|
DE KEVER EN DE KONING
Thibau
Vande Voorde
Oogachtend | 104 p. | € 28,00 (HC) |
Lof
der zotheid |
—
"Mijnheer Lippens is een merkwaardig persoon. Een man
die beschikt over een uitzonderlijke doelgerichtheid. Een
bode van de vooruitgang die dit continent groot gaat maken.
Hij stuurt ons meer ivoor dan alle agenten van de administratie
samen. En hoewel we niets meer van hem vernomen hebben sinds
hij ten prooi is gevallen aan een ziekte... zijn we zeer blij
bij zijn zoon dezelfde ambitie aan te treffen."
— "Het vertrouwen van de administratie flatteert
me ten zeerste", antwoordt Jospeh Lippens, terwijl hij
een pluisje verwijderd van zijn onberispelijk wit pak.
Terwijl de heren hun stijfdeftig gesprek voeren, zie je op
de voorgrond een stel kinderen met een speelgoedolifant en
-leeuw spelen op het dek van een pakketboot richting Congo.
Het schaduwspel van de speelgoedjes voert je mee naar de strijd
die er ons staat te wachten.
We zijn amper vier pagina's ver en in één keer
worden de setting, verhaal en hoofdpersonages kristalhelder.
Wat een begin. Lippens jr. heeft er alles voor over om zijn
vader én zijn ivoor te vinden. Zo zal hij, als dé
Lippens, met alle lof ontvangen worden door de koning zelf.
Leopold II zal hem eren. Met een enorme beschavingsdrang trekt
Mister Stiff Upperlip samen met zijn kompanen en een stel
zwarte dragers in het ondoordringbare oerwoud. De tocht is
zwaar en plots vliegt er een neushoornkever* recht in het
oor van Lippens. Hij brult het uit.
Congo! Het land waar zoveel om te doen is. Het land waar koning
Leopold II, zonder er ooit een stap gezet te hebben, zoveel
onrecht heeft aangedaan. Maar ook het land dat dankzij diezelfde
koning ooit een onuitputtelijk wingewest en avontuur was voor
vele Belgen. Verguisd, aanbeden en uiterst controversieel.
Het heringerichte Afrikamuseum in Tervuren weerspiegelt vandaag
perfect dit dansen op de slappe koord. Terwijl je in het machtige
gebouw rondloopt, plaatsen massa's verduidelijkende teksten
onze koloniale erfenis in een actueel en juister perspectief.
Auteur Thibau Vande Voorde, die in hetzelfde
museum zijn inspiratie vond, slaagt erin om heel het album
dit foute gevoel van toenmalige trots uit te spelen. Hij oordeelt
niet. Hij veroordeelt niet. Hij geeft puur de sfeer van toen
weer. Dansend op dat slappe koord bereikt hij zonder kleerscheuren
de overkant.
Het idee van de kever die de geest van de Lippens beheerst
— hij kon geen betere naam kiezen, de Knokse burgervader
en halve zonnekoning Lippens indachtig — is machtig
gevonden. Hersenkronkels, tropische ziekte of een duivels
geweten, de kever is multifunctioneel. Op bepaalde momenten
hadden we Lippens graag nog wat grimmiger over de schreef
zien gaan, maar het einde sluit de koloniale en zijn persoonlijke
waanzin perfect af. Netjes.
Grafisch kiest Vande Voorde voor aquarelpotloden waarmee in
uitzinnige kleurrijke groeven een Congolese lof der zotheid
wordt weergegeven. Het is James Ensor.
Het is Jeroen Janssen. Het is de Bastien
Vivès van het sterke In Mijn Ogen.
Ook het themaverwante en bekroonde Malaterre van
Pierre-Henry Gomont is niet veraf. Strakke
rasters worden afgewisseld met paginabrede prenten. Zwarte
kaderranden ontbreken, maar nergens ontsnappen de explosieve
tekeningen. Dit is knap geregisseerd.
De Kever en de Koning is nog maar eens een terecht
gepubliceerd afstudeerwerk van de Brusselse Luca School
of Arts (zie ook de recente albums Tram 5,
Uitzicht met Kamer, Zwanendrifters,...)
dat perfect leesbare strips met grafische vernieuwing combineert. Thibau is trouwens een van de tekenaars die afwisselend resideerde
in De Knalgele Kubus, een initiatief om jong geweld kansne te geven, van het Marc Sleen
Museum. Goed bezig, daar!
De Kever en de Koning is ambitieus gevaarlijk, maar
Thibau Vande Voorde houdt de teugels goed strak. Dit is een
knap opgebouwd en grafisch straf debuut dat kan tellen. Verrassing!
* De smaragdgroene juweelkevers waarmee kunstenaar
Jan Fabre een plafond van het koninklijk paleis heeft versierd,
en er terloops de gruweldaden uit Congo in heeft verwerkt,
leven in Thailand, niet in Congo. Het zou te mooi geweest
zijn. |
WOUTER PORTEMAN --- november 2020 |
|
|