FOTOREPORTAGE VERNISSAGE
"HET BELGISCH STRIPVERHAAL:
EEN KRUISBESTUIVING"
— 25 en 26 maart 2009 —

© De Stripspeciaalzaak • Raymond Lagae
De afbeeldingen in deze fotoreportage zijn eigendom van
De Stripspeciaalzaak
en mogen in geen geval herplaatst of gekopieerd worden zonder voorafgaande afspraak met de auteur van deze reportage.
> Contact <
Het stijlvolle Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel ontvangt voor de eerste keer in haar bestaan een indrukwekkende verzameling van originele tekenplaten. De aanleiding hiervoor is de tentoonstelling "Het Belgisch Stripverhaal: Een Kruisbestuiving", opnieuw een unicum voor het museum. Het is een van de belangrijkste evenementen van het feestelijke Brusselse stripjaar.

Klik op de afbeeldingen hierboven voor véél grotere versies met alle details!

Bij het betreden van de tentoonstelling ziet de bezoeker al meteen de drie prominent aanwezige fresco's die de Belg Ever Meulen, Nederlander Joost Swarte en Fransman François Avril voor deze expo hebben gemaakt. De fresco's bieden een historisch overzicht van het belang van de Belgische strip vroeger en (nog steeds) vandaag. Onder elke fresco bevinden zich in glazen vitrines een overzicht van originele tekenplaten van de grootste Belgische tekenaars die in de afgelopen honderd jaar geschiedenis hebben gemaakt. Het is voor buitenstaanders vaak verrassend te vernemen dat sommige van de meest bekende stripfiguren door Belgen zijn gecreërd: Kuifje, Robbedoes, Lucky Luke, Suske en Wiske, Blake en Mortimer, De Smurfen, Bollie en Billie, Cedric, Largo Winch, Thorgal, XIII,... Hergé, Edgar-Pierre Jacobs, Willy Vandersteen en André Franquin worden hier aanzien als meesters van de Negende Kunst.
Hoe is België erin geslaagd te rivaliseren met landen die een grote stripproductie hebben zoals de Verenigde Staten, Frankrijk, Italië en Japan? Welke zijn de oorzaken van zo'n bloeiende productie? Maar vooral, wat onderscheidt het Belgische stripverhaal van andere landen? Bestaat er een Belgische school? Is er een onmiskenbare herkenning? Welke lading wordt gedekt door de benaming "Belgisch stripverhaal" of "Franco-Belgisch stripverhaal"? Op die vragen probeert de expo in tekst en beeld een antwoord te geven. Al in de fresco's wordt de Belgische geschiedenis verweven met die van de Belgische stripgeschiedenis en dat op meerdere vlakken. Ook het politieke domein bijvoorbeeld komt aan bod.

Dit eerste parcours is dus een inleiding tot de Belgische strip waarna twintig belangrijke, hedendaagse en gevarieerde Belgische auteurs met internationale uitstraling de revue passeren, allen repressentief voor de actuele stromingen van de Belgische strip.
De totale oppervlakte van de expo bedraagt 1.600 vierkante meter. Er is een onderverdeling in twintig afzonderlijke ruimtes die telkens een "persoonlijk museum" hebben samengesteld met onder meer tien verschillende originele tekenplaten van henzelf die ze hebben uitgekozen met vijf platen van auteurs die hen hebben beïnvloed. In totaal zijn er ongeveer 370 originele platen te bewonderen.

De steeds hogere bedragen die originele platen halen op veilingen zorgden ervoor dat de origanisators van deze expo in amper een halfjaar tijd het dubbele van het te verzekeren bedrag moesten neertellen.

Hieronder gidsen we je fragmentarisch door de expogedeeltes en drinken een glaasje mee met de aanwezige auteurs op de vernissage van de expo.


Aan de prestigieuze voorgevel van het al even prestigieuze museum hangen wimpels om de stripaanwezigheid aan de bezoekers duidelijk te maken.

Over deze twintig auteurs gaat het dus: Raoul Cauvin, Jean Van Hamme, Johan De Moor, Philippe Geluck, Jean Dufaux, Dominique Goblet, Hermann, Midam, Marvano, Frank Pé, Didier Comès, Ptiluc, Herr Seele, François Schuiten, Benoît Sokal, Jean-Philippe Stassen, Philippe Tome, Thierry Van Hasselt, François Walthéry en Bernard Yslaire.

Negen maanden geleden tooide Didier Pasamonik aan het werk als een van de twee commissarissen om de expo te beginnen samenstellen. Pasamonik is zonder twijfel de belangrijkste stripjournalist van het land. Hij is geboren in Oostende en woont al meer dan twintig jaar in Parijs. In een ver verleden was hij samen met zijn inmiddels overleden tweelingbroer de uitgever van Magic Strip die onder meer de Atomium-collectie uitgaf. In deze collectie publiceerden auteurs als Yves Chaland, Erik Meynen, Emile Bravo, Serge Clerc, Daniël Torres, Philippe Dupuy en Charles Berberian. De Frans-Duitse cultuurzender Arte brengt hem voor de camera.

Hier geeft hij tekst en uitleg bij de vitrines onder het fresco van Ever Meulen.

Een blik op de fresco's. Rechts die van Ever Meulen, in de verte die van François Avril. Het beeld is niemand minder dan Kuifje.

Naast het fresco van Avril komen we in dezelfde ruimte aan bij het fresco van Joost Swarte dat doorloopt over twee muren. Kuifje heeft er een goed overzicht op. Zet je gerust in de zeteltjes want er zijn tientallen en tientallen stripfiguren te herkennen.

Hier het tweede paneel van Swartes fresco.
















Vele fragmenten van de drie verschillende fresco's. Herken je alle stripfiguren?

Aan dit onooglijk kleine lessenaartje werden scenario's geschreven voor enkele van de populairste reeksen van het moment door een van de bestbetaalde scenaristen van het moment. Deze lessenaar behoort toe aan Jean Van Hamme.

Raoul Cauvin bedenkt naar eigen zeggen het merendeel van zijn verhalen al liggend, overpeinzend in een fauteuil, plat op de rug. Zijn geliefkoosde 'denkzetel' kon niet zomaar overgebracht worden naar het museum anders kon hij een tijd lang geen scenario's meer verzinnen. Vandaar deze ligstoel ter illustratie.
Van zowel Cauvin als Van Hamme is er van elke reeks die ze hebben geschreven telkens één originele plaat te bezichtigen. Samen zijn de heren goed voor meer dan honderd miljoen verkochte exemplaren.

Welkom in de ruimte van Didier Comès. Zoals je ziet, hangt er telkens een pancarte met meer uitleg over de auteur en diens werk, aansluitend hangen originele platen van hem met daarnaast op een donkere wand originele platen van auteurs die hem hebben beïnvloed. In een persoonlijke vitrinekast staan dan spulletjes uit zijn levens- en werksfeer. Bovenaan wordt een prent uit zijn werk geprojecteerd.

Deze prachtige pop is het ambachtelijke werk van Didier Comès die in verschillende van zijn one-shots (waaronder Eva) poppen liet meespelen.
Originele platen van andere auteurs komen van Krazy Kat van Georges Herriman, Het Besloten Land van Jacques Tardi en Jean-Claude Forest, Terry and the Pirates van Milton Caniff, Scorchy Smith van Noël Sickles, Corto Maltese: De Kelten van Hugo Pratt.

In de vitrine van Frank staat de natuur centraal. Uit zijn tekentafel lijkt wel begroeiing te komen. De sculpturen van dieren heeft hij zelf geboetseerd. Guust Flater van André Franquin mocht zeker niet ontbreken.

Zulke tekeningen (van Frank!) tonen we graag in het groot.

Boven de met Cowboy Henk beschilderde piano van pianostemmer en stripauteur Herr Seele hangt zijn geschilderd zelfportret. Herr Seele houdt hier de Vlaamse eer hoog in deze expo.

De avond voor de vernissage kwam Herr Seele nog zijn piano stemmen. Zo perfectionistisch is hij wel. Hij heeft een collectie van meer dan tweehonderd piano's. Dit is er een van.
Platen van de auteurs die Herr Seele beïnvloedden, komen uit The Meeting van Robert Crumb, Nancy van Ernie Bushmiller, Quick en Flupke: Het Toernooi, Nero: De Gouden Vrouw en eentje uit Suske en Wiske: De Koning Drinkt.


Midam gebruikte zijn vitrinekast om reclame te maken voor zijn gagreeksen Kid Paddle en Game Over. Onder de bijl ligt Barbaar, de hoofdrolspeler uit Game Over.
De platen van andere auteurs komen uit Guust Flater 6: Flaters Schade, Peanuts, Oom Dagobert, Garfield en Caesar en Josientje van Maurice Tillieux.

Na de persvoorstelling bleek dat er een originele plaat aan de ingang van de expo niet op de juiste plaats lag. Dat euvel werd snel verbeterd.

François Walthéry stelt een klein gedeelte van zijn platencollectie voor die in zijn vitrinekast staan. In de reeks Natasja zie je diverse muzikale artiesten (vooral jazzmusici) wel eens de revue passeren. Hij zet deze oldies het liefst 's nachts op terwijl hij werkt.
Niet enkel zangers of muzikanten hebben hem beïnvloed, ook andere auteurs van wie originele platen hangen uit Bollemar van Sirius, Johan Pikbroek van Albert Uderzo en René Goscinny, Baard en Kale 4: Tegen de Witte Hand, het Duck-verhaal The Phantom of the Cathedral van Carl Barks en Dokter Zwitser 1: Middernacht, Dokter Zwitser van Marc Wasterlain.

Bernard Yslaire in gesprek met Frank Pé over het gebruik van de computer. Van de eerste bestaan praktisch geen originele platen meer. Meneer doet alles op de computer. Frank daarentegen werkt vooral op papier.
Welke auteurs hebben Yslaire beïnvloed? De originele platen komen uit Arzach van Mœbius, Polonius van Jacques Tardi, Deadman van Neil Adams, Reis naar Italïe van Cosey en Lady in Blue van Enki Bilal.

Frank Pé bij een origineel olieverfschilderij van zijn hand.
Illustraties van René Follet, Guust Flater, een gorilla van Eigener, René Hausman met Drie Grijze Haren en Tarzan van Burne Hogarth behoren tot zijn grafische inspiratiebronnen of leerproces. Frank beweerde dat hij de zoon van Tarzan is. Zijn atletische vader was een beroepsturner en had fysieke gelijkenissen met Tarzan terwijl zijn moeder de strips van Tarzan voor haar geliefde kocht, vandaar...

Herr Seele in bewondering voor de sciencefiction van Marvano. Pasamonik was in de eerste plaats onder de indruk van Berlijn die Marvano zelf schreef en tekende. Het rechtstreekse gevolg daarvan is de aanwzigheid van Marvano op deze expo. Had Marvano enkel de nochtans supergewaardeerde trilogie De Eeuwige Oorlog op zijn actief dan hing er hier wellicht origineel werk van een andere tekenaar.
Originele platen van auteurs die Marvano beïnvloeden kwamen uit de albums Op Zoek naar Peter Pan 1, Kuifje: Mannen op de Maan, Jungle Jim en Flash Gordon van Alex Raymond, het niet-vertaalde Jules 3: Presque Enterrés van Emile Bravo en Bernard Prince 4: Avontuur in Manhattan.


Ptilucs motor staat eveneens op de expo. Daarmee trekt hij de helft van het jaar de wereld rond, vooral in Afrika.
Originele platen van andere auteurs komen uit Waanzin Waanzuit 3 van Marcel Gotlib, Chlorophyl 1: Tegen de Zwarte Ratten van Raymond Macherot, Kebra van Jano, Lucien 1 van Frank Margerin en The Fabulous Furry Freak Brothers van Gilbert Shelton.

Ptiluc en Johan De Moor, een van de andere Vlamingen.
Tussen de zaken die De Moor hebben geïnspireerd zitten Tijl Uilenspiegel van zijn bloedeigen vader Bob De Moor, een karikatuur van president Obama van Gal uit Knack, De Familie Snoek, Nero: De X-Bom, La Dérisoire Effervencence van François Boucq.


De hier signerende Philippe Geluck is de auteur van De Kat en wereldberoemd in Wallonië en Frankrijk waar hij ook een gevierde televisievedette is.
Een hommage aan De Kat door Siné, Roland te Ronceveaux van Hergé (uit 1923), Fantask van Jean-Marc Reiser, Le Passage à Niveau van Chaval en Ik Ben niet Dik van Lefred-Thouron zijn de zaken die hij uitkoos.

Die vent is dus echt wel megapopulair, hè!

Zelfs de uitnodigingen moet hij signeren.

Zijn creativiteit manifesteert zich ook in 3D-objecten. Postuurtjes met De Kat-neuzen, een typmachine die wijzende vingers typt, een Maria-beeld alias De Kat, een wereldbol met kattenneus en -oren en 'hersenconserven'.

Ook François Schuiten leefde zich in 3D uit.

Op het feestje van donderdag 26 maart tekenden ook Philippe Francq, Jean Van Hamme en zijn vrouw Huguette Mariën present. Largo Winch-tekenaar Francq kwam speciaal van zijn villa in Frankrijk om erbij te zijn.

De twee dochters en erfgenamen van Willy Vandersteen.

Deze twee playboys zijn Dany en Philippe Francq. Dany bevestigde dat hij zijn buik voor de foto serieus intrekt. Voor een Franse advertentie poseerde Francq zelf als model in een pose die Largo Winch hem in dezelfde advertentiereeks voordeed. Winch deed dat gewoon in zijn kleren. Francq ging verder en poseerde in boxershort, maar zo ver kreeg onze fotograaf hem deze keer niet.

Van links naar rechts: de vrouw van Ever Meulen, François Avril, Joost Swarte en geheel rechts Ever Meulen, toch enigszins de hoofdrolspelers van deze expo. Tussen Swarte en Meulen staat Ted Benoit, de tekenaar van een paar Blake en Mortimer-albums.

Aanvankelijk als levende standbeelden opgesteld veroerden de twee vermomde meiden zich om met Ever Meulen te poseren.

Hij mag waarlijks trots zijn op zijn prestatie. Samen met de rest van de expo mag je toch een halve dag uittrekken om alles in detail te bekijken.

> foto's door RAYMOND LAGAE
commentaar door DAVID STEENHUYSE
— 29 maart 2009