|
KLIK
voor andere strips van
Régric |
|
|
HET RARITEITENMUSEUM 1
Het Heiligdom van de Titanen
Régric
Dark Dragon Books | 56 p. | € 19,95 (HC) |
Houvast |
Het
trio hoofdpersonages in deze nieuwe retroreeks bestaat uit
de wat suffe archivaris Victor Manneke, zijn doortastende
collega Elsa Blankebal en de robot Meneer 220, die in de Eerste
Wereldoorlog werd gebouwd uit de resten van een bom en nu
per ongeluk terug wordt geactiveerd. Het eerste avontuur speelt
zich af in de winter van 1954. De pers verzamelt zich in Parijs
voor de opening van een nieuw museum van mecenas Henri Penaud,
een joviale autofabrikant, met de vreemde collectie van een
zekere Rocas. Een van de tentoongestelde stukken is een reusachtig
dijbeen van een mens die de aandacht trekt van het team dat
instaat voor de organisatie van het Rariteitenmuseum. Dat
bot zou volgens de afmetingen toebehoren aan een mens van
vier meter lang en werd gevonden in Zuid-Amerika. Er wordt
een expeditie op touw gezet die tal van verrassingen inhoudt.
Régric — echte naam Frédéric
Legrain — kennen we al langer als een tekenaar
van Lefranc waarvan hij intussen zes albums en twee
reportagealbums heeft getekend. In 2018 publiceerde hij in
het Frans het eerste deel van een dolkomisch retro-sf-avontuur
dat nu in vertaling verschijnt. Régric schreef en tekende
dit album zelf. Volgens het uitgeverspraatje van de Franse
uitgeverij koos hij voor een klare lijn die de tekenstijl
van Bob De Moor en Hergé
benadert, met evenwel een gemoderniseerde vertelling. De pagina's
doen voornamelijk denken aan Bob De Moors stripreeks Barelli.
Anno nu oogt dat als een gezellige ouderwetsheid, een houvast
voor lezers die tussen hypermoderne tekenstijlen en gewaagde
paginalay-outs weer eens een leutig-avontuurlijke strip van
weleer willen lezen.
Omdat er in het begin heel wat elementen worden aangereikt,
komt het verhaal enigszins traag op gang. Pas op pagina 28
start de expeditie werkelijk. Dat avontuur had de hoofdmoot moeten
zijn. Tegelijk zijn we er zeker van dat Régric nu in
het volgende deel sneller tot de orde kan komen. Het amoureuze
getwijfel is bovendien inmiddels geïntroduceerd. Bepaalde onthullingen
worden nogal snel afgewikkeld en dan stevenen we op een drafje
naar het einde af. Intussen onderging je wel een hoop kolder
en slapstick van kapitein Haddock-garnituur waar Régric
in had kunnen wieden. Ons bracht het niet bijzonder aan het
lachen, maar we kunnen ons wel inbeelden dat een nog grote
groep oudere lezers daar heimwee naar heeft. Vooral dat publiek
moet Het Rariteitenmuseum onder ogen krijgen. Ze
zullen er weg van zijn! |
DAVID STEENHUYSE --- oktober 2019 |
|