COMMENTAARINTERVIEW met
CATEL & JOSÉ-LOUIS BOCQUET
— 18 april 2009 —

© De Stripspeciaalzaak • Wouter Porteman
© afbeeldingen: Hergé, Casterman - Albert Uderzo + René Goscinny, Hachette - Jacques Tardi, Casterman - Milo Manara + Alejandro Jodorowsky, Sombrero - Bernard Hislaire, Glénat - Emmanuel Guibert/Didier Lefèvre, Dupuis, Catel + José-Louis Bocquet, Oog & Blik | De Bezige Bij
Dit interview is eigendom van De Stripspeciaalzaak en mag in geen geval herplaatst of gekopieerd worden zonder voorafgaande afspraak met de auteur van deze tekst.
> Contact <

"Werkt ons 'plateninterview'-concept wel met auteurs die grotendeels onbekend zijn bij onze lezers", vroegen we ons af. Jazeker! Opnieuw selecteerden we zorgvuldig en met voorbedachte rade uiteenlopende platen uit andere strips en legden ze voor aan tekenares Catel en scenarist José-Louis Bocquet, het duo achter het vuistdikke one-shot Kiki van Montparnasse dat het leven vertelt van de 'koningin van Montparnasse', de zelfverklaarde kunstenaarskolonie waarin figuren als Man Ray, Pablo Picasso, Marcel Duchamp of Georges Simenon woonden of zich wel eens begaven. Goed voorbereid met een verzameling vragen en klaar om te improviseren op soms verrassende replieken, togen we naar Leuven waar het duo — zelf ook voorbereid op ons interviewconcept — ons zat op te wachten. Wat weten ze te vertellen over Kuifje, Asterix, Isabelle Avondrood, Borgia, Frommeltje en Viola en De Fotograaf? Lees het hiernavolgend...


"Eindelijk ben ik in de voetsporen van Hergé getreden" — Catel


Leuven, april 2009. De eerste zonnestralen zorgen voor een uitgelaten lentesfeertje in de stad. De terrassen van de Oude Markt worden bevolkt door hordes studenten die even hun examenstress van zich af komen drinken. Een geroezemoes van filosofie, gezever, kunst en liefdesperikelen doen je opnieuw beseffen dat het cafénetwerk een niet te onderschatten motor is van de maatschappij. Hoogstwaarschijnlijk was het in het Parijs van het interbellum niet anders! Dat had de muze van de avant-gardekunstenaars, Kiki van Montparnasse, alleszins zeer goed begrepen. Een paar jaar terug werd het leven van deze boeiende, vrijgevochten vrouw schitterend verstript door de auteurs Catel (Catherine Muller) en José-Louis Bocquet. Deze met "Beste strip"-prijzen overladen graphic novel werd dan ook terecht vertaald in het Nederlands. Als dat geen reden is om ons bekende 'plateninterview'-concept boven te halen, dan weten we het ook niet meer.

Op een terrasje in de Parijsstraat (we blijven in de Franse sfeer) vinden we de auteurs terug. Netjes verscholen achter haar zonnebril, is de ravissante Catel druk bezig het smalle straatje met haar terrasgangers te schetsen in haar reisboekje. Leuven zag er nog nooit zo mooi uit.

Bocquet: Ha, de man met de stripplaten! Zeg ons, wat voor moois heb je voor ons meegebracht? Ik herken al Een Tweede Jeugd van Rabaté! En hier...
Catel: José-Louis (Bocquet, wp), ik wil dolgraag die plaat van Kuifje bespreken. Mag ik?


STRIPPLAAT 1:
Kuifje: De Juwelen van Bianca Castafiore
(Hergé)

Waarom wil je absoluut die pagina bespreken?
Catel: "Ik ben niet zoals de meeste van mijn collega's een wandelende encyclopedie van de stripgeschiedenis, maar Kuifje ken ik wel door en door. Mijn hele jeugd heb ik die verhalen verslonden. Het was dan ook mijn meisjesdroom om striptekenares te worden, en het liefst nog bij het magische Casterman. En zie, vandaag ben ik eindelijk in de voetsporen van Hergé getreden! (lacht) Ik heb me wel altijd geërgerd aan het gebrek aan vrouwen in de Kuifje-albums. De enige vrouw die erin voorkomt, is dan nog een draak van een vrouwmens, namelijk Bianca Castafiore. Trouwens, in stripverhalen zijn het bijna altijd blonde dellen of feeksen zoals die Bianca die opduiken, en daar wou ik nu eens echt mee komaf maken. Mijn eerste stripreeks Lucie ging dan ook over een doodnormale vrouw. Je kan het zien als een soort vrouwelijke Meneer Johan. In de strippers verscheen daar een heel mooi artikel over. Je raadt het al, het was geschreven door Jean-Louis. Van het een kwam het ander, want wat later waren we samen aan het werken aan een strip over een echte vrouw van vlees en bloed, Kiki de Montparnasse. Eigenlijk moet ik Bianca Castafiore hier heel dankbaar voor zijn!"


Voor ons heeft Castafiore flink wat raakvlakken met Kiki. Het enige wat we over hen weten, is hun liefdesleven en hun liefde voor muziek. De rest blijft een soort melodramatisch enigma. Hebben jullie doelbewust hun ware leven verborgen gehouden voor ons?

Bocquet: "Een beetje wel. We hebben ons vooral gericht op het rock-'n-roll-leven van Kiki. De ster van het Parijse nachtleven was op haar dertigste op haar absolute hoogtepunt. Vooral die passage uit haar leven leverde de boeiendste verhaallijnen op. Daarna ging ze zoals een echte rockster ten onder aan drank en drugs, maar dat vonden we veel minder interessant. Het grote verschil tussen Kiki en Bianca is dat we het leven van Kiki niet hebben uitgevonden. Hergé daarentegen..." (Hierna volgde een pittige analyse, helaas niet voor publicatie, over Castafiore. Ooit zal iemand dat wel eens neerschrijven, wp)

U hebt een boek geschreven over André Franquin en een strip over Hergé (De Avonturen Van Hergé getekend door Stanislas). Welke van deze twee iconen draagt nu uw absolute voorkeur weg?
Bocquet: "Pff, dat is moeilijk om te zeggen. Beide auteurs heb ik ook op een andere manier benaderd. De biografische verstripping van het leven van Hergé was eigenlijk de generale repetitie voor het portret van Kiki. Hergé was er niets meer of minder dan een stripfiguur. Het werk dat Eric Verhoest en mezelf gestoken hebben in Franquin (Chronologie d'une Œuvre Franquin door Bocquet en Verhoest, wp) was meer een historisch onderzoek en dus een rasechte biografie.
Maar je vroeg me dus wie nu echt de beste was? Dat is heel moeilijk om te zeggen want ze waren allebei grondlegger van een baanbrekende stripschool. Bovendien heeft elke tekenaar in zijn leven wel een Franquin- en een Hergé-periode. Allez, je kan daar toch niet tussen kiezen! Toen ik klein was, was ik zowel fan van Franquin als van het werk van de Studios Hergé. Ik vond dat toen beter dan het solowerk van Hergé. Zijn studiowerk verliep tenminste volgens een vast, herkenbaar draaiboek. Het is pas later dat ik het genie van Hergé heb leren appreciëren door zijn schetsen en zijn zwart-witwerk onder de loep te nemen. Daar zag je zijn beroemde klare lijn groeien. En nu besef ik ook dat boegbeelden als Jacques Martin, Bob De Moor en Roger Leloup door dat starre studiowerk echt beknot werden in hun creativiteit. Met Franquin heb ik hetzelfde voor. Als kind was ik fan van het perfecte Zwartkijken. Pas nu apprecieer ik ten volle de schoonheid van een album als Pas Op, Kwabbernoot. In de jaren 1950 was Franquin nog echt vrij in zijn stijl en lijnvoering, een beetje zoals Hergé dus. Hergé bekende toen trouwens dat Franquin een betere tekenaar was dan hem. Fijntjes voegde hij er wel aan toe dat dit compliment alleen van toepassing was op André (lacht)."

U zei daarnet dat u hield van het herkenbare van het studiowerk van Hergé. Kiki van Montparnasse is hierin totaal anders. Naarmate Kiki ouder wordt, verandert de stijl. Was dat doelbewust of is dat gewoon het gevolg van de lange tijd die u aan het album gewerkt hebt?
Catel: "Beide. In Kiki overlopen we eigenlijk heel haar leven. Van baby, tiener, jonge vrouw tot afgeleefde slons. Ze lacht, mort, verdikt en vermagert. Ze is eigenlijk continu in beweging. Mijn tekenstijl heeft zich aangepast aan haar humeur en haar leeftijd. Toen ik Kiki's jeugd tekende, gebruikte ik haast automatisch mijn naïeve stijl die ik ook voor mijn kinderboeken gebruik. Wanneer Kiki in Parijs aankomt en in de prostitutie belandt, werd mijn stijl vanzelf grimmiger. Daarna vlakte ik die weer af wanneer haar leven stabieler werd door haar relatie met Man Ray. Echt helemaal bewust zijn die overgangen niet verlopen, maar toch."

Dan is het toch een beetje raar dat op het dramatische einde van haar leven uw stijl niet opschuift richting Baudoin maar eerder uitgepuurd wordt zoals een Jean-Claude Denis?
Catel: (lacht) "Die vergelijking heeft men nog nooit gemaakt, maar er is wel iets van. De hoofdreden is dat de hoofdstukken niet in de juiste volgorde werden getekend. Bovendien is het voor mij heel belangrijk dat een tekenstijl de leesbaarheid niet in de weg staat. Ik blijf me dus nog altijd verwant voelen met dat aspect van het werk van Hergé. Grafische kunstjes mogen af en toe wel, maar dan alleen op voorwaarde dat ik het verhaal vlot kan blijven lezen."
José-Louis Bocquet: "Je moet ook beseffen dat Catel twee jaar gewerkt heeft aan dat album, en dit tussen haar ander grafisch werk door. Het is dan ook logisch dat haar stijl hoofdstukgewijs evolueert."

Maar Catel zei me net dat de hoofdstukken niet chronologisch werden getekend?
Bocquet: "Het gros wel natuurlijk, maar het laatste hoofdstuk werd bijvoorbeeld getekend vóór haar cabaretperiode. Toch heb je het gevoel dat je een vloeiend geheel hebt."
Catel: "Op zich maakt die hele discussie geen bal uit. De hele tijdsgeest van de Kiki en de beruchte Parijse School had zelf lak aan een vaste stijl. Vrijheid moest er zijn, en die heb ik dan ook genomen. Ik had al werk genoeg met het verwerken van alle documentatie zonder dat ik mij moest bekommeren of Kiki er op pagina 1 hetzelfde uitzag als op pagina 350."


STRIPPLAAT 2:
Asterix: Asterix en Cleopatra
(Albert Uderzo + René Goscinny)

Bocquet: "Nu is het mijn beurt. Ik twijfel tussen Asterix en Frommeltje. Maar ik ga toch voor de schone Cleopatra. Uderzo's Cleopatra is een van de meest boeiende stripvrouwen uit de strip. Een echt icoon. En nu ik het zo bekijk, heeft ze dezelfde haarsnit als Kiki, dezelfde neus als Kiki en dezelfde attitude als haar. Bovendien is de Egyptische ook extreem verleidelijk zonder platvloers te worden..."
Catel: "Ze is elegant. Ze heeft karakter. Ze laat niet over haar heen lopen..."
Bocquet: "Kortom, ze is een echte koningin. Ze kon gerust de koningin van Montparnasse geweest zijn. Bovendien is Asterix en Cleopatra een scharnieralbum in de stripgeschiedenis. Met dit album verlaat de serie het knusse wereldje van de stripliefhebbers om het fenomeen Asterix te worden. Voor de eerste keer in de geschiedenis wordt een stripalbum door iedereen gelezen, en serieus genomen. Vanaf dan werden strips in Frankrijk niet meer aanzien als een onnozel tijdverdrijf waarvoor je je moest schamen. En daar is Kuifje en met uitbreiding de hele Franco-Belgische school nooit in geslaagd. Die hele striphype paste ook precies in het cultureel snobisme van eind de jaren 1960 waar men zich afzette tegen de gevestigde waarden. Het is heel naïef om te denken dat het succes van Asterix alleen te danken is aan de goede albums. Er zijn ook schitterende Kuifje-albums, maar hun succes kwam enkel de verkoop van andere Hergé-albums ten goede. Blake en Mortimer bijvoorbeeld raakte vroeger nauwelijks verkocht. Met Asterix veranderde dat. In het kielzog van elk album van de Galliër werden er andere strips verkocht. Réné Goscinny, scenarist van Asterix, was indertijd ook de directeur van het toonaangevende stripmagazine Pilote en hij stimuleerde Gotlib, Mézières, Brétecher,... om albums uit te brengen. Door het succes van Asterix was Dargaud immers verplicht een distributienetwerk met maar liefst vijftien vertegenwoordigers uit te bouwen en dat had geen reden van bestaan met alleen maar die twee nieuwe Asterix-albums per jaar. En zo, dankzij die voortrekkersrol braken strips begin jaren 1970 pas echt door. Dat is de grootste verdienste van Asterix."


Even terug naar Cleopatra. In haar New Yorkse periode deed Kiki auditie voor de rol van Cleopatra in de Hollywoodkaskraker The Ten Commandements. Maar ze weigerde zich te schikken naar de eisen van de regisseur waardoor haar Amerikaanse filmcarrière op voorhand al mislukt was. Ik kan me voorstellen dat het ook voor jullie niet gemakkelijk was om zo'n vuistdik album op de markt te brengen. Hebben jullie hier ergens compromissen moeten voor sluiten?

Bocquet: (lacht) "Jawel."
Catel: "Maar neen, integendeel. Een hardcoveralbum in kleur met amper 44 A4-pagina's, da's pas één groot compromis. Wij hebben het anders aangepakt. We hebben een belachelijk lage, forfaitaire vergoeding gevraagd, maar in ruil mocht onze strip zoveel zwart-witpagina's tellen als we zelf nodig vonden én waren we niet gebonden aan een deadline. We konden daar financieel niet van overleven, maar gelukkig hadden we de voorbije drie jaar allebei genoeg andere opdrachten voorhanden. Kiki maakten we dan 's avonds, 's nachts en in de weekends. Het was eigenlijk één uit de hand gelopen hobby, maar dan wel een met een mooie bekroning. Ietwat onverwachts bleek deze strip een groot, een heel groot publiek te bereiken. En toen we dan ook nog prijzen begonnen te winnen, wisten we helemaal dat het de opofferingen waard was geweest (Kiki van Montparnasse won onder andere de Prix Essentiel du Public in Angoulême 2008, de Grand Prix RTL de La BD 2007, de Prix Millepages 2007 en Le Lyon de la BD 2007, de prijs voor het beste album in Lyon, wp). En dat allemaal zonder compromis!"

Het blijft toch een ongelofelijk verhaal. Meneer Bocquet, u bent ook directeur van de Vrije Vlucht-collectie van Dupuis. Uw commercieel gevoel dwingt u toch zo'n album op te splitsen in verschillende deelalbums?
Bocquet: "Het klopt dat gekartonneerde, ingekleurde albums met 44 bladzijden het best verkopen, maar anderzijds moet je ook de keuze van de auteurs respecteren. Ofwel schikt een tekenaar zich naar de geldende commerciële normen en wordt hij normaal betaald, ofwel doet hij zijn zin, maar dan met een heel ander prijskaartje. Als uitgever moet je er immers rekening mee houden dat je van een beeldroman amper drie- à vierduizend stuks verkoopt. Natuurlijk zijn er steeds uitzonderingen zoals Persepolis, Een Deken van Sneeuw en Drie Schimmen, maar je moet vandaag al heel veel geluk hebben om op te vallen in de stortvloed van graphic novels. Dat maakt dat er in dit genre amper vier à vijf titels per jaar een beetje rendabel zijn. Het internationale formaat van de gehypete beeldromans is dus allesbehalve een commercieel wonder."

Heeft de uitgever u niet voorgesteld om voort te bouwen op het succes? Bijvoorbeeld Kiki gezien door de lens van Man Ray, Kiki gezien door de ogen van Modigliani, enzovoort. Kortom, het Quintett-truukje van Frank Giroud?
Bocquet: "Ik begrijp waar je naar toe wil, maar geef toe, die boeken bestaan al! Kiki gezien door Man Ray, zijn de vele foto's(surf snel naar deze website, wp). Kiki bekeken door de bril van Modigliani zijn z'n schilderijen (zie bijvoorbeeld deze foto, wp),... Iedereen kent deze Kiki al. Wij hebben het verhaal verteld vanuit haar oogpunt."



STRIPPLAAT 3:
Isabelle Avondrood 4: Maanzieke Mummies
(Jacques Tardi)

Catel: "Jij wil Frommeltje bespreken, hè? Wel, dan neem ik deze schitterende plaat van Tardi."

Isabelle Avondrood en Tardi zijn voor ons onlosmakend verbonden met Parijs...
Catel: "Ja, dat is de grote sterkte van Tardi. Bovendien spelen de avonturen van Isabelle Avondrood zich af in een heel interessante periode die nog eens heel leuk door Tardi in beeld wordt gebracht. Net zoals die van Hergé ligt deze stijl me nauw aan het hart. Het leukste is wel dat Isabelle opnieuw een vrouwelijk personage is, maar weliswaar veel normaler. Ik zou haar zelfs te normaal noemen. Ik heb mijn karakters liever wat specialer. Kiki is bijvoorbeeld de Isabelle van het echte leven, met echte mannen (lacht). Tardi apprecieer ik vooral voor zijn sfeerschepping van Parijs."

Dat klopt. In de strip van Tardi is Parijs echt een hoofdpersonage. In Kiki is Parijs meer een onopvallend decor. Iedereen weet wel dat het fenomeen Kiki toen alleen maar kon bestaan in een stad als Parijs, maar toch speelt Kiki de stad volledig naar de achtergrond. Dat gevoel heb je helemaal niet met de overdonderende scènes in New York en Villefranche.
Catel: "Dat komt misschien omdat er zoveel personages in Parijs de aandacht van de lezer opeisen. Bovendien zit Kiki de hele tijd op café of is ze aan het poseren. Tardi gebruikt Parijs meer als een dramatische omgeving in een clair-obscurdetectivesfeertje."
Bocquet: "De avonturen van Tardi spelen zich meestal af in de mysterieuze stadsrand. En daar zie je de figuren achter elkaar lopen, sluipen en zich verstoppen. Het decor speelt daar dus een enorm belangrijke rol. De verhalen van Kiki beperken zich grofweg tot vier straten."
Catel: "En dan nog van café tot café..."
Bocquet: "... Of in haar appartement..."
Catel: "Het klopt wel dat het decor belangrijker wordt als ze naar Villefranche, Châtillon of naar New York gaat, maar daar gaat ze ook effectief op pad. Om die scènes goed te kunnen inschatten, heb ik me wel gebaseerd op de aanpak van Tardi... Maar om terug te keren naar je vraag. Zeggen dat Parijs niet echt voorkomt in de strip, dat gaat me toch te ver. Op pagina 50 bijvoorbeeld heb je wel een sprekend decor. Dat is het ware Parijs van het interbellum. Alles wat je ziet op deze pagina én alle andere, klopt dan ook tot in het kleinste detail."

Respect! Maar hoe begin je daar dan aan?
Catel: "Een van de moeilijkste pagina's was pagina 45 waar je Kiki in een koets over Place de La Concorde ziet rijden. Je ziet hier enkel voertuigen rijden van 1910 of vroeger. De auto's, fietsen en koetsen zijn misschien slecht getekend, maar ze bestaan wel!'
Bocquet: "En ook de sfeer zit juist. Er reden toen echt maar zoveel voertuigen over Place de la Concorde."
Catel: "Een paar pagina's verder en dus vijf jaar later in Kiki's leven, zie je andere auto's, andere kleren en andere kapsels. Het zijn allemaal kleine dingen, maar ik vond echt dat het plaatje moest kloppen. Maar daarom hoef ik het er nog niet vingerdik op te leggen."

Achteraan in het boek vind je een enorme bibliografie van de geraadpleegde werken...
Catel: "Die boeken zijn voor mij heel belangrijk geweest om een juist beeld te hebben. Toch heb ik er niet alles in teruggevonden. Als Kiki naar haar grootmoeder gaat, wil ik weten hoe de muur van haar huis eruit zag of de waterpomp of de trap. Dan ben ik maar ter plaatse gaan kijken. Ik heb alles teruggevonden: het huis, het restaurantje, het weggetje en het kleine bruggetje,... Het kan me niet schelen dat dit sommige lezers koud laat of sommigen zelfs het verschil niet zien, maar voor ons was dat heel belangrijk."

Hoe zag u in hemelsnaam nog de bomen door het bos? Waarom begint u eigenlijk aan zo'n zwaar project?
Bocquet: "Goh, er zijn verschillende redenen. Ten eerste hadden we heel veel zin om samen te werken. Ten tweede vormden we zo een opvallend zeldzaam striptandem. Geef toe: een mannetje dat schrijft over een vrouw en een vrouwtje dat tekent. Ten derde interesseert het me als schrijver vooral om over vrouwen te schrijven, maar ik kon hier niet terugvallen op mijn mannelijke truukjes. Ik moest hier het verhaal echt schrijven gezien door de ogen van dé vrouw Kiki."


STRIPPLAAT 4:
Borgia 1: Bloed voor de Paus
(Milo Manara + Alejandro Jodorowsky)

Dat brengt ons eigenlijk naadloos naar de plaat van Manara. Aan alles zie je dat deze strip gemaakt is door en voor mannen. Manara slaagt erin om een vrouw steeds te vulgariseren. Kiki is haast continu in haar evakostuum te bewonderen, maar nooit worden de platen platvloers.
Bocquet: "Inderdaad. Dat is het grote voordeel om te werken met een tekenares. Zelfs als ik in het scenario schrijf dat Kiki nu haar borsten ontbloot, maakt Catel daar een heel mooie tekening van die gevoelig en sensueel is maar niet opwindend. Het fijne als scenarist is dat Catel een aangebrande seksscène kan tekenen die bovenal toch elegant blijft."
Catel: "Het is wel grappig wat je daar zegt. In het hele boek is er amper één stijve lul te zien. Toch heeft men ons verweten dat Kiki hierdoor een pornografische strip is. De goegemeente viel niet over het vele naakt, maar wel over die ene penis."
Bocquet: "Eén leraar van een lyceum heeft het boek zelfs van de literatuurlijst kunnen halen omwille van dat ene prentje."


Die man heeft dan toch zeker driehonderd bladzijden in het boek gelezen alvorens op dat prentje te stuiten...

Catel: "Inderdaad. Allez, het is toch hypocriet. Blote vrouwen kunnen zonder probleem. Maar één blote lul en je tekent porno. Bovendien was net die hele scène ongelofelijk humoristisch."
Bocquet: "Om even op het onderwerp terug te komen. Ik had vooral veel zin om een strip te schrijven over een vrouw. En aangezien het voor mij veel gemakkelijker is om over een bestaand personage te schrijven, was de keuze snel gemaakt. Kiki had haar leven zelf al volledig uitgeschreven. Uitvinden hoefde helemaal niet. Bovendien loop je zo heel snel het risico dat je een karikatuur in plaats van een karakter creëert. Met Kiki moest ik gewoon maar de schijnwerpers richten op wat ik wou zeggen, en zo de puzzel van haar leven opnieuw samenstellen."


STRIPPLAAT 5:
Frommeltje en Viola (Franse integrale)
(Bernard Hislaire)

Bocquet: "Dat is de ware liefde! Frommeltje en Viola verscheen in de jaren 1970 in het tijdschrift Robbedoes en dat was toen een ware revolutie. Het was de allereerste keer dat tienerliefde — en de liefde tout court — het onderwerp was van een strip. Hislaire behandelde dit gevoelige thema perfect. Zij houdt van mij, zij houdt niet van mij. Hij is de dikke, schuchtere tiener. Zij is de knapste van de klas, enzovoort. Als apotheose was er dan nog het atypische, dramatische einde. Bovendien was Bernard zo slim om beide karakters evenwaardig te behandelen waardoor de reeks iedereen aansprak. Ja, Frommeltje en Viola is echt een mijlpaal in de stripgeschiedenis. Onlangs heb ik de integrale bundeling die nu bij Glénat wordt uitgegeven (het schitterende vierde deel werd nooit vertaald in het Nederlands, wp) nog eens herlezen en het viel me op hoe sterk die strip ook vandaag nog is. Ik heb het dan maar mijn jonge tienerdochter laten lezen en ook zij was er wild van. Het blijft een van de weinige romantische liefdesstrips die geschikt zijn voor twaalf- à dertienjarigen. Heel knap werk van Bernard."

Hebt u nooit zin gehad om een album van Hislaire/Yslaire te laten verschijnen in de Vrije Vlucht-collectie?

Bocquet: "Het was normaal de bedoeling dat De Hemel boven Brussel (verschenen bij Futuropolis/Glénat, wp) zou verschijnen in de Vrije Vlucht-collectie, maar door wat uitgeversperikelen is het er niet van gekomen. Het blijft een droom om ooit eens met Yslaire samen te werken."

Welke andere namen wil u nog opnemen binnen de collectie?
Bocquet: "Dat is simpel. Alle grote namen die vandaag nog tekenen en die nog niet aan bod zijn gekomen. En natuurlijk ook de grote scenaristen. Het heeft geen zin om te gokken want ik heb een extreem brede smaak."

Dan maar weer terug naar de liefde. Het verhaal van Kiki is één explosie van liefde. Hebt u haar verhaal enigszins bijgekleurd of zelfs geromantiseerd ?
Bocquet: "Neen. Kiki had al zo'n woelig en gevuld liefdesleven dat we daar al een voldoende grote kluif aan hadden. Uitvinden of zelfs romantiseren was dus helemaal niet nodig. Aan de andere kant was voor ons de boeiendste periode van haar leven haar relatie met de topfotograaf Man Ray. Toen was ze extreem sensueel, maar ook gevoelig én hard. Allez, ze was stapelverliefd op Man Ray, maar terzelfdertijd had ze tal van affaires. Toch draait alles rond de Amerikaanse fotograaf.
In haar memoires van 1928 beschrijft Kiki al haar andere mannen in geuren en kleuren, maar over haar relatie met Man Ray blijft ze opvallend beschaafd. In de laatste versie van haar memoires — die van 1938 en heruitgegeven in 2006 — heeft ze zelfs alle tekst geschrapt en vervangen door foto's van haar door Man Ray. Die relatie was van haar en van niemand anders. Toen werd het voor ons ook meteen duidelijk dat daar het zwaartepunt moest liggen van de strip. Het meeste over Kiki kwamen we te weten via Man Ray zelf. In zijn memoires was er zelfs een volledig hoofdstuk gewijd aan zijn relatie met de koningin van Montparnasse. Daaruit bleek dat Kiki echt een scharnierpunt in zijn leven was."
Catel: "We hebben zelfs een openhartige documentaire van de oude Man Ray gezien waarin hij honderduit praat over zijn leven. Hij praatte zo mooi en eerbiedig over Kiki de Montparnasse alsof ze de enige vrouw was in zijn leven."


Vreemd. In het album komt hij heel beredeneerd en koel over. De schaakscène vonden we zelf ongelofelijk hardvochtig.

Catel: "Ja, Man Ray kon keihard zijn."
Bocquet: "Een van de beste vrienden van Man Ray was de immens populaire humorist Marcel Duchamp (gekend van de urinoir als kunstobject, wp). Als hij samen was met Man Ray werden die twee op het randje af cynisch. Ze hadden geen geloof meer in de toekomst, de kunst, de liefde,... Bovendien waren beiden uiterst intelligent. Eigenlijk veel te slim voor die malle dorpsmeid Kiki. Maar ook hier hebben we de verhaallijn niet verbloemd. Man Ray zei zelf dat hij de meiden waar hij mee verkeerde, sloeg. In de jaren 1920 was partnergeweld eigenlijk al niet meer aanvaard, maar Man Ray maalde daar niet om. Dat maakt hem tot een soort louche, asympathieke figuur die niettemin de grote liefde was van Kiki. Het is niets meer en niets minder dan het bekende verhaal van aantrekking en afstoting."
Catel: "Inderdaad. Die spanning komt het mooist naar voren in de bekende foto Le Violin d'Ingres. Het is zijn foto, maar zij staat wel op die foto. Zij is en blijft zijn Violin d'Ingres (zijn stokpaardje, wp). Het fijne is dat zij door die foto's en schilderijen de eeuwigheid in gaat en Man Ray vergeten dreigt te geraken."


STRIPPLAAT 6:
De Fotograaf 3
(Emmanuel Guibert/Didier Lefèvre)

Waarom staan er geen foto's in Kiki?
Catel: "Heel simpel. Kiki van Montparnasse is een strip en geen documentaire. Trouwens, hadden we alle foto's gebruikt in de strip was het album nog eens honderd pagina's dikker geweest."
Bocquet: "De Fotograaf is opgebouwd rond de foto's van Didier Lefèvre en, grof gezegd vult Emmanuel (Guibert, wp) met zijn tekeningen gewoon de gaten tussen die foto's op. Dit is in feite geen strip, maar een heel realistisch portret."


Niet alle foto's geven toch de realiteit weer? Man Ray zegt zelf dat zijn foto's een illusie zijn. Hij manipuleert en leidt zijn camera zodanig dat hij alleen maar prijsgeeft wat hij zelf wil. Waarom gebruikt u dan zijn foto's niet?

Bocquet: "Mja. Maar neen, eigenlijk past het toch niet. Het zou een heel ander project zijn. We hebben Man Ray's foto's wel geïntegreerd in de strip... Eigenlijk hebben we ze moeten natekenen omdat we geen rechten hadden op die foto's."
Catel: "De cover gelijkt dus ook alleen maar op de beroemde foto van Man Ray. Kiki staat er iets meer gedraaid op en bovendien heeft ze geen tulband aan. Zo heb ik alle foto's wat moeten aanpassen. Het was soms dansen op het slappe koord. Maar ja, met soms wat tekst erbij hebben we alles toch heel duidelijk gemaakt."
Bocquet: "Inderdaad, dat is trouwens het grote verschil tussen Kiki en De Fotograaf. Als we het vergelijken met de filmwereld, is De Fotograaf een documentaire en Kiki een biopic. We wilden absoluut dat Kiki een echte strip was. De lezer moest de eerste pagina openslaan en direct meegezogen worden in de avonturen van Kiki."

De Fotograaf is dus eigenlijk niets meer dan een experiment op stripgebied?
Bocquet: "Ja, maar dan een heel geslaagd experiment. Het probleem is dat tot nu toe niemand hierop een passend vervolg heeft gevonden zonder het medium strip te verloochenen. Het blijven steeds documentaires."

De Fotograaf is een heel dik boek dat eigenlijk wat ongestructureerd verloopt. Jullie hadden een contract waarin er geen paginalimiet vermeld stond. Toch zijn er in dit vuistdikke boek heel weinig tekstloze - of overgangspagina's. Is het doelbewust dat de tekeningen volledig ten dienste stonden van de tekst?
Catel: "Ik word inderdaad geleid door de tekst. Toch zijn er enkele overzichtspagina's zoals het bal van Montparnasse en de 14 juli-viering,... Maar enerzijds nemen deze veel tijd in beslag om te tekenen, anderzijds vind ik wel dat ze te weinig bijbrengen aan het verhaal. Bij mij moet het verhaal vooruitgaan. En aangezien we Kiki's verhaal van a tot z wilden vertellen..."
Bocquet: "Het is niet omdat het een dik boek is dat we er het ritme uithalen. Kiki is opgebouwd zoals een normale strip. Er zijn gemiddeld zes kaders op één pagina. Dat is niet niks! Vandaag de dag gebruiken veel normale 44-paginastrips ook deze indeling. In Kiki mocht er van mijn part wel wat meer ademruimte zitten, maar zoals Catel het al zei, is de tekst de enige leidraad. Al die mooie prentjes leiden de lezers hooguit twee seconden af, maar je onderbreekt er wel je verhaal mee. Catel slaagde erin om het delicate evenwicht te vinden tussen het geven van juist genoeg informatie om het verhaal te kunnen volgen en het scheppen van de juiste sfeer door het belichten van enkele details. Dat de lezer daardoor de idee kan hebben dat een caféscène zich zou kunnen afspelen in Leuven in plaats van Parijs, dat nemen we er dan maar graag bij. Catel maakt bovendien geen documentaire illustraties. Ze zet gewoon een tafel en een paar stoelen neer, maar ze vertelt er wel een heel verhaal mee."

Wie bepaalt dan eigenlijk het ritme in de strip?
Bocquet: "Dat doen we samen. Ik schrijf het scenario volledig uit zoals een filmscenario. Ik schets dus de pagina's niet uit. Natuurlijk heb ik wel de ervaring welke zinnen in welke kaders moeten komen, maar ik beperk me echt tot een heel grove indeling om ongeveer het aantal pagina's te kunnen inschatten. Daarna ga ik naar Catel en lees er het scenario luidop voor. Catel neemt dan haar kleine schetsboekje van het type zoals dat nu voor haar ligt en maakt dan haar indeling en bepaalt de mise-en-scène."
Catel: "De 350 pagina's van Kiki staan dus volledig uitgewerkt in van die kleine schetsboekjes zoals ik hier voor me liggen heb."

In feite werken jullie echt samen als een team, een beetje zoals Loisel en Tripp.
Catel: "Inderdaad!"
Bocquet: "Misschien met dat verschil dat het scenario echt volledig, tot en met de kortste dialoog, is uitgeschreven. Alles ligt vast behalve de pagina-indeling. Je moet het zien als één grote, lange papieren slang die Catel dan rigoreus in stukjes knipt."

Hoe langer dit interview duurt, hoe meer we versteld staan van de hoeveelheid werk die jullie verzet hebben. De bibliografie, ter plaatse gaan opmeten, de fotoadaptaties, het volledig uitschrijven, het uitschetsen,... Werkelijk niets is aan het toeval overgelaten.
Catel: "Net daarom doet het zo'n deugd als je merkt dat de strip een commercieel succes is en dat je een pak prijzen wint. Het sterkt ons in ons geloof dat deze aanpak de juiste is."

Dat betekent dat jullie nog verder gaan samenwerken?
Catel: "Ja. Meer nog, we zijn zopas een nieuw project gestart dat op zijn minst even intensief is."

Is het opnieuw een verhaal over een vrouw die de bakens heeft verzet?
Catel: "Absoluut. En net zoals Kiki hebben we een vrouw uitgekozen die dreigt in de plooien van de geschiedenis te vallen."
Bocquet: "De mensen verwachten dat we opnieuw een echte vrouw portretteren, maar deze keer hebben we iemand gezocht en gevonden die niet in de jaren 1920 en 1930 leefde, maar tijdens de Franse Revolutie. Zo kunnen we deze belangrijke mijlpaal verslaan vanop de eerste rij door de ogen van een bewonderenswaardige vrouw die de revolutie heeft vorm gegeven."

Aha, een beetje zoals Julie uit Yslaires Samber?
Bocquet: "Nee, niet echt. Ze heet Olympe de Gouges (lees meer over haar op deze pagina, wp)."
Catel: "Zij was de vrouw die als allereerste een pamflet schreef over gelijke rechten van de vrouw: La Déclaration des Droits de la Femme et de la Citoyenne. Bovendien had ze nog meer vooruitstrevende ideeën zoals de afschaffing van de slavernij, het recht op echtscheiding, de bouw van kraamklinieken en de eis voor kiesrecht voor iedereen, en dat in een tijd dat zelfs nog niet elke man mocht gaan stemmen. Al snel werd ze aanzien als een zot mens, een prostituee — ze was ook mooi — of een vrijgevochten feeks. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze onthoofd werd. Pas tweehonderd jaar later werden haar ideeën gerealiseerd. Vandaag de dag kennen enkel de feministen haar nog. Mannen van hun kant probeerden haar de voorbije eeuwen te vergeten want haar ideeën stoorden hen alleen maar."
Bocquet: "We gaan dus de officiële geschiedenisboekjes wat tegen de schenen schoppen en de duistere kant van de Franse Revolutie belichten. Het uitzonderlijke was dat Olympe de Gouges allesbehalve een extremiste was — Robespierre bijvoorbeeld was een volbloeddictator en terrorist — waardoor de huidige striplezer zich automatisch kan vereenzelvigen met haar mentaliteit en aanpak. Zo wordt je onmiddellijk betrokken in het verhaal."

Wordt dit een portret in dezelfde stijl?
Bocquet: "Ja. Het wordt opnieuw een dik boek op dezelfde manier verteld en in beeld gebracht als Kiki. Maar de sfeer en decors zullen totaal anders zijn. Het verhaal zal zich voornamelijk afspelen op straat. Onthoofdingen, gevechten, enzovoort. Enfin het zal veel heftiger zijn."
Catel: "Veel minder caféscènes dus (lacht). Wacht, speciaal voor jou zal ik hier nog wat Parijse huisjes bijtekenen (glimlacht)." (Terwijl dit interview liep, vrolijkte Catel mijn exemplaar van Kiki op met een dédicacé. Eentje mét decor dus, wp)

Hoe ver zijn jullie al gevorderd?
Bocquet: "We zijn bijna vertrokken (lacht). We moeten wel klaar zijn tegen eind 2011 omdat de verklaring van de rechten van de vrouw afgeroepen werd in 1791, en we deze verjaardag commercieel gezien absoluut niet mogen missen. Maar we zijn er helemaal klaar voor om die deadline te behalen. Dankzij het warme onthaal van Kiki zijn onze batterijen weer opgeladen. En ook vandaag zien we het ook weer zitten. Bij elke nieuwe druk en vertaling herleeft onze strip weer. Onze dag kan niet meer stuk."

(lachend naar af)


Noot: De platen van De Maagd en de Neger van Judith Vanistendael en Een Tweede Jeugd van Pascal Rabaté werden niet uitgekozen. 

> WOUTER PORTEMAN — april 2009
met dank aan Ann Jossart voor de prima ontvangst