Het is geen strip waarop het kleurenpalet gelijk is voor elke pagina, de hele strip lang. Dan valt het bij een lezer niet op als er een scène bij zit waarin het koud of warm is."

U beweerde in een interview dat u liever een verhaal probeert te begrijpen met uw lezer in plaats van enkel uw verhaal aan een lezer te vertellen. Welke reacties krijgt u dan van uw lezers?
Manuele Fior: (stilte) "Sterk verschillend. Wat ik in Frankrijk ervaar is als je zin hebt om iets te ontdekken, of om van mening te veranderen tussen het begin en het einde van het verhaal, je gegrepen wordt door de verrassing. En dat is voor mij een goed teken. Daarom vermijd ik het gebruik van stereotypes, waarbij je in het begin al wel door hebt welke richting het uitgaat, om het levendiger te maken. Dat is een belangrijk iets.
Voor mij zijn m'n boeken een experiment. Elk boek is een ander experiment. Het is ook een poging om de realiteit te begrijpen. De realiteit is een hele hoop zaken bij elkaar, maar je kiest er voor een boek datgene uit dat je met chirugische precisie kan ontleden, zoals de gevoelens van een personage... Iets wat je in je dagelijkse leven nooit kan doen. (lacht)"

Dat is net de sterkte van het album: het is dus een experiment voor u en ook voor de lezers... Wie waren uw grafische inspiratiebronnen? Mogen wij bijvoorbeeld Modigliani vernoemen?
Manuele Fior: "Ik kom uit een striptraditie die zo'n beetje de Italiaanse school, vooral gevormd door Lorenzo Mattotti, volgt. Hij begon gebruik te maken van veel elementen, vooral grafisch dan, die niet tot de stripwereld behoren. Er zijn veel referenties naar de schilderkunst, fotografie, naar andere kunsttakken.
Ik heb dus eenzelfde kijk op schilders, dat klopt, als op striptekenaars. Modigliani is er een van, andere schilders hebben me ook beïnvloed. Maar in het bijzonder Modigliani..."


Twee keer Modigliani en in het midden Manuele Fior.


Dat merkten we in de gezichten.

Manuele Fior: "... Magnifiek is hij. Heel fascinerend.
Het maken van een strip is eigenlijk als een potje koken. En er komt veel bij elkaar in de kookpot: verschillende locaties, artisticiteit, je persoonlijke ervaringen... Tekenen is het maken van een synthese op een min of meer persoonlijke manier... Tekenen is als koken met een kookpot... wat een mooie uitspraak. (lacht smakelijk)"

En zijn er auteurs die u hebben beïnvloed voor het schrijven van scenario's?
Manuele Fior: "Wel, voor de vertelling zijn er weinig voorbeelden want ik probeer een benadering te zoeken die weinig geconstrueerd lijkt. Het is niet dat ik eerst alles uitschrijf en daarna analyseer. Soms leiden de tekeningen het verhaal, soms dicteert het verhaal wat er moet getekend worden. Er zijn natuurlijk veel tekenaars die zich laten inspireren door andere vertellingen. Ik denk toch dat ik een goed evenwicht heb gevonden om een verhaal te maken met een meer persoonlijke aanpak.
Er zijn veel thema's die me interesseren, maar de manier om het te construeren is persoonlijk. Ik ken niet veel personen die ook zo werken. Ik ben wel altijd gefascineerd geweest door bijvoorbeeld Mœbius toen hij De Hermetische Garage maakte, improviserend van pagina tot pagina. Dat is heel fascinerend voor mij. De strip is geen luchtige film waar je niet hoeft bij na te denken. Een strip maken is denken en doen tegelijk, of zo zou het toch kunnen zijn. Je hebt er geen structuur voor nodig. Alle soorten experimenten waarbij er wordt geïmproviseerd vind ik erg interessant. Ze geven de ware geest weer van een strip."

Het is géén autobiografisch verhaal, maar het is dus wel geïnspireerd op feiten uit uw leven. Hoe is uw kijk op autobiografische strips?
Manuele Fior: "Ik denk wel dat er in de laatste tien jaar enkele meesterwerken zijn voortgevloeid uit autobiografische strips. Ze hebben het genre compleet heruitgevonden. Ik heb het nu bijvoorbeeld over David B., Frederik Peeters, mensen die echt aan zelfreflectie doen in hun persoonlijke werk zoals Vallende Ziekte en Blauwe Pillen. Daar waag ik me niet aan. De strip die ik momenteel maak, heeft zelfs niets te maken met mijn eigen leven. Dat laat ik liever over aan degenen die daar beter in zijn."

Is Bastien Vivès, met wie u momenteel samenwerkt, een gelijkgestemde ziel?
Manuele Fior: "Er zijn inderdaad bepaalde gelijkenissen. Onze leeftijd, onze smaak voor kleur in In Mijn Ogen waarin de afstand tot de lezer net zoals bij mij heel klein is, minimaal zelfs.
Maar we volgen uiteraard een ander parcours. Bastien kiest dan plots voor het avontuur in Voor het Rijk. Maar er zijn zeker gelijkenissen. Bij hem is het nog persoonlijker terwijl ik het ook wat meer maatschappelijk zie. Zelfs al vind ik In Mijn Ogen heel goed, ik interesseer me toch meer voor de maatschappij."



Kent u trouwens het werk van Vlaming Brecht Evens in wie we een gelijkaardige thematiek zien?

Manuele Fior: "Jaja, zeker. Zijn boek verscheen in het Frans op hetzelfde moment als het mijne. En beide hebben zich grafisch wat afgescheiden van andere strips. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik heb genoten van zijn boek. Hij heeft wel een andere kijk dan ik en het is erg stimulerend. Ik vind de zijne erg cynisch, met dat personage dat overal een winnaar is, die het over erg oppervlakkige en lichte dingen heeft, het is bijna een hallucinatie. Neem nu die scène in de disco, dat is een trip in Wonderland. We houden er een verschillende aanpak op na, maar ik amuseer me graag met verhalen die tegengesteld zijn aan wat ikzelf voel."

U hoort ondertussen tot het lijstje prijswinnaars in Angoulême. Had deze prijs een impact in Italië? Of elders dan enkel in Frankrijk?
Manuele Fior: "In Italië had het een grote, grote impact die ik me niet had kunnen inbeelden. Je moet wel weten dat er in Italië minder aandacht wordt besteed aan strips dan in Frankrijk, of in België. De laatste tien jaar is er maar één verantwoordelijke van één krant in heel Italië die zich met strips bezighoudt. De prijs heeft deuren geopend, heropend eigenlijk. Het heeft me zichtbaarheid opgeleverd die me wat uit het stripgetto heeft gehaald. En dat was heel goed want het kwam onder ogen bij mensen die anders nooit strips lezen of enkel komische strips kennen. Uiteindelijk was dat een positief effect.
In Frankrijk is men er al gewoon aan. De impact is er natuurlijk veel minder. Maar het helpt wel om meer gekend te zijn of veeleer meer gelezen te worden. Het gaf me zeker een boost voor mijn carrière. Maar om dan verder strips te maken, denk ik... hoop ik... nou, 't is nodig om dat uit je hoofd zetten. Die prijs is de smaak van het moment, ook al ben ik er natuurlijk blij mee. (lacht)"

Uw volgende project wordt iets compleet anders: sciencefiction. Kan u daar wat meer over vertellen?
Manuele Fior: "Het is in zwart-wit, sciencefiction en het speelt zich af in Italië. Maar 't is geen sciencefiction in de verre toekomst, het is rond 2050 gesitueerd. Ik vertel eigenlijk op een andere manier over aspecten die bij andere auteurs in het genre, ondanks hun eigen perspectieven en hun eigen standpunten, steeds op hetzelfde neerkomen. Het gaat over aspecten die mij interesseren met een standpunt dat verder in de toekomst ligt zodat ik de nodige afstand kan bewaren om aan te tonen hoe relatief dingen uit onze tijd in vijftig jaar tijd kunnen veranderen. De focus van die zaken blijft banaal, maar daar hou ik van. In het dagelijkse leven leveren de complexe gevoelens van elk van ons speciale effecten op. En hoe al die complexheid speelt met de maatschappij daarrond, daar maak ik het boek over. De hond uitlaten bijvoorbeeld, misschien ziet dat er in de toekomst anders uit."

Interessant. U maakt ons nieuwsgirig om het te lezen. Bedankt voor het gesprek.