|
KLIK
voor andere strips van
Baru |
|
|
BELLA CIAO 1
(uno)
Baru
Concerto Books | 136 p. | € 27,99 (HC) |
Een
Italiaanse geschiedenis |
Bella
Ciao is een nieuwe graphic novel van Baru,
voluit Hervé Barulea, geboren in Frankrijk
(1947) als zoon van Italiaanse immigranten. (Uno)
is het eerste deel van een reeks die uit drie delen zal bestaan.
In dit album snijdt Baru verschillende thema's aan, allemaal
tegen de achtergrond van een moeizame integratie van Italianen
die werk zochten in Frankrijk en hoopten op een beter leven
in moeilijke economische tijden. In het begin van het album
maken we kennis met de zoutwinning aan het einde van de negentiende
eeuw nabij het stadje Aigues-Mortes (omgeving Montpellier)
aan de Middellandse Zee. Het is trouwens ook nu nog een belangrijke
plaats voor zoutwinning, onder andere voor het bekende fleur
de sel de Camargue. Deze natuurlijke zoutwinning, trouwens
zware arbeid, moet gebeuren in september waardoor op dat ogenblik veel
seizoensarbeiders nodig zijn. In die tijd kwamen er ook heel
wat Italianen op af, zeer tegen de zin van lokale Franse arbeiders
die vreesden voor hun job en die niet met hen wilden samenwerken.
Op 17 augustus 1893 vond een bloedige afrekening plaats waarbij
minstens tien Italianen werden doodgeslagen en -gestoken door
Franse arbeiders.
In de periode 1930-1935 heersten binnen de Italiaanse gemeenschap
ook meningsverschillen. Aan de ene kant waren er sympathisanten
van Benito Mussolini die hun kinderen aan
militaristisch getinte jeugdkolonies lieten deelnemen. Aan
de andere kant stonden veeleer communistisch geïnspireerde
families. In die context schetst Baru enkele gezinssituaties
waaronder in zijn eigen familiekring. Hij tekent daarbij een
scène waarin zijn vader, Terzilio Barulea, als jongeman
van negentien jaar de Franse nationaliteit gaat aanvragen
op het gemeentehuis. Die aanvraag tot naturalisatie gebeurde
om te voorkomen als Italiaans dienstplichtige ingelijfd te
worden in het leger van Mussolini. Baru laat ook alle documenten
van de naturalisatie zien.
Verder vernemen we tijdens familiale momenten met zijn neef
Antoine de ontstaansgeschiedenis van Bella Ciao,
een zeer gekend Italiaans lied, ritmisch en opgewekt strijdvaardig.
Het blijkt van oorsprong geen partizanenlied te zijn, maar
het werd al veel vroeger gezongen door vrouwen die in de rijstvelden
werkten. Het is later wel overgenomen door de partizanen.
Baru heeft al heel wat Franstalige albums getekend, waarvan
een zevental vertaald in het Nederlands. In geen enkel album
ontbreekt een gewelddadige scène. Het temperament en
de verbetenheid van zijn personages spat er telkens van af
met simpele lijnen. We zien het hier ook bij de lynchpartij
uit 1893. Uit alle scènes, de rake dialogen en de informatieve
voetnoten blijkt een grote liefde voor de Italiaanse cultuur
en gewoonten; zelfs het recept voor zelfgemaakte pasta en
cappelletti krijgen we erbij (wat eigenlijk overbodig is).
Met eenvoudige contouren kan Baru karaktervolle figuren neerzetten,
mooi ingekleurd, die je meteen in het gebeuren meezuigen.
Dat het album een aaneenschakeling van uiteenlopende scènes
is, vormt geen bezwaar, de link tussen de verschillende scènes
is voldoende duidelijk. In de marge wordt ook interessante
achtergrondinformatie toegevoegd. Een album van Baru over
diepmenselijke figuren is een waar genoegen.
Het is mooi meegenomen wanneer hij in de marge even schrijft
over het gevangenschap van zijn vader tijdens de Tweede WereldoorlogI,
hierbij verwijst naar Ik, René Tardi, krijgsgevangene
in Stalag IIB van Jacques Tardi, en
vermeldt dat hij "ook wel zoiets had kunnen maken indien
zijn eigen vader erover had verteld". Je vindt het straf
dat hij dit durft te schrijven over een monumentale stripreeks.
Onderaan de pagina lees je dan: "Ook wel zoiets kunnen
maken, geloof je het zelf ? Als Tardi je voor is geweest,
dat is alsof je na Jimi Hendrix op een Stratocaster
probeert te spelen. Begin er maar niet aan..." Zo'n bescheidenheid
en zelfironie sieren hem. |
JAN GOFFIN --- februari 2021 |
|