We vroegen ook aan Randall.C om een woordje te schrijven over Brecht Evens.

Randall.C: "Naast mijn eigen boeken is dit het enige boek waarvan ik er een stapeltje in huis moét hebben om weg te kunnen schenken aan wie ik liefheb. Ik vrees dat ik het boek ook zal gebruiken als proef: al wie het Ergens Waar je Niet Wil Zijn niet in zijn volle diepte en breedte weet te appreciëren, zal ik node uit mijn leven moeten schrappen. Met wie overblijft zal ik in liefde en schoonheid en tot het einde der tijden verderleven.
En nu ik er aan denk: een stapeltje Brecht Evensen zelf in huis om uit de delen zou de wereld ook 'n heel eind vooruit helpen."
INTERVIEW met BRECHT EVENS
— 30 mei 2009 —

© De Stripspeciaalzaak • David Steenhuyse
© afbeeldingen: Brecht Evens © Oogachtend 2009
Dit interview is eigendom van De Stripspeciaalzaak en mag in geen geval herplaatst of gekopieerd worden zonder voorafgaande afspraak met de auteur van deze tekst.
> Contact <
De in 1986 geboren Brecht Evens kennen we al nog vóór hij doorbrak in het Vlaamse alternatieve stripcircuit. Nog vóór hij complimenten vergaarde op buitenlandse stripfestivals en nog vóór zijn albums vertaald raakten in het Frans en het Engels. Al die tijd zijn we zijn carrière natuurlijk blijven volgen. Elk album staat opnieuw een trapje hoger op zijn evolutieladder. Tijd om 'm eens aan het T-shirtje te trekken. Niet om 'm van die ladder te laten donderen, maar wel om 'm op onze vragen te laten antwoorden en enkele bevindingen met hem te delen...


"
Er wordt veel meer gezeverd dan dat er belangrijke dingen worden gezegd, een soort mantel van gelul die over die dingen heen ligt. Daarom klinken de pauzes in de dialoog altijd zo luid."


In Ergens Waar Je Niet Wil Zijn begint het allemaal met een feestje dat de steeds in het grijs geschilderde Gert organiseert. Er komt aardig wat volk opdagen, maar eigenlijk enkel omdat hen werd voorgehouden dat de populaire Robbie ook nog langskomt. Gert doet zijn best om er een spetterend feest van te maken, maar Robbie komt niet. Voorts bereiden twee meiden zich voor op een avondje stappen in een danstempel. Daar aangekomen ziet Robbie, de koning van de disco, het ene meisje aan voor de andere en draait haar binnen. Samen verkennen ze het labyrint dat de disco met de vele ruimtes, hoeken en gangen is. Gert treffen we er later ook nog aan. Hij heeft er afgesproken met zijn vriend Robbie.

Proficiat, jij bent wellicht de eerste van wie een album verschijnt waarvan het lakvernis op de cover effectief zinvol is. Van wie kwam het idee?

Brecht Evens: "Het idee om flarden dialoog in vernis op de cover te drukken, als een soort 'visueel geroezemoes', is me op het laatste moment zachtjes door de strot geramd door m'n uitgever, Johan (Stuyck, ds). Intussen wou ik dat ik er zelf op was gekomen. Ik had niet verwacht dat 't er zó elegant ging uitzien."

Ik ken je al sinds je veertiende of vijftiende, als medespeler bij een stripkwis. Toen dweepte je nog met Blacksad en Sabels en Galjoenen. Jaren later, bij het verschijnen van je eerste album Boodschap uit de Ruimte, was dat al Lorenzo Mattotti. Wat is er daartussen gebeurd? Welke auteurs trekken je vandaag aan?
Brecht Evens: "Een onovertroffen kwisteam waren we! We zijn dan ook ontbonden voor we over ons hoogtepunt heen waren: als ik nu zou meedoen maken ze gehakt van me.
Nu, Mattotti, ik dacht dat ik over hem heen was, tot ik zijn zwart-witte interpretatie van Hans & Grietje zag. Dat zijn prachtige ruimtelijke penseeltekeningen van kleine figuurtjes in een imposant woud, waar ik wat van heb gejat voor die dubbelpagina waar Robbie en Noemi door een sprookjesachtige tuin wandelen."

Die eerste keer toonde je aan Ronny Matton, uitgever van het vergane Talent, je eerste strips. Heb je wat van hem geleerd?
Brecht Evens: "Op A3-formaat tekenen in plaats van op A4-tjes bijvoorbeeld, en alles in een veelvoud van zestien omwille van de katernen, en hij maakte daar een verklarend tekeningetje bij... En ik vroeg 'm om dat tekeningetje te signeren."

Brecht Evens en ex-Talent-uitgever Ronny Matton

Ik geloof dat we die avond achteraf nog zijn beland op een party in de Overpoort in Gent. Maar pas toen ik onze pinten had besteld, kwamen we erachter dat we eigenlijk op een gothicfuif terecht gekomen waren. Voor holebi’s dan nog! Die titel van je nieuwe boek is hier ook wel van toepassing. Lag er een foute party aan je album ten grondslag?
Brecht Evens: "Dat was wel een boeiend androgyn gebeuren daar. De titel komt van iets gelijkaardigs, van een avond waarop ik met m'n zus voorbij het Volkstehuis in Hasselt liep, waar hoempamuziek uit deuren en ramen schalde, en ik tegen haar zei: 'Eigenlijk zijn er wel heel erg veel plekken op de wereld waar je echt niet wil zijn.'"

Ga je vaak naar feestjes of organiseer je er zelf ook?
Brecht Evens: "Als tekenaar zit ik heel de dag binnen, dus bestaat mijn sociaal leven eigenlijk grotendeels uit feestjes. Dat is hard te merken aan dit boek. Gelukkig hebben feestjes vaak een interessante dynamiek. Zoals dus een feestje dat we bij mij thuis georganiseerd hadden, in pseudo-Mexicaanse stijl. Dat feestje was voorbij, verzopen, een half uur voor het op gang kwam, als je je daar iets bij kan voorstellen: sommigen waren nog niet van hun stoel opgestaan vóór anderen over een emmer gebukt zaten."

Ik neem aan dat jij dan een gangmaker bent op feestjes, juist?
Brecht Evens: "Soms wel, ik bevind me dan in een brullerige staat, waarvan ik niet weet of het sympathiek overkomt, maar ik ben eraan gehecht omdat het altijd een uiting is van grote tevredenheid. En soms voel ik me minder thuis op een feestje, maar dat gevoel kan ik dan vruchtbaar reproduceren in een strip."

Lef heb je anders wel. Op een Nederlands stripfestival zag ik je eens samen met Randall.C een vrije tafel inpalmen om er jullie albums te signeren. Ik geloof dat je er daar nog vijf hebt verkocht ook. Het grappige was dat jullie niet eens op de lijst met uitgenodigde tekenaars stonden. 't Was geen partycrashen, maar festivalcrashen dat je daar deed.
Brecht Evens: "Guerillasigneren! Ik was op de stoel van Ever Meulen gekropen toen die vertrok, en heb nog een kop koffie omgestoten op zijn Verve. Ik heb het net nog eens gedaan op het festival van Ganshoren."



Het gaat je wel allemaal makkelijk af, hè? Je publiceert het ene album na het andere en telkens ben je er weer met een sprong op vooruit gegaan. Het einde daarvan is nog niet in zicht. Ben je nog nooit met je kop tegen de muur gelopen ondertussen? Vrees je de dag waarop dit wel zal gebeuren?

Brecht Evens: "Zolang ik de fouten en gemiste kansen zie in m'n strips moet het wel blijven lukken om er telkens een betere te maken. Ik heb heel veel geluk en vertel mezelf dat ook vaak, maar ik ben verre van een monstersucces hé, David: je moet bijvoorbeeld al een beetje moeite doen om m'n nieuwe boek te vinden in de winkels."

Nochtans lijkt alles je opnieuw voor de wind te gaan. Je kreeg een werkbeurs van het Vlaams Fonds voor de Letteren. Je boek wordt vertaald in het Frans en het Engels. Het buitenland heeft interesse voor je werk. De mensen om je heen zien je allemaal graag en vinden je geweldig. Ben je je ook bewust van de andere geluiden over jou? Dat het je in de bol is geslagen omdat je je veel kan permitteren door te laat of helemaal niet te komen opdagen op afspraken bijvoorbeeld.
Brecht Evens: "Ik krijg m'n glamour maar in héél kleine dosissen. Alleen al m'n liefje geeft meer dan genoeg ironische kanttekeningen om me diep in m'n schoenen te houden. En op een namiddag achter de signeertafel verkoop ik meestal drie boekjes. Bon, laten we op tijd ophouden met deze bewijsvoering voor mijn nietigheid."

In de documentaire die voor Canvas werd gemaakt en als dvd bij Loslopend Wild zit, kom je onbezonnen over door naar een buitenlands stripfestival te liften. Nochtans krijg ik door je laatste album de indruk dat je wel degelijk weet wat je doet. Zeg eens eerlijk, is die hele attitude van jou niet eerder een pose?
Brecht Evens: "Je hebt het over autostop doen met een cameraploeg en een bezemwagen, het zou mij verbazen als dat niet geposeerd overkwam. Maar ik ben echt vaak onbezonnen, vooral als ik content ben. Dat is vaak fijn en soms ook niet, zoals toen ik twintig originele platen (van zijn nieuwe strip, ds) liet liggen in een trein.
Thuis een boek zitten maken heeft natuurlijk een heel andere vibe. Maar ook daar zou je kunnen zeggen dat onbezonnenheid zijn plek heeft gevonden, in de opbouw van m'n tekeningen, die begint met heel ruw penseelwerk. Zo'n onvoorspelbare manier van werken betekent wel dat je heel aandachtig moet blijven, en veel meer keuzes moet maken. Die tekeningen zijn een mengeling van onbezonnenheid en een hele hoop doordachte beslissingen."


Gert teken je de hele tijd als een grijs personage. Hij is de grijze muis van het verhaal. Eigenlijk is hij wel een zielepoot. Zijn invités zijn er enkel omdat ze weten dat de megapopulaire Robbie misschien nog langskomt. Er wordt amper naar hem geluisterd. Het feestje is zonder Robbie een sof en alles wat hij op gang probeert te trekken, is tot mislukken gedoemd. Hoe komt het dan dat Gert aan Robbie zo’n goeie vriend heeft en omgekeerd?
Brecht Evens: "Die vriendschap tussen Gert en Robbie is een fragiel, verwaterd iets. Dat is een thema dat ook in Vincent zat. Het is niet zozeer een goede vriendschap als een herinnering daaraan. Wanneer ze elkaar ontmoeten, moeten ze zich isoleren van hun omgeving om met z'n tweetjes uit te zoeken hoe ze ook alweer met elkaar moeten omgaan. Zodra ze weer uit hun tête-à-tête stappen is het contrast in hoe ze omgaan met hun omgeving te pijnlijk."

Gert lijkt niet te beseffen dat hij op sociaal gebied niet bestaat zonder zijn vriend. Je ziet 'm zijn best doen om te converseren en een dramatische anekdote van een van de invités wil hij wegspoelen met een rondje wodkashots. Bij die anekdote denk je als lezer aanvankelijk dat het verhaal hierdoor een andere wending zal krijgen, maar dat wordt dus versmoord in oppervlakkige smalltalk, eigen aan een feestje. Nou... Schrijf je dat allemaal op voorhand uit of zijn dat gelukkige invallen bij het maken van het verhaal?
Brecht Evens: "Tussendoor: wat een heerlijk diep wroetend interview is dit! Het is niet zo dat Gert niet beseft hoe schuin ie wordt bekeken, maar hij heeft wel een portie wanhopige dapperheid meegekregen. Ik heb die dapperheid pas nog eens gezien, in een wankele zatte man die telkens weer zijn kruk verliet om rond enkele meisjes te dansen, tot hij omviel, stoelen omvergooiend, om dan terug op zijn kruk te kruipen, moed te verzamelen en opnieuw te beginnen.
Toen ik ben beginnen tekenen, had ik het scenario in zeer grote lijnen in m'n hoofd, en zelfs die grote lijnen zijn nog een vijftal keer veranderd, al tekenend. Precieze dialogen heb ik meestal onderweg geschreven, vlak voor ik ze tekende. Het is geen erg ideaal of geolied proces, maar het is blijft wel spannend zo."

Is Robbie de perfecte vriend?
Brecht Evens: "Hij is een vrolijke vriend! Maar geen perfecte vriend voor Gert noch voor Noemi. Allebei mogen ze een ritje maken op zijn flow, maar aan het einde van de rit voelen ze zich verlaten."



Hij weet tijdens een intieme conversatie met Gert anders wel de negatieve teneur om te zetten naar een positieve... door een scheet te laten! Ik vroeg me af of Robbie de hele tijd wel geluisterd heeft naar de ontboezemingen van Gert. Al was dat misschien wel zijn manier om zijn vriend erdoorheen te helpen... Of hoe een scheet voor iedereen kan opluchten.

Brecht Evens: "Ah, de scheet! De scheet beëindigt een klaagzang van Gert, een monoloog over wat hij beschouwt als zijn triestig predicament (en het hoofdthema van het boek). En 'poarp' is daar niet eens zo'n slecht antwoord op, 'poarp' is eigenlijk kort voor: 'Gertlief, het is maar zo'n klein stapje van dat foute plekje in je hoofd naar een goed plekje je hoofd!'"

Ook met Christel, bij wie Robbie een bloedneus veroorzaakt, lijkt hij eerst begaan te zijn met haar, tot zij er een draai aan heeft door iets uit haar jeugd te vertellen. Dan zie je dat Robbie hier liever niet mee te maken heeft. Hij loopt er gewoon van weg. Is zijn leven niet één groot, oppervlakkig feest?
Brecht Evens: "Hij ìs ook begaan met haar, hij schrikt omdat hij zich herinnert dat hij Gert is vergeten, die nog van boven staat toe te kijken. Zijn 'probleem' is gewoon dat hij heel de tijd met een hele hoop mensen tegelijk aan het jongleren is. Zijn leven is inderdaad één groot feest, en veel van zijn interacties zijn vluchtig, maar niet per se oppervlakkiger dan bijvoorbeeld de interacties bij Gert thuis in het eerste hoofdstuk. Ze zijn kort, maar vaak ook intens: Christel zegt heel het eerste hoofdstuk lang geen woord, maar wordt een spraakwaterval als ze Robbie tegenkomt."

Welk belang hecht je aan het schrijven van je dialogen?
Brecht Evens: "Om te beginnen heeft dit boek geen voice-over, het wordt gedragen door tekeningen en dialoog. Het is belangrijk dat de dialogen echt klinken, en echt betekent in dit boek vaak: onnodig, onhandig. Er wordt veel meer gezeverd dan dat er belangrijke dingen worden gezegd, een soort mantel van gelul die over die dingen heen ligt. Daarom klinken de pauzes in de dialoog altijd zo luid."

Ofwel ben jij een fantastische observator van mensen ofwel heb je je personages gebaseerd op mensen die je kent. Hoeveel werkelijkheid zit er in het album?
Brecht Evens: "Ik raap heel wat op en pas het wat aan. Een flard van een echt gesprek kan ergens worden geplaatst waar het een dramatisch effect krijgt dat het niet per se had toen ik het opving. En, elke dialoog tussen meisjes is netjes gecontroleerd door het meisje."

Wat vond je moeder van de expliciete neukscène?
Brecht Evens: "Zij is de meest enthousiaste fan van die scène, ze heeft me al tien keer gezegd hoe goed ze 'm vindt!"



Het lijnenspel voor de climax van die scène had iets weg van Randall.C en ook een beetje van Hanco Kolk. Wat kan je over hen kwijt?

Brecht Evens: "Ahaa! Dat is er knal op, voor dat orgasme heb ik m'n grafische mosterd gehaald bij Hanco's Meccano: De Ruwe Gids. Weliswaar niet bij de seksscènes, maar bij die pagina waar het moederpersonage een zenuwinzinking krijgt die haar zowat doet desintegreren: ze zijgt trillend en sputterend ineen.
Je noemt nu m'n twee grootste stripvrienden. Randall raadpleeg ik onophoudelijk, ik zie ons graag als twee fietsers die elkaar heel de tijd duwtjes geven. Ik bedeel mezelf ook een actieve rol toe in dit fantasietje.
Bij Hanco ben ik al twee keer een weekend gaan doorbrengen in zijn paleis. Die eerste keer ben ik helaas op weg daarheen al die originelen kwijt geraakt, zodat hij me vier dagen posttraumatische stresstherapie moest toedienen.
Ik vind Hanco een ongelofelijke verteller, ik ken geen striptekenaar die zo gùl is in zijn verhalen, qua spanningsopbouw, plotwendingen, alles spettert. En van Randall zou je kunnen zeggen dat hij van alle striptekenaars het méest te vertellen heeft, bijna teveel voor zijn strips, zodat het uit hem gutst om zijn plek te vinden in schetsboekjes, spontane speeches en andermans shows."

Ik denk dat Hanco ook een beetje jaloers is op je weelderige haardos...
Brecht Evens: "Ik vervoeg op een dag zijn rangen! Hanco vind ik trouwens een voorbeeld van een imposante prachtvent, een echt alfadier."

Aquarel is een delicaat tekenmateriaal. Stond alles er bij jou meteen goed op of ben je veel opnieuw moeten beginnen? Ik merk ook geen doorschemerende potloodlijnen. Maar het kan je precies ook niet schelen dat je het decor door een personage kan zien of dat twee personages als twee lagen op elkaar liggen.
Brecht Evens: "Het is niet echt aquarel, maar ecoline, wat heel felle kleuren geeft, afgewerkt met plakkaatverf en wat kleurpotlood of kleurstift hier en daar. Het is inderdaad rechtstreeks getekend zonder potloodschets. Ik ben telkens begonnen met een hele ruwe kleurschets, met verdunde ecoline, en die kleurschets is meestal nog duidelijk te zien in het eindresultaat, omdat ik een prent niet overal even precies detailleer. En het stond er altijd meteen goed op, omdat er nauwelijks 'fouten' bestaan in dit soort tekeningen. Als je rondkijkt in het boek zijn sommige figuren ontzettend ruw getekend, en toch voel je dat dat kàn. Het brengt beweging in de tekeningen. Dat geldt ook voor die transparantie, die totaal niet vreemd aanvoelt, maar juist zorgt dat je veel méér kan zien: doordat je vaak de decors door de figuren heen ziet schemeren lijken de figuren meer te bewegen in de ruimte. Of, als ik een figuur in een houding neerzet die bij nader inzien niet precies is wat ik wil, en er daarna een andere houding overheen schilder, krijg je een figuur die oscilleert — ik heb dit woord even opgezocht — tussen twee houdingen. En dat mag dus allemaal! Een tekening moet een beetje kunnen ademen en leven."

Komt er nog enig computerwerk tussen? Zelfs de tekst letter je volgens mij handmatig.
Brecht Evens: "De tekst is handmatig gezet op aparte vellen en dan digitaal op de pagina's geplakt en in de juiste kleur gezet. Voor de rest verschuif ik misschien een balkje of twee in Photoshop, maar er gebeurt niets al te chirurgisch."



Afgelopen weekend hoorde ik drie uitspraken over je strip die ik je wil voorschotelen en waarop je commentaar mag leveren. De eerste is dat je de Peter Greenaway van de Vlaamse strip bent.

Brecht Evens: "Wat zou ik nu graag precies kunnen duiden welke gelijkenissen en verschillen ik heb met Peter Greenaway, maar het enige wat ik van 'm heb gezien is de trailer voor The Cook, The Thief, His Wife & Her Lover, met een prachtig deuntje erop, en exuberant sjieke decors vol obers in livrei, iets waar mijn Disco Harem-scènes misschien een echo van hebben. Heb jij nog iets, David?"

Ik heb geen flauw idee... De tweede is een vergelijking met Tom Barmans film Any Way The Wind Blows. De persoon die het zei, vroeg ook of je uit Antwerpen kwam. Die feestjes in je strip deden hem aan Antwerpen denken.
Brecht Evens: "Ik heb vooral Gentse input, die zal niet héél drastisch verschillen van Antwerpse. Disco Harem, waar het grootste deel van het boek zich afspeelt, is een soort droomdiscotheek, zwaar over the top, met eindeloos veel ruimtes en kleuren. De enige plek waar ik ben geweest die dit een beetje benadert is de Razzmatazz in Barcelona, ook een labyrintisch complex vol zalen en dode hoeken, reusachtig genoeg om lege gangen te hebben, als luchtschachten."

De derde is dat je de strip niet alleen met je verstand mocht lezen, ook met je hart...
Brecht Evens: "Ja, graag met je hart lezen, dit boek, en met je onderbuik en gretige ogen. Maar het verstand moet mee blijven doen."

Ik weet weer genoeg. Wat zijn je volgende projecten?
Brecht Evens: "Dat is nog niet zeker, ik priegel twijfelend in een schetsboekje, dat ik aan niemand durf te laten lezen. Ik heb het embryo van een verhaal in m'n hoofd."

> DAVID STEENHUYSE — 30 mei 2009














































































































































































































































































































































































We vroegen ook aan Hanco Kolk om een woordje te schrijven over Brecht Evens.

Hanco Kolk: "De Zwarte Prins van stripland, noem ik hem. Een talent dat zo groot en veelvormig is dat ik denk dat we nog maar een snippertje gezien hebben van waartoe Brecht Evens in staat is. Ik heb hem aan het werk gezien bij het maken van zijn nieuwe boek. Achteloos trefzeker, als een dronken scherpschutter die zwalkend de vleugels van een vlieg af schiet. Brecht weet precies wat hij wil, en dat is: niet weten wat hij wil en maar zien waar het toe leidt.
Hij heeft ook heel mooi haar."