Sammy integraal 1
DEEL 1 VAN INTEGRALE REEKS IN TIEN DELEN
Sammy integraal 1
KLIK
voor andere strips van
Berck


KLIK
voor andere strips van
Raoul Cauvin
SAMMY INTEGRAAL 1
1970 - 1973: Dodendans met Lijfwachten - Liefjes en Lijfwachten - Oudjes voor de Lijfwachten - Lijfwacht en Spaghetti - Lijfwacht en Robots - Lijfwachten en Bonkige Boksers - 2. Rhum Row

Berck + Raoul Cauvin
Saga Uitgaven | 264 p. | € 34,95 (HC)
Champagne!
Sammy Day en Jack Attaway zijn twee kerels die rondlopen in het Amerika van de jaren 1930. Met de Drooglegging en de strijd tussen gangsters en ordehandhavers als rode draad doorheen hun avonturen, bieden ze als lijfwachten hun diensten aan. Voor Jack, de dommige baas, is de job cruciaal om de eindjes aan elkaar te knopen en hij neemt daarom de meest geschifte en even gevaarlijke opdrachten aan. Gelukkig is er Sammy, zijn pientere secondant, die hem meer dan eens uit de penarie zal helpen en naar wie terecht de reeks wordt vernoemd.

Het eerste avontuur van de professionele lijfwachten gaat van start in Robbedoes nummertje 1667. Het wordt getekend door Leuvenaar Arthur Berckmans die er onder het pseudoniem Berck al een stevige carrière heeft opzitten bij concurrent Kuifje. Op scenario van de éminence grise van de humoristische schrijvers, Raoul Cauvin, zal hij een kwarteeuw lang de reeks, die zijn grootste succes wordt, verderzetten. Na zijn pensioen in 1996 neemt Jean-Pol het nog voor enkele albums over. Rond de tijd van die overname geeft Dupuis het volledige Berck-aandeel van de reeks al in een integraal giletjasje uit. Vandaag, meer dan vijftig jaar nadat Sammy en Jack hun eerste stapjes in Robbedoes hebben gezet, zorgt Saga Uitgaven voor een exclusieve Nederlandse versie. En "exclusief" is in dit geval geen gratuite toevoeging.

Het werkwoord "integralen" is immers de laatste jaren in het woordenboek van menig uitgever geslopen. Vermits het nog niet is opgenomen in Van Dale, heeft het echter nog geen algemeen aangenomen betekenis gekregen en durft de invulling ervan al eens verschillen. Sommigen bundelen gewoon een gedeelte van een serie en doen er een kartonnen jasje rond. Anderen streven op zijn minst naar volledigheid. Soms is er een minimalistische toevoeging met een voorwoord of een korte schets van het kader waarin de reeks werd gecreëerd, veelal met recuperatie van interviews uit Kuifje of Robbedoes. Zeker tot in het recente verleden werd op die manier oude wijn wat gemakzuchtig in nieuwe zakken gestopt. De toegenomen zorg voor het patrimonium, in het Franse taalgebied ondersteund door een paar bevlogen professionals, zoals het onnavolgbare schrijverskoppel Pissavy-Yvernault en journalist Gilles Ratier, heeft voor een kentering gezorgd. In ons Nederlandse taalgebied was Sherpa met Roodbaard dé trendsetter, maar vooral Arboris en Saga Uitgaven hebben, gesteund door een aantal enthousiastelingen, daar een extra dimensie aan gegeven. Met diepgravende en verzorgde dossiers, en dankzij de kennis en kunde van een leger dat voornamelijk bestaat uit vrijwilligers, wordt de lat stelselmatig hoger gelegd. Deze Sammy schrijft zich moeiteloos in deze traditie in.

Omdat gekozen wordt voor een historische aanpak en de carrières van zowel Berck als Cauvin al in meer of mindere mate rijkelijk gevuld waren op het ogenblik dat Sammy begon te lopen, gaat het nauwelijks over de reeks zelf in het inleidende dossier bij deze eerste integraal. In het begin wringt dat een beetje, maar er valt wat te zeggen over het respecteren van de chronologie en van uitstel komt ongetwijfeld geen afstel. In telkens een apart hoofdstuk wordt een eerste deel van het carrièreoverzicht van respectievelijk Berck en Cauvin behandeld. Het wordt geschreven door twee verschillende personen en dat is duidelijk merkbaar. Joris De Smet, sinds jaar en dag een onvoorwaardelijke fan van het werk van Berck, hanteert voor het deel over zijn idool haast onvermijdelijk een eerder betrokken stijltje. Dat is enigszins risicovol, maar De Smet zoekt en vindt het noodzakelijke evenwicht. Zijn verhaal is gepassioneerd maar neutraal en dankzij veel bronnen en een toegankelijke stijl, slaagt hij erin om een vrij uniek resultaat te bekomen dat je zelden in dergelijke dossiers ziet. Het is alsof je als lezer naast de kwajongen Arthur zit die de poppen van zijn zus Joske massacreert, je aanhoort net als Berck de wijze raadgevingen van een leraar op Sint-Lucas en je voelt met hem mee de frustratie voor de Jezuïetenstreken waarvan hij bij Pro Apostolis het slachtoffer wordt. David Steenhuyse houdt het voor zijn deel over Cauvin eerder zakelijk en over de scenarist is nu eenmaal ook al meer geschreven en geweten dan voor Berck het geval is, maar ook zijn bewondering voor wat Cauvin voor de stripgeschiedenis heeft betekend, komt duidelijk tot uiting. Steenhuyses enthousiaste streven naar een soort van gebalde volledigheid — quasi onmogelijk met de beschikbare plaats — is aanstekelijk en voor het Nederlandse taalgebied (we hadden voorheen enkel het weinig verrassende Dossier Cauvin van Kris De Saeger) tilt hij de Cauvinologie naar een hogere dimensie. De twee kompanen worden bijgestaan door iemand die in de schaduw werkt, maar terecht een titel krijgt in het colofon: "beeldmanager" Filip Van Belle zorgt, net als het legertje Oompa-Loompa's dat in het dankwoordje wordt vermeld, voor dat extra laagje aan indrukwekkend documentatievernis. Nooit eerder is zoveel beeldmateriaal van Berck én zoveel informatie in een enkele publicatie bij elkaar gebracht. Geloof ons, beste lezer: het werkwoord "integralen" wordt niet beter dan dit!

Geen oude wijn in nieuwe zakken, dus. Heel waarschijnlijk hebben de paters achter Pro Apostolis er miraculeus een exquise champagne van gemaakt. Dat die champagne door een ongelukkige samenloop van omstandigheden — Berck overleed eind 2020 — geserveerd wordt op een koffietafel, voelt wat vreemd aan. Maar deze eerste integraal vormt onmiskenbaar de start van het, onverwacht postume, ultieme eerbetoon aan Berck en zijn œuvre. Een eresaluut dat hij heeft verdiend en dat hij, zo durven we vermoeden, ongelooflijk zou hebben geapprecieerd.
PETER D'HERDT --- januari 2021