|
ALLEEN IN BERLIJN
Nikolas
Juncker
Scratcth Books | 200 p. | € 29,90 (HC) |
Ode
aan de vrouw |
April
1945. Berlijn ligt in puin. Hitler verschuilt zich in zijn
immense bunker. De schaarse troepen die nog niet gedeserteerd
zijn, vechten voor wat ze waard zijn. Burgers verbergen zich
in de schuilkelders, angstig wachtend tot de Russen de stad
binnenstormen. Men zegt dat ze gevangenen en ouderen afslachten.
Dat ze kinderen eten. Maar toch is er hoop. Hoop dat ze zullen
waarderen wat Duitsland ondanks de Joden de voorbije twaalf
jaar heeft gerealiseerd. Je weet wel, de industriële
revolutie, de snelwegen,... Ingrid Schneider, medewerkster
van het Duitse Rode Kruis en vriendin van een SS'er, hoopt
mee. Niets wordt nog wat het was, gelukkig kent ze wat Russisch.
Een paar dagen later vallen Stalins troepen Berlijn binnen.
De overwinning is totaal. De propagandamachine draait overuren.
De juiste Rus moet de overwinningsvlag dragen voor de foto
die de geschiedenisboekjes zullen sieren. En Hitler moet terechtstaan.
Maar dan loopt het gerucht dat de Führer zelfmoord heeft
gepleegd. Alleen is zijn lijk spoorloos. Op zoek naar zijn
lijk ondervraagt de piepjonge tolk Evgeniya Levinski talloze
getuigen. Ze doorspluist ook Goebbels' dagboeken. Haar geloof
en hoop in een groot en sterk Rusland is onwrikbaar. Ingrid
gaat het minder goed af. Ze wordt uitgeleend aan verschillende
Russische officieren en kruist zo het leven van Evgeniya.
Twee werelden komen samen, doordrongen van hun eigen propaganda
en waarheden.
Alleen in Berlijn is geen oorlogsstrip. Het bekende
verhaal over Hitlers laatste uren is ten hoogste de aanleiding
voor auteur Nicolas Juncker om twee waargebeurde
verhalen samen te brengen. Dit is een strip over opportunisme,
overleven, vrouw zijn en hoop. Duizenden sprankeltjes hoop
die steevast doodgemept worden. Nergens kiest de Fransman
partij of moraliseert hij. Hij brengt twee opinies, twee vrouwen,
winnaars en verliezers samen, en laat hen het zelf uitzoeken.
De rit is ongemakkelijk. Mensen, het zijn bizarre harde wezens.
Ruwe bolsters met zachte pit.
Alleen in Berlijn is een ode aan het grijs. Hoe zwart-wit
de mensen ook zijn, alles wordt uiteindelijk grijs. Grijs
van meningen. Grijs van ellende. Grijs van troosteloosheid.
Kleur ontbreekt dan ook nagenoeg in deze graphic novel. De
schaarse toetsen van Russisch rood verscherpen de tekeningen
alleen maar. Net zoals in Pascal Croci's
Auschwitz zien Junckers hoekige personages eruit
als wandelende skeletten. Alleen zijn het nu geen Joden, maar
tot untermenschen gedegradeerde Duitsers. Ze zijn niets meer.
Enkel hun lege zeehondenogen groeien exponentieel bij elk
sprankeltje hoop. Het contrast met de triomfantelijke Russen
kan niet groter zijn. Ondanks die uitgesproken, expressieve
grafiek vermijdt Juncker extra sensatie. Zijn personages zoeken
noodgedwongen hun weg in alle fysieke en mentale ellende.
En dat sommigen er zelfs uitraken, is al enorm straf.
Het enige wat ons tegenhoudt om deze graphic novel als een
vijfsterrenalbum te kunnen beschouwen, is dat Juncker ondanks
alle inspanningen om van grijsheid de norm te maken, de mannen
van Mars laat komen en de vrouwen van Venus. Dit is te simpel.
Alle mannen zijn er klootzakken en de meeste vrouwen zijn
de enige lichtpuntjes in onze beschaving. Niettemin levert
Juncker met Alleen in Berlijn een dijk van een strip
af.
Alleen in Berlijn is geen oorlogsstrip. Soldaten
leven voor de dood, terwijl dit een keihard verhaal over leven
en overleven is. Dit is een ode aan de vrouw die je na tweehonderd
pagina's met een harde stomp in je maag achterlaat. Hier ben
je niet goed van. |
WOUTER PORTEMAN --- oktober 2020 |
|
|