|
Met Vijfduizend Kilometer per Seconde
haalt het kersverse Bllaon
een prijswinnaar in huis. Het album won dit
jaar op het stripfestival van Angoulême
de prijs voor het beste album. Wie in is voor
een rit door de tijd, van zomerse romantiek
tot kille realiteit, is bij Italiaan Manuele
Fior aan het goede adres. Hij kwam
op bezoek naar Antwerpen om het over zijn
album te hebben, over reizen, over invloeden
en over zijn vak.
Tekst: David Steenhuyse met grote
dank aan Tom Vanhoren
© illustraties: Manuele Fior / Blloan |
|
|
|
Manuele
Fior
"Tekenen
is als koken met een kookpot... wat een mooie
uitspraak." |
Wij vonden uw album het mooiste liefdesverhaal dat
uit Italië kwam sinds we de films La Meglio
Gioventù en L'Ultime Bacio
zagen. En ook uw liefdesverhaal is er een met weerhaken.
Is dit typisch Italiaans?
Manuele Fior:
(glimlacht al tijdens de vraagstelling ofwel
lacht hij ons uit voor het uitspreken van de filmtitels
waarvan hij de uitspraak corrigeert) "Hmm,
dergelijke liefdesverhalen bedoel je? Ik ben een
grote fan van bijvoorbeeld het Italiaanse neorealisme
zoals Fellini bijvoorbeeld die
er een intimistische kijk op nahoudt, maar die tegelijkertijd
een beeld geeft van de maatschappij in die periode.
Het gaat me niet zozeer om het liefdesverhaal, maar
ik heb altijd gehouden van de mogelijkheid om beide
thema's te kruisen: een universele intimiteit via
elementen die daarrond hangen. En dat is misschien
een beetje de sterkte van het verhaal om via de
personages verschillende generaties aan bod te laten
komen, die van jou, die van mij, die van nu, die
het gemakkelijk heeft om rond te reizen, om een
nieuw leven te leiden in een ander land.
Als je je enkel concentreert op het liefdesverhaal,
dan laat je de context vallen en is er het risico
om in clichés te vervallen. Maar als je er
een kroniek van maakt, dan krijgt het diepte en
identificeren lezers zich meer met de personages.
Bijvoorbeeld in het geval van La Meglio Gioventù,
dat eigenlijk was gemaakt voor de televisie en waarin
dus moest geknipt worden voor de bioscoopversie,
hebben ze dat goed aangepakt. Het is in feite panoramisch
opgevat: je volgt alle personages, je ziet hen verouderen,
alles borrelt en pruttelt, je ziet in welke mate
hun illusies gebroken worden of die net goed voor
hen uitdraaien. Hier ook hetzelfde: via de levens
van de personages zie je hoe alles rond hen veranderd
op maatschappelijk niveau, waar ook in de film kritiek
op wordt geleverd."
Nu u het daarover heeft, denken we aan L'Auberge
Espagnol, ook een liefdesverhaal in een specifieke
context, maar die het heeft over universele thema's.
Kent u deze film?
Manuele Fior:
"Ik heb er steeds over horen praten, maar ik
heb 'm nog niet gezien. Het gaat over Erasmus-studenten,
toch?"
Ja, over een student uit Parijs, denken
we, die in Barcelona gaat studeren en er verliefd
wordt.
Manuele Fior:
"Ja, dat is een vaak voorkomend gegeven bij
jongeren van eenzelfde leeftijd. De problematiek
komt niet uit situaties om een Erasmus-student te
zijn, maar uiteindelijk vanuit een sociale basis
die voor confrontaties zorgt."
In uw boek was het voor ons ergens een ontgoocheling
dat de liefde niet bestand is tegen ouder worden.
Maar eigenlijk is dit net heel realistisch. Komt
u daartoe door observaties?
Manuele Fior:
"De motivatie om een boek te maken is voor
iedereen verschillend. In bepaalde gevallen kan
angst een goeie motor zijn voor het verhaal. De
angst voor iets dat met jou gebeurt of via andere
personages die je fout behandelen. Ik laat hen zaken
overkomen die ook goed voor hen kunnen uitvallen.
Ik denk dat ik gelukkiger ben dan de personages,
op zijn minst. (lacht)"
Het wordt ook verwoord door Hilde terwijl
Lucia daar nog moet achter komen.
Manuele Fior:
"Ik wilde een verhaal maken dat geworteld is
in de realiteit en niet een definitie is van een
personage dat wint of verliest. Je hebt geluk of
pech. Tijdens een leven win je en verlies je. Ik
wilde geen gladde personages, geen personages van
plastiek, geen personages die zuiver op de graat
zijn. Soms hebben ze moed, soms niet. Soms vertellen
ze leugens tegen anderen bijvoorbeeld. In realiteit
veranderen ze na die leugens en dat schept voor
mij een beetje de diepte van de personages. Ze willen
ontsnappen.
In het begin weet je niets over de personages. Je
moet hen bepaalde karakteristieken geven die misschien
ver van jou liggen. En na verloop van tijd, door
de manier waarop ze omgaan met anderen, gebeuren
er interessante zaken die hen van die basis doen
ontsnappen net zoals de mensen die jij kent, zelfs
je vrienden, bijna ook altijd vluchten."
Waarom maakte u van Piero een archeoloog?
Om hem te kunnen laten reizen zoals u zelf ook deed?
Manuele Fior:
"Dit is een compleet autobiografisch element.
De plaatsen die worden bezocht, daar heb ik zelf
ook gewerkt. Ik heb vroeger gewerkt met archeologen
in Egypte (Fior is architect van opleiding,
red.). Het leek me logisch om een archeoloog
te gebruiken omdat ik dat beroep en het landschap
ook ken. Eerst waren het niet mijn beslissingen,
maar je begint altijd wel te praten over zaken en
locaties die je vertrouwd zijn in plaats van deze
die onbekender zijn. En het kwam ook goed van pas
voor de structuur van het verhaal door het beroep
dat hem voor langere tijd deed reizen."
Nu we het over de verhaalstructuur hebben, viel
het ons op dat de cover heel zomers is met een warme
inkleuring. Naarmate het verhaal opschiet wordt
de inkleuring donkerder en killer. Stond dit op
voorhand vast of komt zoiets gaandeweg het tekenen
van het album?
Manuele Fior:
"In het begin had ik het idee dat ik voor elk
personage een andere kleur zou gebruiken. De inkleuring
is voor mij een personage tussen de andere personages.
Zelfs als ik er niet aan had gedacht bij het begin,
vond ik achteraf in een gedeelte van het verhaal
een aanleiding voor een aangepaste inkleuring.
De inkleuring zoals ik die zie voor een stripverhaal
draagt bij aan het belang van een personage. Niet
zoals een rode trui, maar als een concept dat de
sfeer meebepaalt. Het is geen strip waarop het kleurenpalet
gelijk is voor elke pagina, de hele strip lang.
Dan valt het bij een lezer niet op als er een scène
bij zit waarin het koud of warm is."
U beweerde in een interview dat u liever
een verhaal probeert te begrijpen met uw lezer in
plaats van enkel uw verhaal aan een lezer te vertellen.
Welke reacties krijgt u dan van uw lezers?
Manuele Fior:
(stilte) "Sterk verschillend. Wat
ik in Frankrijk ervaar is als je zin hebt om iets
te ontdekken, of om van mening te veranderen tussen
het begin en het einde van het verhaal, je gegrepen
wordt door de verrassing. En dat is voor mij een
goed teken. Daarom vermijd ik het gebruik van stereotypes,
waarbij je in het begin al wel door hebt welke richting
het uitgaat, om het levendiger te maken. Dat is
een belangrijk iets.
Voor mij zijn m'n boeken een experiment. Elk boek
is een ander experiment. Het is ook een poging om
de realiteit te begrijpen. De realiteit is een hele
hoop zaken bij elkaar, maar je kiest er voor een
boek datgene uit dat je met chirugische precisie
kan ontleden, zoals de gevoelens van een personage...
Iets wat je in je dagelijkse leven nooit kan doen.
(lacht)"
Dat is net de sterkte van het album: het
is dus een experiment voor u en ook voor de lezers...
Wie waren uw grafische inspiratiebronnen? Mogen
wij bijvoorbeeld Modigliani vernoemen?
Manuele Fior:
"Ik kom uit een striptraditie die zo'n beetje
de Italiaanse school, vooral gevormd door Lorenzo
Mattotti, volgt. Hij begon gebruik te maken
van veel elementen, vooral grafisch dan, die niet
tot de stripwereld behoren. Er zijn veel referenties
naar de schilderkunst, fotografie, naar andere kunsttakken.
Ik heb dus eenzelfde kijk op schilders, dat klopt,
als op striptekenaars. Modigliani is er een van,
andere schilders hebben me ook beïnvloed. Maar
in het bijzonder Modigliani..."
Twee keer Modigliani en in het midden Manuele Fior.
Dat merkten we in de gezichten.
Manuele Fior:
"... Magnifiek is hij. Heel fascinerend.
Het maken van een strip is eigenlijk als een potje
koken. En er komt veel bij elkaar in de kookpot:
verschillende locaties, artisticiteit, je persoonlijke
ervaringen... Tekenen is het maken van een synthese
op een min of meer persoonlijke manier... Tekenen
is als koken met een kookpot... wat een mooie uitspraak.
(lacht smakelijk)"
En zijn er auteurs die u hebben beïnvloed
voor het schrijven van scenario's?
Manuele Fior:
"Wel, voor de vertelling zijn er weinig voorbeelden
want ik probeer een benadering te zoeken die weinig
geconstrueerd lijkt. Het is niet dat ik eerst alles
uitschrijf en daarna analyseer. Soms leiden de tekeningen
het verhaal, soms dicteert het verhaal wat er moet
getekend worden. Er zijn natuurlijk veel tekenaars
die zich laten inspireren door andere vertellingen.
Ik denk toch dat ik een goed evenwicht heb gevonden
om een verhaal te maken met een meer persoonlijke
aanpak.
Er zijn veel thema's die me interesseren, maar de
manier om het te construeren is persoonlijk. Ik
ken niet veel personen die ook zo werken. Ik ben
wel altijd gefascineerd geweest door bijvoorbeeld
Mœbius toen hij De Hermetische
Garage maakte, improviserend van pagina tot
pagina. Dat is heel fascinerend voor mij. De strip
is geen luchtige film waar je niet hoeft bij na
te denken. Een strip maken is denken en doen tegelijk,
of zo zou het toch kunnen zijn. Je hebt er geen
structuur voor nodig. Alle soorten experimenten
waarbij er wordt geïmproviseerd vind ik erg
interessant. Ze geven de ware geest weer van een
strip."
Het is géén autobiografisch
verhaal, maar het is dus wel geïnspireerd op
feiten uit uw leven. Hoe is uw kijk op autobiografische
strips?
Manuele Fior:
"Ik denk wel dat er in de laatste tien jaar
enkele meesterwerken zijn voortgevloeid uit autobiografische
strips. Ze hebben het genre compleet heruitgevonden.
Ik heb het nu bijvoorbeeld over David B.,
Frederik Peeters, mensen die echt
aan zelfreflectie doen in hun persoonlijke werk
zoals Vallende Ziekte en Blauwe Pillen.
Daar waag ik me niet aan. De strip die ik momenteel
maak, heeft zelfs niets te maken met mijn eigen
leven. Dat laat ik liever over aan degenen die daar
beter in zijn."
Is Bastien Vivès, met wie u momenteel
samenwerkt, een gelijkgestemde ziel?
Manuele Fior:
"Er zijn inderdaad bepaalde gelijkenissen.
Onze leeftijd, onze smaak voor kleur in In Mijn
Ogen waarin de afstand tot de lezer net zoals
bij mij heel klein is, minimaal zelfs.
Maar we volgen uiteraard een ander parcours. Bastien
kiest dan plots voor het avontuur in Voor het
Rijk. Maar er zijn zeker gelijkenissen. Bij
hem is het nog persoonlijker terwijl ik het ook
wat meer maatschappelijk zie. Zelfs al vind ik In
Mijn Ogen heel goed, ik interesseer me toch
meer voor de maatschappij."
Kent u trouwens het werk van Vlaming Brecht Evens
in wie we een gelijkaardige thematiek zien?
Manuele Fior:
"Jaja, zeker. Zijn boek verscheen in het Frans
op hetzelfde moment als het mijne. En beide hebben
zich grafisch wat afgescheiden van andere strips.
Ik kan niet anders zeggen dan dat ik heb genoten
van zijn boek. Hij heeft wel een andere kijk dan
ik en het is erg stimulerend. Ik vind de zijne erg
cynisch, met dat personage dat overal een winnaar
is, die het over erg oppervlakkige en lichte dingen
heeft, het is bijna een hallucinatie. Neem nu die
scène in de disco, dat is een trip in Wonderland.
We houden er een verschillende aanpak op na, maar
ik amuseer me graag met verhalen die tegengesteld
zijn aan wat ikzelf voel."
U hoort ondertussen tot het lijstje prijswinnaars
in Angoulême. Had deze prijs een impact in
Italië? Of elders dan enkel in Frankrijk?
Manuele Fior:
"In Italië had het een grote, grote impact
die ik me niet had kunnen inbeelden. Je moet wel
weten dat er in Italië minder aandacht wordt
besteed aan strips dan in Frankrijk, of in België.
De laatste tien jaar is er maar één
verantwoordelijke van één krant in
heel Italië die zich met strips bezighoudt.
De prijs heeft deuren geopend, heropend
eigenlijk. Het heeft me zichtbaarheid opgeleverd
die me wat uit het stripgetto heeft gehaald. En
dat was heel goed want het kwam onder ogen bij mensen
die anders nooit strips lezen of enkel komische
strips kennen. Uiteindelijk was dat een positief
effect.
In Frankrijk is men er al gewoon aan. De impact
is er natuurlijk veel minder. Maar het helpt wel
om meer gekend te zijn of veeleer meer gelezen te
worden. Het gaf me zeker een boost voor mijn carrière.
Maar om dan verder strips te maken, denk ik... hoop
ik... nou, 't is nodig om dat uit je hoofd zetten.
Die prijs is de smaak van het moment, ook al ben
ik er natuurlijk blij mee. (lacht)"
Uw volgende project wordt iets compleet
anders: sciencefiction. Kan u daar wat meer over
vertellen?
Manuele Fior:
"Het is in zwart-wit, sciencefiction en het
speelt zich af in Italië. Maar 't is geen sciencefiction
in de verre toekomst, het is rond 2050 gesitueerd.
Ik vertel eigenlijk op een andere manier over aspecten
die bij andere auteurs in het genre, ondanks hun
eigen perspectieven en hun eigen standpunten, steeds
op hetzelfde neerkomen. Het gaat over aspecten die
mij interesseren met een standpunt dat verder in
de toekomst ligt zodat ik de nodige afstand kan
bewaren om aan te tonen hoe relatief dingen uit
onze tijd in vijftig jaar tijd kunnen veranderen.
De focus van die zaken blijft banaal, maar daar
hou ik van. In het dagelijkse leven leveren de complexe
gevoelens van elk van ons speciale effecten op.
En hoe al die complexheid speelt met de maatschappij
daarrond, daar maak ik het boek over. De hond uitlaten
bijvoorbeeld, misschien ziet dat er in de toekomst
anders uit."
Interessant. U maakt ons nieuwsgirig om
het te lezen. Bedankt voor het gesprek.
|
|