FOTOREPORTAGE 40 JAAR GLÉNAT
— 16 mei 2009 —

© De Stripspeciaalzaak • Raymond Lagae
De afbeeldingen in deze fotoreportage zijn eigendom van
De Stripspeciaalzaak
en mogen in geen geval herplaatst of gekopieerd worden zonder voorafgaande afspraak met de auteur van deze reportage.
> Contact <
Wij konden erbij zijn op het feestje om de veertigste verjaardag te vieren van uitgeverij Glénat op donderdag 14 mei in Brussel. Uiteraard was oprichter Jacques Glénat speciaal hiervoor van Frankrijk overgekomen. Ook diverse tekenaars en scenaristen tekenden present. Zes van hen hadden iets extra te vieren. Diezelfde avond nog werden ze uitgenodigd in de ambtswoning van de Franse ambassadeur omdat hij hen in opdracht van het Franse ministerie van Cultuur benoemde tot ridder in de kunsten en letteren. Het is de hoogste artistieke onderscheiding die Frankrijk toekent. En het gaat om zes Belgen, meerbepaald Hermann, Griffo, Gos, Jean-François Charles, Jean Dufaux en Yslaire. Ze hebben elk één of meerdere reeksen gemaakt voor Glénat. Hermann verliet al vroeg de receptie, maar van de vijf andere auteurs konden we toch fotootjes nemen. Een bescheiden fotoreportage met extra info hebben we hier voor jou samengebracht.


Het is een zichtbaar verheugde Jacques Glénat die op het podiumpje in het mooie Vaudeville Theater in de Koninginnegalerij in Brussel de aanwezigen toespreekt. In een niet eens snoeverige opsomming laat hij veertig jaar uitgeefgeschiedenis van het onafhankelijke familiebedrijf passeren.
Als stripliefhebber begon hij veertig jaar geleden met een eigen fanzine waarin de topauteurs van toen aan bod kwamen in interviews en artikels. Auteurs als Peyo, Edgar-Pierre Jacobs, Maurice Tillieux, André Franquin en vele anderen. Het fanzine Schtroumpf, dan Les Cahiers de la Bande Dessinée genaamd groeide en won aan belang. Glénat wilde zelf ook strips uitgeven, maar de vedetten hadden al vaste contracten bij hun uitgeverijen. Een eerste succes kwam er in 1976 met Les Gnangnan van Claire Bretécher in 1976 die toen net enorm hot was. Met humoristische albums van Claude Serre lukte het ook. Maar vanaf begin jaren tachtig ontketende Glénat onvrijwillig een revolutie in stripland. Met historische of historisch getinte strips als De Kinderen van de Wind, De Zeven Levens van de Sperwer en Het Land van Langvergeten won de strip aan serieux en vonden volwassenen meer en meer de weg naar de winkel.
Tien jaar later, in 1990, keert Glénat terug van een reis naar Japan. Op aanraden van Paul Herman gaf hij Akira uit, maar dan wel de veramerikaniseerde editie met kleur, gekartonneerd en in de westerse leesrichting van voor naar achter om het publiek aan de nieuwigheid te laten wennen. Manga's waren nog niet zo bekend in Frankrijk en de rest van Europa. Met Dragonball erbij en de opkomst van animereeksen op tv (voornamelijk door het tv-programma Club Dorothée) bleek de keuze voor het uitgeven van manga's een goeie gok geweest te zijn, ondanks de felle tegenkanting in de eigen uitgeverij. Vandaag neemt het veertig procent van de stripverkoop in Frankrijk in beslag. Jacques Glénat voegde er snel aan toe dat het allerminst de Franco-Belgische strip heeft weggeblazen. Integendeel, er raakten ook meer strips in het algemeen door verkocht.
De tweede helft van de jaren negentig luidde de opmars in van Titeuf en de strips voor in de eerste plaats kinderen. Opnieuw een treffer. Na Asterix is Titeuf de best verkopende strip in Frankrijk, zelfs in Europa. Rond Titeuf werd een magazine gecreëerd, Tchô, dat past in de traditie van de andere tijdschriften als Circus (waarin Samber voor 't eerst verscheen), Vécu (gevuld met historische strips als De Meesters van de Gerst) en L'Echo des Savanes voor de komische noot.
Vanaf het begin van de nieuwe eeuw stond Glénat meteen sterk door de lancering van weer wat nieuws: esoterische conceptreeksen als De Tien Geboden en De Geheime Driehoek. Daar vloeide de collectie De Zwarte Loge uit voort die weliswaar geen potten brak.

Toch heef Jacques Glénat alle reden tot lachen. De crisis voelen ze niet bij de uitgeverij, beweerde hij. Hij is ook de laatste grote uitgever die nog zelf aan het hoofd staat van zijn eigen uitgeverij. De oprichters van Dupuis, Dargaud en Casterman zijn dan ook al lang geleden overleden. "Maar ik voel me nog goed", verzekerde Jacques het publiek van zijn goede gezondheid.

Wij hebben een hekel aan goochelaars, vooral als ze een boek kaarten tevoorschijn halen of met plooiballonnen in de weer gaan. Maar wat de goochelaar, neen, illusionist na de speech van Glénat presteerde, was verbluffend. Men neme een woordenboek Engels of Spaans, men kieze er een woord uit en men tekent in gedachten een letter uit het woord terwijl de illusionist je aankijkt. Die letter raadt hij en na nog wat puntjes op de i vertelt hij je gewoon het woord. We hielden niet alleen de illusionist in de gaten, maar ook het publiek. Bernard Hislaire (alias Yslaire) bijvoorbeeld die met open mond en zichtbaar gefascineerd het spektakel aanschouwde. Misschien vloeit daar ooit nog een stripreeks uit voort, wie weet?
vroeger op de avond toonde hij zich naar verluidt ook al hevig geëmotioneerd (met de tranen in de ogen zelfs) bij het ontvangen van zijn medaille door de Franse ambassadeur.

Na de fun het buffet. Geen details daarover want we willen je heus niet jaloers maken op de verwennerijen en lekkernijen die ons te beurt vielen. Daniel Desorgher (Jimmy van Doren) en Godi (van Dokus de Leerling die voor Glénat ook een gagserie over mieren tekent) herkennen we op de foto. Een paar uur later verklapten we iets te eerlijk aan Desorgher dat we de scenario's van Stephen Desberg beter vonden dan die van Benoît Despas wat hem nogal verraste. Het verbaasde hem ook dat er blijkbaar algemeen wordt aangenomen dat de reeks ten einde is gekomen. Nochtans is hij nog niet begonnen met een nieuw verhaal.

Over Desberg gesproken. Hier staat-ie, zie. Links van Vlaming Griffo die voor de gelegenheid is overgekomen van de Canarische Eilanden waar hij nu woont. Je kan wel zien aan zijn kleurtje dat het er beter weer is dan hier. Bij Griffo maakten we de fout om een conversatie over een nakend interview van hem op deze eigenste website in het Nederlands af te handelen. Een topscenarist als Desberg discrimineer je niet zomaar op taal.
We feliciteerden Griffo met zijn medaille en vroegen hem of hij ook nog wat anders kreeg dan enkel dat eerbetoon. "Een paar onderbroeken, hahaha," grapte hij.

Op de achtergrond hadden we vader en zoon Goossens in de kijker. Je kent ze beter als Gos (de vader) en Walt (kort voor Walter, de zoon). Samen maken ze De Katamarom dat door Glénat werd gered door de reeks van Dupuis over te nemen. Anders was het stopgezet. In het Frans werden alle delen van Dupuis trouwens in een paar grote golven herdrukt door Glénat.

De illusionist (rechts in beeld) kwam tijdens het buffet ook nog aan de tafeltjes langs om zijn kunstjes te tonen. Nu ging hij wel aan de slag met speelkaarten en muntstukken. Yslaire, met bril op het hoofd, blijft zich afvragen hoe de illusionist het toch allemaal doet. Ofwel vraagt hij zich af waar hij zijn bril heeft gelaten.

Hier nogmaals Yslaire die de laat toegekomen scenarist Jean Dufaux begroet. Ook voor Glénat (en bij welke uitgever niet?) heeft de scenarist menig serie geschreven. Giacomo C. voor Griffo is er een van.

Hier twee 'geridderden' bij elkaar. Griffo is in gesprek met het Charles-echtpaar Maryse en Jean-François. De Pioniers van de Nieuwe Wereld en Fox zijn twee reeksen die Charles voor Glénat heeft gemaakt.

Afsluiten met een laatste kiekje doen we met Jean-Yves Delitte en zijn Vlaamse vrouw die ook nog eens in Vlaanderen woont. Tegenwoordig zet hij bij zijn naam op de cover of het schutblad van een album een ankertje. Hij is namelijk een officiële schilder van de Belgische marine. Tegenwoordig houdt hij zich naast de succesvolle reeks Tanâtos (dat uiteraard bij Glénat verschijnt) bezig met albums en cyclussen over bekende Franse schepen en hun bemanningen. Belem is er een van.

> foto's door RAYMOND LAGAE
commentaar door DAVID STEENHUYSE
— 16 mei 2009