|
DEEL
3 VAN INTEGRALE REEKS IN ELF DELEN |
|
|
KLIK
voor andere strips van
Pom |
|
|
PIET PIENTER EN BERT BIBBER integraal 3
10. De Stralende Meteoor - 11. Avontuur in San Doremi - 12.
Storm over Akhabakhadar - 13. De Anti-Zwaartekracht-Generator
Pom
Matsuoka | 240 p. | € 34,99 (HC) |
Met
volle goesting |
Zo
nu dan komt het voor dat onderschrijvende een glimlach moet
onderdrukken wanneer hij ergens RIP ziet opduiken. Dat heeft
hoegenaamd niks te maken met een of andere morbide voorliefde,
maar wel alles met "Rust in Potvis". Wie niet vertrouwd
is met het œuvre van Jozef van Hove (Pom),
is nu nog steeds niets wijzer over dit bizarre trekje. Wie
dat wel is, heeft nu waarschijnlijk zin om Piet Pienter
en Bert Bibber te herlezen. Zin of oer-Vlaamse goesting,
zoals Pom het zou formuleren.
Het is meer dan terecht dat Piet Pienter en Bert Bibber
eindelijk een integrale uitgave krijgt. Pom is namelijk
wereldberoemd. Dat die wereldberoemdheid zich slechts manifesteert
in de directe omgeving van groot-Antwerpen vergeten we even.
De reden waarom Piet en Bert landelijk niet overal even sterk
doorbraken en internationaal geen potten braken, is niet eenvoudigweg
te benoemen. Ligt het aan het enigmatische karakter van Pom,
aan diens levensgeschiedenis, aan beperkte ambitie bij zijn
uitgever De Vlijt (enigszins ironisch) of
aan het Vlaamse karakter dat de reeks uitstraalt? Waarschijnlijk
een mix van dat alles in een steeds wisselende verhouding.
Hoe het ook zij, vertellen en tekenen kan Pom ontegensprekelijk.
Met een onnavolgbare humor, een flinke dosis zelfspot en een
natuurlijk gevoel voor goed opgebouwde dramatiek creëerde
hij met Piet Pienter en Bert Bibber een buitenbeentje
onder de Vlaamse krantenstrips. Kijk het er zelf maar eens
op na, in veel albums van tijdgenoten is de strookjesstructuur
veel nadrukkelijker merkbaar. Veel strookjes moesten aan het
eind (of per twee strookjes) een soort minipointe of cliffhanger
hebben. In Poms werk is dat veel minder waarneembaar. Als
er tussendoor al pointes zijn, liggen die meestal aan het
einde van de pagina. Zijn reeks was veel sneller gebouwd op
maat van een album dan van een krantenstrookje, zo lijkt het
wel.
En zo'n album, dat is bij Pom een universum. Uiteraard met
een obligate professor — zoals het de toenmalige krantenstrip
betaamt — en met fantasie, maar nooit te ver van wat
realistisch haalbaar lijkt. Wist je trouwens dat veel van
professor Kumulus' formules daadwerkelijk (enige) steek houden?
Natuurlijk niet voor de eigenlijke uitvinding, maar toch.
Pom kon het niet laten zijn technische kennis te verwerken.
Veel van Poms humor is verrassend tijdloos en meermaals inzetbaar.
Dat moet hij geweten hebben, want Pom was er niet vies van
zijn eigen humor te recycleren. De setting die Pom kiest,
is dikwijls een mengeling van inspelen op toenmalige herkenbaarheid
— uiteraard uitvergroot —, een weergave van Poms
wereldbeeld en satire. Dat maakt het meteen tijdsgebonden.
Ook voor deze derde bundel is dat niet anders.
Vanaf het eind van de jaren 1950 is er toegenomen interesse
in ruimtevaart en dus presenteert Pom een verhaal waarin professor
Kumulus na contact met een meteoriet onzichtbaar wordt. Daarna
volgt een van de meest iconische verhalen uit de reeks: Avontuur
in San Doremi, over een klein republiekje op het Amerikaanse
continent, waar een revolutie op handen is. Ook dat heeft
eind de jaren 1950 een zekere mate van herkenbaarheid.
In het volgende avontuur trekken de twee ongetrouwde vrijgezellen
naar Susans olieraffinaderij. Toenemende afhankelijkheid van
olie... ook in dit verhaal is er weer een link met het maatschappelijke
aanvoelen van destijds. In het laatste verhaal van deze bundel
heft een uitvinding van Kumulus plaatselijk de zwaartekracht
op. Dat wekt de interesse van de pers, en van Oost-Europa.
De pers en het Oostblok, andermaal twee elementen die, te
midden van de Koude Oorlog, erg dicht bij de leefwereld van
de lezer aansluiten.
Met zoveel maatschappelijke knipogen, een dergelijke hoeveelheid
satire en bewuste clichématige voorstellingen van nationaliteiten,
regimes en gewoontes, lijkt het dossier van een integrale
bundeling de ideale plaats om de voorstellingen en tijdsgeest
van toen te duiden. Naast een reeks vermakelijke en sterk
opgebouwde verhalen is Piet Pienter en Bert Bibber
immers een tijdsdocument geworden, een voorstelling van hoe
men een intussen lang vervlogen tijd zag. Het dossier van
deze (en vorige) bundeling(en) vergeet dat (voorlopig) aan
te raken. Wel komt nogmaals Poms excentrieke persoonlijkheid
aan bod. Ja, natuurlijk zijn de handgeschreven briefjes van
Pom aan Merho leuk om zien, maar nadat Pom,
in zijn laatste interviews, eerder onzacht was voor Merho,
voelt dit dossiertje toch iets te veel als een (evenwel heel
respectvol) recht van antwoord.
Op de vraag of het een juiste investering is een niet misse
duit neer te tellen voor een zwart-witstrip, zeggen we volmondig
ja. Ja, zeker als het deze is. Het œuvre van Pom behoort
tot dat werk dat op zijn best is zonder inkleuring, zoals
het effectief ook de bedoeling was. Daarom zullen we ook nooit
een onverdeelde fan zijn van de opnieuw ingekleurde covers
van deze bundelingen. Zeker dit keer niet. Maar Piet Pienter
en Bert Bibber integraal kunnen herlezen is en blijft
een van de mooiste escapistische trips die je via papier kan
beleven. |
DIEDERIK VAN DE VELDE --- september 2020 |
|