COMMENTAARINTERVIEW met
CHRISTOPHE ARLESTON & DANY
— 26 september 2009 —

© De Stripspeciaalzaak • Wouter Porteman & David Steenhuyse
— foto's: Raymond Lagae
© afbeeldingen: Maurice Tillieux, Dupuis - Kiko, Dupuis - Albert Uderzo + René Goscinny, Les Éditions Albert René - Alain Dodier + Serge Le Tendre/Makyo, Dupuis - Karel Biddeloo/Willy Vandersteen, Standaard Uitgeverij - Hal Foster, Silvester - Régis Loisel + Serge Le Tendre, Dargaud - Akira Toriyama, Glénat - Jacques Tardi + Jean-Claude Forest, Casterman
Dit interview is eigendom van De Stripspeciaalzaak en mag in geen geval herplaatst of gekopieerd worden zonder voorafgaande afspraak met de auteur van deze tekst.
> Contact <

Bizar. Zo kon je het openingsfeestje voor de geslaagde en inmiddels afgelopen overzichtstentoonstelling van De Werelden van Troy in het Belgisch Stripcentrum wel noemen. Bizar vanwege het feit dat er nauwelijks Nederlandstalige persmuskieten aanwezig waren. Nochtans zijn er van de Nederlandstalige Arleston-uitgaves meer dan één miljoen albums verkocht in de lage landen. Wij hebben er niet lang om getreurd en de veelvuldig gesolliciteerde Arleston ontvoerd naar een tafeltje, goed verborgen tussen de vaste platencollectie van het stripmuseum. De ideale plaats om hem aan de tand te voelen met een mengeling van weldoordachte hersenspinsels en een selectie van onze beste Dag Allemaal-vragen. Het gelukzalige toeval wil dat Dany, van wie ook een tweeluik zal verschijnen in de nieuwe spin-off Legenden van Troy, ons geregeld kwam vervoegen of Arleston kwam aflossen toen een korte rookpauze hem riep. In de schaduw van de levensgrote Hebus, legden wij onze platen voor aan deze twee iconen van de stripwereld.


"Later als ik groot ben, zal ik dat wel kunnen" — Arleston

Vooraleer het plateninterview echt van start gaat, verontschuldigt Dany zich voor zijn onkunde van de Nederlandse taal met een grapje: "Iemand die drie talen spreekt, noemt men drietalig. Iemand die twee talen spreekt, noemt men tweetalig. Maar iemand die één taal spreekt, noemt men een Waal." Het is 'm vergeven. Op de foto's hierboven poseert hij bij een originele plaat van hem uit zijn eerste Legenden van Troy-album. Op de wereldbol van Troy wijst hij waar het verhaal zich precies afspeelt. Op het kantoor van Arleston hangt achter hem een grote kaart van Troy. Hij hoeft er nog maar zijn oog op te laten vallen om een verhaal te verzinnen op een locatie die hij op dat moment bekijkt.


STRIPPLAAT 1:
Guus Slim 4: De Verdronken Wagen
(Maurice Tillieux)

Voila, dat is hier onze wilde platenselectie. Aan u de keuze.

Dany: "Ik ken eigenlijk al die tekenaars die je me toont. Uderzo doet me blozen omdat hij me steevast zijn vriend noemt. Voor mij blijft hij een onaantastbaar idool. Tillieux heb ik verschillende keren ontmoet en ondanks de generatiekloof die er wel was, hebben we ons altijd een breuk gelachen. Loisel is een vriend. Dodier ken ik niet zo goed, maar ik apprecieer hem enorm,...
Arleston: "Goh, ik zou ze wel allemaal willen bespreken, maar ik zou toch graag beginnen met een van de stichters van het moderne beeldverhaal, Maurice Tillieux. Voor mij is hij enorm belangrijk geweest want hij belichaamde de perfecte synthese van Robbedoes en Kuifje, de twee belangrijkste Belgische tekenstromingen. Hij was bovendien ook nog eens een geweldig goede scenarist én een fantastische verteller. Tillieux kon immers als een van de weinigen een pakkend verhaal vertellen en dit op de koop toe nog eens humoristisch in scène zetten. Ook vandaag is zijn vlotte leesstijl ongelofelijk modern. Eigenlijk heeft Lanfeust niets te maken met een Guus Slim, maar toch bouw ik de kaderindeling en de dialogen nog steeds op in de stijl van Tillieux."

Herleest u ook vandaag nog zijn verhalen?
Arleston: "Absoluut, maar dan wel puur voor mijn plezier. Deze namiddag (dit interview vond plaats in juni, red.) nog heb ik die nieuwe integrale van Guus Slim gekocht. Vooreerst is het een prachtige uitgave maar — veel belangrijker — er stonden nog enkele tekeningen in die ik nog niet kende uit de individuele albums. Goh, Ik ben gewoon gek van Tillieux."
Dany: "Ik ben zo blij dat Dupuis Guus Slim uit het vagevuur heeft gehaald met die prachtige bundelingen. Eindelijk! Franquin, Jijé, Uderzo,... dat zijn de grote, maar de stripreeks waarmee ik het meest mee heb gelachen en die me het nauwst aan het hart ligt, is ongetwijfeld die Guus Slim. Dat is echt mijn troetelkind. Toen ik begon bij Greg — ik was toen amper twintig — wou ik gewoon Guus Slim zijn."

In een oud magazine van Sabena, onze voormalige luchtvaartmaatschappij, stond dat het de bedoeling was dat u de reeks Guus Slim zou verder tekenen.
Dany: "Tiens, ik herinner me dat niet. Misschien een plaat of zo? Was het voor de herneming? Nee, dat kan niet. Die informatie die je hebt, is niet correct."

Is er eigenlijk een serie die u wel wil hernemen, als u de tijd zou hebben?
Dany: "Eigenlijk doe ik dat niet of niet meer. Ik heb het een keer gedaan met Bernard Prince. Hermann, die in dezelfde studio (bij Greg, red.) als ik zat, had er geen zin meer in en Greg zat met de handen in het haar. Ik liep toen nog rond met een labeltje rond mijn nek, met daarop "Vriendelijke tekenaar. Staat open voor alles". Weet je, heel mijn leven heb ik van alles gedaan: realistisch, humoristisch, aangebrand en nu ook fantasy met Arleston,... Ik doe alles. Soit, Greg vroeg aan me of ik het wou doen en ik zei ja, maar dat was een dikke misrekening. Ten eerste, wie herneemt er nu een serie na de beroemde Hermann? Natuurlijk zijn je tekeningen niet van datzelfde, immens hoge niveau. Ten tweede was het scenario van Greg, die al wat op zijn retour was, verre van het beste wat hij geschreven had. Ik heb er twee gedaan maar toen wou ik echt een serie die op zijn eigen benen stond."

Equator?
Dany: "Inderdaad."

Een tafel vol platen ontmoedigt Arleston (links) en Dany (rechts) allerminst.

Terug naar Tillieux. Uw eerste Roze Bottel-verhalen waren toch duidelijk door hem geïnspireerd. Die gekromde wagens, bijvoorbeeld.
Dany: "Dat kan ik niet wegsteken. Hij was tenslotte mijn idool. Toen ik hem ontmoette, stond mijn wereld echt stil... Guus Slim is en blijft een onvervalst meesterwerk."

Meneer Arleston, hebt u hem ooit ontmoet?
Arleston: "Neen, maar de persoon die me wegwijs gemaakt heeft in de strips was François Walthéry (Natasja, Ouwe Blauwe,...), die zelf een bewonderaar was van Tillieux. Van hem heb ik geleerd waarom Tillieux zo'n geweldige dialogenschrijver was. Guus Slim en ook wel Felix waren klassieke heldenstrips en deze werden in die tijd niet gecensureerd. Robbedoes bijvoorbeeld was heel braaf en lief maar de echte heldenstrips zoals Guus Slim waren eigenlijk heel heftig. Het waren echte flikkenalbums vol geweld en bloed. Oké, er was wel geen seks te bespeuren maar die loerde wel om het hoekje."

In Guus Slim had je toen al de uitgebalanceerde karakters van de grapjas, de onhandige politieman, enzovoort. Hebt u uw karakters gemodelleerd naar deze van Tillieux?
Arleston: "Ongetwijfeld. Als je bij de hond slaapt, vang je zijn vlooien! Ik heb wel nooit doelbewust dezelfde karakters gebruikt, laat staan dat ik ze geanalyseerd hebt. Maar ja, je blijft je jeugdinvloeden altijd met je meedragen. Ik zie dat je ook een pagina uit Asterix hebt meegebracht. Wel, als je eenmaal weet dat Obelix in de ketel met toverdrank is gevallen, dan kan je de rest er zo bij fantaseren. Daar hoef je geen zware karakterstudie voor te maken."


STRIPPLAAT 2:
Foufi 1: Het Toverkastje
(Kiko)

Arleston: "Hé, ik zie net dat je ook Foufi hebt meegebracht! Toen ik nog een kleine jongen was en nog in Madagascar woonde, heb ik dat eens toevallig in mijn pollen gekregen en ik was er direct wild van. De andere strip die ik daar toen heb leren kennen was vreemd genoeg Prins Vaillant. Samen met Asterix waren dit de drie strips die mijn kindertijd bepaald hebben, en waarbij ik kon wegdromen. Ik heb Roger (Camille, beter bekend onder zijn pseudoniem Kiko, red.) ooit eens ontmoet in Brussel. Heel tof! Voor mij was hij de man die tekeningen tot leven kon brengen, boordevol grappige details."

Een beetje zoals Franquin dus?
Arleston: "Ja, maar ook niet weer helemaal. Kiko was heel goed om plaatsen vol mensen in beeld te brengen. Kijk, als ik een heroïc fantasy schrijf heb ik weinig zin om me te beperken tot een kasteel met wat ridders en een tovenaar. Geef mij maar dorpjes, marktjes, donkere steegjes, louche kroegen,... kortom, plaatsen waar er veel volk aanwezig is. Ook bij Fifo is een marktplein echt een plaats waar het volk door elkaar krioelt en waar iedere aanwezige er zijn eigen ding doet zoals de theedrager of de handelaar in olijven. Net deze figuren geven geloofwaardigheid aan je fantasie. Neem nu de wereld van Lanfeust. Dit is echt een bizarre wereld, maar de mensen leven er wel zoals wij. Ook zij kopen groenten en fruit op de markt en gaan een pint pakken op café. Doordat deze basisbehoeften zo herkenbaar zijn, geloven de mensen je en geraak je met veel weg. En dat allemaal dankzij Foufi."
Dany: "Ik heb Foufi altijd een supersympathieke reeks gevonden. Vreemd genoeg was die eigenlijk nooit echt populair. Met zijn enorm talent heeft Kiko de wereld van Duizend-en-Een Nacht helemaal naar zijn hand gezet. Bovendien was hij echt een charmante man. Jammer genoeg heb ik hem maar twee of drie keer ontmoet. Ik hoop echt dat Kiko, net zoals Tillieux, weer wordt ontdekt. Guus Slim is lange tijd echt vergeten geweest. Ongelofelijk, maar ja, voor de jongere stripliefhebbers zijn de oudere idolen al de veertigers: Crisse, Trondheim,... Als je aan hen vraagt wie Franquin is, kunnen ze zich hoogstens iets vaags van Guust Flater herinneren. De stamvader van de strip, Jijé, is bijvoorbeeld al helemaal vergeten! Maar goed, we hadden het over de zwaar onderschatte Kiko..."

Ondertussen zijn de twee meer dan enkel collega's.

De hele sfeer van Foufi doet ons een beetje terugverlangen naar Tandori (waarvan drie albums verschenen bij Lombard, in het Frans herdrukt bij Arlestons huidige uitgever Soleil)...
Arleston: "Inderdaad. Tandori leunde grafisch heel sterk aan bij de marktjes van Foufi."

Komt Tandori ooit nog terug?
Arleston: "Ook de heruitgave bij Soleil werd niet opgepikt door de striplezers. Tja, dan is het verhaal over zeker?"

Bizar, je zou toch denken dat met uw naam op de cover, elke strip een geheid verkoopsucces wordt?
Arleston: "Dat is net het mooie van de stripwereld. De scenarist is geen garantie voor succes, wel de stripheld! Lanfeust is de echte ster, Arleston niet. Ik kan morgen meteen een strip uitbrengen met mijn naam erop die tweeduizend stuks verkoopt. Een echte held verkoopt gemakkelijk vijfhonderdduizend albums! Men koopt een album omdat men de namen Lanfeust, Troy, Ythaq, Opaal,... herkent, en niet de mijne. Ik vind dit wel een gezonde situatie. Het zorgt dat je de wereld niet met oogkleppen bekijkt."

Bekruipt u dan nooit de zin om een scenario op de wereld los te laten onder een pseudoniem?
Arleston: "Ja natuurlijk, heel vaak zelfs. Ik heb het nog niet gedaan, maar ik zou dit wel eens kunnen doen. (lacht hardop) Jammer genoeg zijn mijn uitgevers hiervoor niet te vinden."


STRIPPLAAT 3:
Asterix 5: Asterix en de Ronde van Gallia
(Albert Uderzo + René Goscinny)

Arleston: "Over Uderzo ga ik het niet hebben. Over zijn genie is al genoeg gezegd en geschreven."
Dany: "Men praat vandaag veel over de problemen die hij heeft met zijn dochter, maar men vergeet wat voor buitengewone mens en tekenaar Uderzo wel is. Uderzo heeft tal van tekenaars beïnvloed. Ik heb nog nooit een auteur gezien die zo bewegingen kan tekenen als hij. Om het even welke tekening je van hem bekijkt: altijd heeft die een correcte gelaatsuitdrukking én een fantastische motoriek. Hij brengt echt zijn personages tot leven. Hoedje af voor zijn talent en ook voor zijn invloed op de strip. Veel mensen denken dat vooral Goscinny Asterix belichaamt, maar Uderzo is minstens even schatplichtig aan het succes. Het waren twee boezemvrienden. Ze vormden de mooiste én efficiëntste tandem van de hele stripgeschiedenis. Uderzo was op zijn domein minstens evenveel waard als Goscinny. Vergeet dit niet!"

Moet men Asterix nog verder zetten?
Dany: "Ik weet het niet en het is gelukkig ook niet aan mij om dit te beslissen. Persoonlijk ben ik wel geen fan van hernemingen of verderzettingen. Als een tekenaar om welke reden dan ook zijn pen overdraagt, stop ik gewoon met die serie verder te lezen. Ik beoordeel daarmee niet de nieuwe tekenaars, maar wel de uitgeverspolitiek. Dus als Uderzo er mee zou stoppen en de serie wordt voortgezet, zou het mij heel sterk verwonderen dat ik dat album nog zou lezen. Het interesseert me gewoon niet meer. Toen Franquin stopte met Robbedoes — ik weet ook wel dat hij die serie niet heeft gecreëerd — heb ik nooit meer een regulier Robbedoes-album gelezen. Ik heb nochtans een boontje voor Tome en Janry. Ook wat Yann gerealiseerd heeft met Schwartz, was echt opmerkelijk goed, maar het is niet mijn ding."

Meneer Arleston, hebt u geen zin om in de voetsporen van Goscinny te treden? Uderzo zoekt nog een scenarist.
Arleston: "Dat is niet zo eenvoudig. Een Asterix-scenario schrijven zou me veel genoegdoening geven, maar ik heb nog te veel werk op de plank liggen. Aan de andere kant ken ik heel goed Albert Uderzo... Helaas is de familiale situatie met de hele erfeniskwestie er momenteel zo complex dat ik geen zin heb me ermee te bemoeien. Maar ja, ik zou het wel heel, héél graag doen hoewel ik me ook weer niet wil opdringen. Ik heb eigenlijk teveel respect voor Uderzo. Enerzijds is dat een professioneel respect want Albert is gewoonweg een genie, anderzijds is er ook het menselijk respect. Uderzo is een enorm fijne makker, maar wat hem nu overkomt... Het is niet gemakkelijk om als vader te moeten vechten tegen je dochter."

Heeft Uderzo eigenlijk al albums van Lanfeust gelezen?
Arleston: "Hij zei me dat hij Trollen van Troy heeft gelezen en dat hij die heel goed vond. Maar eerlijk, ik verdenk hem ervan dat hij dat zegt om me een plezier te doen. (lacht) Wat wil je, hij is van een andere generatie. Op zijn leeftijd — hij moet nu al 83 of 84 zijn (Uderzo is geboren op 25 april 1927, red.) — zitten er in mijn strips ongetwijfeld een heel pak zaken die hem zullen choqueren. Logisch toch?"

Leest u eigenlijk nog veel strips?

Arleston: "Nee, niet zo veel. Als ik eens een strip lees, is het zeker niet beroepsmatig. Het zijn eerder reeksen die ik al ken en nog blijf volgen zoals een Theodoor Cleysters, Jerome K. Jerome Bloks,..."


STRIPPLAAT 4:
Jerome K. Jerome Bloks 1: De Dodende Schaduw
(Alain Dodier + Serge Le Tendre/Makyo)

Arleston: "Jerome K. Jerome Bloks is echt het summum van de moderne strip. Dat is nu al twintig jaar dat ik er gek van ben. Ik houd van de sfeer, de humor, de dialogen,..."

Men zou haast zeggen dat u wat jaloers bent?
Arleston: "Ik zou dit zo graag schrijven, maar ik kan dit niet. Laat mij maar gewoon fan zijn. In Jerome K. Jerome Bloks zit er een fantastisch evenwicht tussen lijnvoering en helderheid. En vooral, al zijn verhalen graven zo diep in de menselijke ziel. Pure intelligentie! Als je dit vergelijkt met de zogenaamde intellectuele avantgardestrips waar men aan menselijke navelstaarderij doet (het botste eens ferm tussen Arleston en Jean-Christophe Menu, de uitgever van L'Association, die albums uitgaf van Trondheim, Sfar, Satrapi, David B.,... red.), dan voel je onmiddellijk dat Jerome pas echt doorleefd is. Doordat Dodier dit nog eens in een klassiek kader giet, kerft hij zo veel dieper dan die zogezegd moderne psychologische strips."
Dany: "Dodier heeft het genre echt vernieuwd. Hij heeft een personage gecreëerd dat mijlenver afstaat van de klassieke detectives uit de Roman Noirs. In plaats van met een Porsche rijdt Jerome K. Jerome Bloks met een Solex. Het is geen held zoals wij ze verwachten, maar wat is dit slim en doordacht gemaakt."

Oorspronkelijk was Jerome K. Jerome van opzet toch een gewone detectivestrip.
Arleston: "Ja, maar dat dwepen met die Amerikaanse polars was enkel in het prille begin. Al snel vond hij zijn eigen gevoelige stijl. Het is ook een typisch Europese strip met zijn eigen ritme. Helemaal niet zo hectisch als die Amerikaanse toestanden. Mocht Maurice Tillieux nog geleefd hebben, zou hij deze strip ook geweldig gevonden hebben en waarschijnlijk ook in die richting zijn geëvolueerd."

Mmm, Jerome K. Jerome Bloks is eigenlijk heel sterk geïnspireerd op de vertelstijl van de klassieke manga's. Elke tijdseenheid, elke seconde, is een kadertje waard. Alleen zijn dat bij Jerome geen ontploffingen, maar een slungelige jongeman die zijn koffie opdrinkt in een bistro terwijl hij de straat observeert.
Arleston: "Absoluut! De vertelstijl lijkt heel sterk op die van een manga. Dodiers tijdseenheden zijn ongelofelijk kort en modern. En mede daarom is hij een van de grote stripauteurs van vandaag."


STRIPPLAAT 5 & 6:
De Rode Ridder 41: De Laatste Droom
(Karel Biddeloo/Willy Vandersteen)

Prins Valiant 1: Jaargang 1937 - 1938
(Hal Foster)


Arleston:
"Wat is dat voor iets?"
Dany: "Dat is waarschijnlijk iets Vlaams, niet?"

Inderdaad, dit is De Rode Ridder, een beetje het Vlaamse alternatief van Prins Vaillant. We hebben deze plaat onder andere gekozen omwille van de mythe van Koning Arthur.

Arleston: "Ik heb dit nooit gelezen, dus ik kan er niet echt over oordelen. Hoe dan ook komt de tekenstijl op mij echt te ouderwets, te rauw en te star over. Foster daarentegen is ook na zoveel decennia nog zoveel frisser dan dit hier."
(laat zijn oog vallen op de plaat van Prins Valiant) "Kijk eens hoe mooi dat is. En dat veroudert dus niet. Ik heb Prins Valiant getoond aan Pellet, de tekenaar van Opaal, om 'm duidelijk te maken welke richting ik uit wilde. Zijn realisme refereert naar de tekeningen van Hal Foster."
Dany: "Ja, Prins Valiant is een echte klassieker. Het is totaal verouderd, maar als je er even je tijd voor neemt, zie je dat dit prima getekend is, levendig en sprankelend. Alleen..., met die tekst onder de tekeningen ziet dit er natuurlijk wel heel oud uit."
(na een pauze) Die tekenaar van De Rode Ridder, is hij niet overleden? Ja, Biddeloo! Dat was echt een charmante man en hij was altijd samen met een dame met wonderschone, welgevormde... 'ogen'." (lacht)

Deze plaat is wel niet van hem, maar van Vandersteen (fout van ons want Biddeloo werkte al vanaf De Rode Ridder deel 39 mee aan de uitwerking van de tekeningen).
Dany: "Je ziet wel dat dit niet van een prutser is. Die pagina is topzwaar en gedetailleerd, maar dat is net het fijne van strips. Strips overkoepelen alle stijlen en genres, van realistisch tot dwaas. Je kan er echt alle kanten mee uit. L'Association-tekenaars kunnen broederlijk samenleven met Uderzo. Strips zijn de ultieme diversificatie! Terwijl de televisie en de cinema ten onder gaat aan de financieel risicoloze formats kan men met strips alle kanten uit. In Frankrijk zijn er vorig jaar vierduizend titels verschenen. Je hebt van alles wat. Toegegeven, een XIII of Largo Winch kaapt het leeuwenaandeel van de taart weg, maar daarom zijn al die andere strips nog geen na-aperij van die kassuccessen."


STRIPPLAAT 7:
Op Zoek naar de Tijdvogel 3: De Jager
(Régis Loisel + Serge Le Tendre)

Dany: "Ik zie hier ook een Loisel liggen. Loisel is buitengewoon effectief. Hij benut zijn natuurlijk talent uitstekend. Elk kadertje staat bij hem in functie van zijn verhaal dat hij uitstekend kan vertellen. Nooit zul je bij hem een tekening omwille van de tekening zien. Volgende!"


STRIPPLAAT 8:
Dragonball - Ultimate Edition 02
(Akira Toriyama)

Dany: "Ik heb helemaal niets tegen manga. Ik krijg het dan ook van die protectionisten die zeggen dat we de verspreiding van de manga moeten tegenhouden. Je mag niet alles over dezelfde kam scheren. Er zitten meesterwerken tussen, maar ook de grootste brol. Het is precies zoals met de Europese strip. Dat is hier zeker het bekende 'Carambolle', niet?"

(onderdrukt een lach) Dragonball.
Dany:
"Ach, je ziet het. Ik ben geen mangafan. Ik houd meer van de wat Europees aanvoelende manga zoals Taniguchi (van het tweeluik Herinneringen en one-shots als Een Dierentuin in de Winter, red.). Maar wat wel echt interessant is, is hun adaptatie van onze decoupage, de kadreringen en de invalshoeken. Dus de mangaka (auteurs van manga's, red.) kennen zeer goed onze strips, maar wij moeten hun strips nu bestuderen. Pas dan, als het stof wat is gaan liggen, kunnen we die twee totaal verschillende werelden leren kennen en appreciëren. Je moet echt verder kijken dan die vierkante koppen met schoteloogjes. Manga's barsten van energie. Alors le manga, ce n'est pas du kaka."


En weg was Dany en daar was Arleston, die zich eventjes terugtrok om een sigaretje te roken, terug.


STRIPPLAAT 9:
Het Besloten Land
(Jacques Tardi + Jean-Claude Forest)

Arleston:
"Allez, nog eentje... Het Besloten Land is natuurlijk een klassieker waarin je Tardi zich ziet aanpassen aan het wonderlijke scenario van Jean-Claude Forest. Het is een echte pareltje van de stripcultuur waarin je meegezogen wordt in een surrealistische wereld die je tegelijk verrast en doodsbang maakt. Ik was zeventien of achttien jaar toen ik dit album las en ik was gefascineerd door het feit dat men het recht had zoiets te doen met het medium strip. Niet veel later ontdekte ik de andere Wordt Vervolgd-albums van bijvoorbeeld Hugo Pratt. Ook hij speelde met die herwonnen vrijheid."

En waarom besluit u dan om klassieke strips te maken?
Arleston:
"Ik hou wel van zulke verhalen, maar nogmaals: ik kan ze niet maken. Ik blijf me wel voorspiegelen dat ik later, als ik groter ben, dat wel zal kunnen. Ik ben nu nog maar 45 jaar en nog ver van volwassen. (lacht) Ik zie de laatste tijd heel veel slechte imitaties van die al of niet autobiografische, surreële strips, maar ik vind die zo goedkoop op alle vlakken. Ik zou beschaamd zijn om zoiets uit te brengen. Het is misschien laf van mij om eens niet alles overboord te gooien en ervoor te gaan maar op een zeker moment moet je wel weten van jezelf wat je wel of niet kan. Ik? Ik kan de mensen amuseren, maar dit... Ik probeer het wel, maar als ik dan mijn schrijfsels herlees, kieper ik ze direct in de vuilbak."

Tekent u eigenlijk zelf ook?
Arleston:
"Ik heb nog getekend in mijn tienerjaren, maar ik ben er mee gestopt. Ik zou wel een degelijke tekenaar kunnen worden, maar dan eerder zo'n brave tist zoals er vandaag de dag veel te veel zijn. Brr, ik zie het al voor me: heel de tijd schone kadertjes tekenen, maar weten dat elke tekening verstoken blijft van een sprankeltje talent. Ik zou me heel vlug een loonslaaf voelen. Bovendien duurt het uittekenen zo lang dat ik er gefrustreerd van word. Daarom besloot ik maar om samen te werken met mensen die veel beter kunnen tekenen dan ik."

Hoe vindt u die tekenaars?
Arleston:
"Ik ben er nooit op zoek naar geweest. Ik kwam ze altijd ergens tegen. Eerst klikt dat op menselijk vlak, daarna worden we vrienden en pas veel later beginnen we samen te werken. Het is als een koppel dat kinderen krijgt. Eerst snuffelen we wat aan elkaar, ruziën wat en drinken een glas. Uiteindelijk hokken we samen en tenslotte besluiten we een kindje te maken. Mijn grote voordeel is dat ik heel veel kindjes kan maken bij heel veel meisjes." (lacht)

En dan stop je die allemaal samen in de Gottferdom-crèche. (Gottferdom is de naam van zijn tekenstudio in Aix-en-Provence) Wist u trouwens dat "godverdomme" een Vlaamse vloek is?
Arleston:
"Jawel, ik heb enkele Vlaamse vrienden en ik hoorde hen dat plots zeggen. Ik moest er direct mee lachen. Wat later zocht ik een naam voor mijn tekenstudio en de rest is geschiedenis. Als ik in Vlaanderen of Nederland ben, lokt die naam nog steeds hilarische reacties uit. Ook in de Elzas lachen ze ermee. In het nabijgelegen Duitsland moeten ze iets gelijkaardigs hebben, zoiets als "Gottverdem" of "Gottverdam". Enfin het lijkt er genoeg op zodat ze ook daar in de lach schieten."

Arleston temidden de meiden: tekenaressen, scenaristes en inkleursters die werken bij Studio Gottferdom of aan albums die verschijnen in de twee vrouwencollecties van Soleil.

Is het werken in een tekenstudio vergelijkbaar met De Mazdabende (een stripreeks over een tekenstudio met Darasse, Michetz en Hislaire in de hoofdrol)?
Arleston:
"Niet echt. We hebben de luxe om te werken in een grote zonovergoten ruimte van 250 vierkante meter. In het midden staat een grote tafel en dan hebben we nog zes kleine tafeltjes voor de mensen die graag apart werken. Ik heb daarnaast mijn bureau met mijn assistente ernaast. Tenslotte is er nog een goed uitgeruste keuken en een slaapkamer met badkamertje. Dit is voor tekenaars die voor veertien dagen of een maand langskomen. Elke middag eten we dan allemaal samen in de grote keuken. Het is er echt een leven onder kameraden. Het leukste is dat er altijd jonge gasten langskomen die iedere keer een andere wind doen waaien. Voor mij is deze studio echt levensnoodzakelijk. Zeker als er weer een feestje is wanneer er een strip klaar is." (lacht)

> WOUTER PORTEMAN & DAVID STEENHUYSE
— september 2009
© foto's: Raymond Lagae