De Kinderen van Sitting Bull
COMPLEET VERHAAL
De Kinderen van Sitting Bull
KLIK
voor andere strips van
Edmond Baudoin
DE KINDEREN VAN SITTING BULL
Edmond Baudoin
Sherpa | 96 p. | € 24,95 (HC)
Sereen pleidooi voor de verdreven indianen
Het was al een tijdje geleden dat de nochtans productieve tekenaar Edmond Baudoin, ondertussen 78 jaar, een nieuw album publiceerde. De Kinderen van Sitting Bull is echter geen nieuw album, maar een vertaling van twee eerdere Franstalige albums: Made in US (L'Association, 1995), die Sherpa als een soort proloog gebruikt, en Les Enfants de Sitting Bull (Gallimard) dat van 2013 dateert. De titel laat vermoeden dat het gaat over afstammelingen van Sitting Bull (1831-1890) die leider en medicijnman was van de Lakota, een van de inheemse Amerikaanse volkeren die tot de Sioux behoorden, samen met de Nakota en de Dakota. Sitting Bull is vooral bekend als de aanvoerder van een groep indianen die slag leverden bij Little Big Horn (25 juni 1875) tegen de Amerikaanse cavalerie van generaal Custer.

Het album vertelt eerst over verschillende episoden uit het leven van Felix Baudoin, de grootvader van Edmond langs vaders kant. Edmond verneemt voornamelijk via zijn vader Jean de belevenissen van grootvader Felix, die op twaalf- of dertienjarige leeftijd als scheepsjongen aanmonstert op een zeilschip. Na een schipbreuk belandt hij in Amerika ten zuiden van San Francisco. Hij leert er onder meer paardrijden, oefent verschillende jobs uit zoals bizonjager voor de spoorwegen waar hij bevriend raakt met Buffalo Bill en later ook nog korte tijd zal werken in diens circus Buffalo Bill's Wild West. In 1882 is hij als bouwvakker actief in New York bij het optrekken van de Brooklyn Bridge en wolkenkrabbers, tot hij in 1887 in dienst treedt bij de Amerikaanse marine. Hij blijft daar tot 1893 om daarna terug te keren naar zijn geboortedorp bij Nice, La Trinité-Victor, waar hij trouwt met Fanny die in 1899 Jean op de wereld zet. Het verhaal van grootvader Felix maakt dan een sprong, vermeldt dat hij 95 is geworden en in 1958 overlijdt.

Vervolgens neemt Edmond de verhaallijn over. Hij brengt summier een vroeger verblijf in Amerika en Canada in beeld en maakt daarbij bedenkingen over hoe men de indianen heeft behandeld. Hij stelt zich ook de vraag of de levensloop van zijn grootvader wel zo heldhaftig is geweest. Met betrekking tot figuren zoals Buffalo Bill en de Amerikaanse kolonisten, verheerlijkt in westerns, komt hij alleszins tot de conclusie dat de oorspronkelijke bewoners van Amerika door de kolonisten met geweld verdreven werden van hun territoria. Dat gebeurde zonder compensatie en zonder enig respect voor hun cultuur. Onder het mom van het bijbrengen van educatie en beschaving hebben ook de verschillende kerkelijke gemeenschappen nog decennialang de wortels van de indiaanse gebruiken en cultuur getracht uit te roeien.

De karaktervolle zwarte penseelstreken en fijne pennentrekken zijn nog steeds een kenmerk van Baudoin. Het album is overwegend gekleurd, enerzijds met waterverf en soms ook met kleurpotlood. Het is trouwens pas sinds het album De Ogen in de Muur (2003) dat Baudoin met kleuren werkt. De omkaderde plaatjes beslaan vaak een ganse pagina of toch de helft. In kleur zijn het mooie schilderijtjes. In de marge staan zowel beschouwingen van de auteur als korte geschiedkundige vermeldingen om de levensloop te kunnen volgen. In het album zijn ook meerdere foto's opgenomen, onder andere een dienstboekje van Felix bij het leger en een familiefoto, om de waarachtigheid van het verhaal te onderlijnen.

Voor een vlottere leesbaarheid mist het album een eenduidige structuur. Afwisselend toont een plaatje in zwart-wit met een vader die aan zijn twee zoontjes (Edmond en broer Piero) aan het vertellen is voor ze gaan slapen. Daarna volgen ter illustratie enkele pagina's in kleur, rechtstreeks uit het leven van Felix, en vervolgens is opnieuw de vertellende vader aan het woord, enzovoort. Pas na de levensloop van grootvader Felix komt Edmond zelf aan het woord.

Achterin het album staat nog een kort (overbodig) westernverhaal, Roodborst, waarin Baudoin cynisch het cliché wil omkeren dat in film en strips de cowboys altijd wonnen van de indianen en zich ongestraft allerlei gewelddaden konden permitteren. In dit verhaaltje rekent een dappere indiaan af met een bende outlaws... althans indien de strip volgens Baudoin zeventig jaar geleden zou zijn getekend door een indiaanse auteur in plaats van een Westerse blanke auteur.

Het album wil voornamelijk hulde brengen aan de indianen en hun cultuur tegen de achtergrond van een familiekroniek. Zeer verdienstelijk, maar we hebben andere albums van Baudoin (De Vier Stromen bijvoorbeeld) met meer plezier gelezen.
JAN GOFFIN --- november 2020