|
KLIK
voor andere strips van
Theo Caneschi
KLIK
voor andere strips van
Jean Dufaux |
|
|
MURENA 11
Lemuria
Theo
Caneschi + Jean Dufaux
Dargaud | 56 p. | € 8,50 (SC) |
Spelletje
van Seuten in het oude Rome |
Keizer
Nero heeft de aanslag op zijn leven ternauwernood overleefd,
maar daarbij is Ruffalo, zijn vertrouweling en alweer een
vast lid van de Murena-cast, gesneuveld. Bovendien
hebben de samenzweerders de schuld op de titelheld Lucius
Murena afgewenteld. Murena is niet in staat om zich te verdedigen:
hij heeft zelf met veel geluk een moordpoging overleefd die
beraamd was door Tigellinus, Nero's intrigerende raadgever,
en uitgevoerd werd door diens smeerlappige hulpje, de Behoeftige.
Een zwaargewonde Murena is stommelings in de handen gevallen
van Lemuria, een seksverslaafde nymfomane. Ze maakt handig
gebruik van het feit dat hij zijn geheugen is verloren en
ontvoert hem naar Baiae, het Ibiza van het oude Rome. Maar
de wereld is klein en zoals het spreekwoord zegt: op een orgie
of braspartij komt al eens een oude bekende voorbij. De mensen
die hem herkennen, brengen stukje voor stukje het geheugen
van onze favoriete pechvogel terug en hij besluit om naar
Rome terug te keren om Nero te zoeken en de hiaten verder
op te vullen. Onderweg leert hij Hydra kennen, een ruwe vechtster,
die om een of andere reden ook erg happig is om de keizer
te ontmoeten.
Met Lemuria is Theo Caneschi aan
zijn tweede album van Murena toe, nadat hij het tekenpotlood
overnam van de veel te vroeg overleden Philippe Delaby.
Hij zet in zijn eigen stijl de sage van Jean Dufaux
voort, een soortement van Game of Thrones in het
oude Rome, met veel seks, geweld, machtsspelletjes, nog meer
seks en geweld. En een cast die (gelukkig) even snel aangroeit
als ze op regelmatige basis wordt gedecimeerd. De intriges
blijven heel knap opgebouwd, de karakters blijven herkenbaar
zonder eendimensionaal te worden en in tegenstelling tot veel
van zijn andere series, heeft Dufaux geen occulte hocus-pocus
en vergezocht gezwets nodig om zijn verhaal af te wikkelen.
Nero is tenslotte zo al gek genoeg (ook al beschrijft Dufaux
hem wat milder dan de goegemeente dat doorgaans doet).
Theo heeft in het bijzonder Nero, maar ook Murena een wat
ruwere toets gegeven, waardoor ze hun babyface die ze onder
Delaby hadden voorgoed hebben afgeschud. Dat geldt eigenlijk
ook wel voor slechteriken Tigellinus en de weerzinwekkende
Behoeftige. Wat Theo minder in de vingers heeft, is het vrouwelijk
schoon, dat vaak weinig consequent en veeleer al te braaf
in beeld wordt gebracht. In het bijzonder de oersterke Poppeia
(de Cersei van deze reeks) en Murena's laatste liefje Claudia,
wiens lijf Delaby in album 9, Doornen, nog magistraal
rond dat van Murena had laten kronkelen, zijn onder Theo gedegradeerd
tot broze huismoedertjes. En Dufaux lijkt zich daarop af te
stemmen: hij laat die doortastende vrouwen, het handelsmerk
van deze serie, op de achtergrond verdwijnen en laat zijn
Game of Thrones zo vervellen tot een Spelletje van
Seuten. Zelfs Lemuria, naar wie de titel van dit deel verwijst,
komt nauwelijks prominent naar voren en maakt haar onheilspellende
aanblik op de cover enkel waar wanneer ze haar rivale Antonia
beestachtig laat vermoorden.
Vechtster Hydra heeft dan weer wel een portie karakterieel
potentieel en haar achtergrond en beweegredenen beloven heel
wat voor de komende delen, maar ze wordt zo grillig voorgesteld
(met als laagtepunt de twee prentjes onderaan pagina 47) dat
ze haar geloofwaardigheid op haast lachwekkende wijze verliest.
Is het een technische beperking, of komt het door tijdsdruk,
of zijn het onze eigen ogen die sterk achteruit zijn gegaan
door te veel thuis te werken? Het is hoe dan ook een gemiste
kans en we hopen vurig dat Theo zich — gesteund door
Dufaux — kan herpakken en de reeks terug gaat kruiden
met dat heerlijke peper en zout en die flinke scheut harissa
die haar groot heeft gemaakt. |
PETER D'HERDT --- december 2020 |
|