De Kinderen van de Wind 7
DEEL 1 VAN TWEELUIK
De Kinderen van de Wind 7
KLIK
voor andere strips van
François Bourgeon
DE KINDEREN VAN DE WIND 7
Het Bloed van de Kersentijd 1

François Bourgeon
Daedalus | 88 p. | € 24,95 (HC)
Een reliek uit de vorige eeuw
Ergens in de jaren 1980 en 1990 schreef François Bourgeon stripgeschiedenis met De Gezellen van de Schemering, De Cyclus van Cyann en vooral deze De Kinderen van de Wind. Zijn realistische tekenstijl en zijn haast maniakale drang naar perfectie wisten veel lezers aan de pagina's te kluisteren. Door vaak een vrouwelijk personage tot protagonist te bombarderen, was hij bovendien zijn tijd ver vooruit.

In de eerste vijfdelige cyclus van De Kinderen van de Wind kaartte hij bij monde van de pittige Isabeau de Marnaye onder meer de slavernij en de machtswellust van de heersende klasse aan. Na vijfentwintig jaar verscheen er dan een tweedelige cyclus die heel losjes verder borduurde op het originele kwintet en een kleindochter van Isa aan het woord liet. En weer tien jaar later verschuift hij in dit nieuwe tweeluik de actie naar het Parijs van eind negentiende eeuw.

De Bretoense Klervi dwaalt hopeloos rond in de straten van de lichtstad totdat ze op weg gezet wordt door Clara en dokter Lukaz, die het revolutionair-linkse gedachtegoed serieus genegen zijn. Als de paden van beide dames elkaar enkele jaren later opnieuw kruisen, ontstaat er een hechte vriendschap tussen hen, een vriendschap die wel regelmatig op de proef zal gesteld worden.

Alhoewel dit een fijne premisse is om een warm en herkenbaar verhaal te vertellen, lijkt Bourgeon zich vooral te verliezen in historische uitweidingen over de bouw van de Sacré-Cœur, de Franse communards, de wereldtentoonstelling (mét Eiffeltoren) van 1889, enzovoorts. Zo komt de nogal magere basisplot over als een vehikel om Bourgeon volledig loos te kunnen laten gaan in het schetsen van het negentiende-eeuwse Parijs. Maar tekenen, dat kan de man! Zijn overzichtsplaten en decors staan op een eenzaam niveau en voor zijn personages baseert hij zich graag op bestaande figuren. Zo lijkt dokter Lukaz wel heel erg op de Ierse acteur Gabriel Byrne en toont Klervi nogal wat gelijkenissen met een actrice waarvan de naam ons nu al enkele dagen niet te binnen wil schieten.*

Op zich vinden we het niet erg als een historische strip goed gedocumenteerd is, maar als een auteur vier bladzijden noten nodig heeft om alle Bretoense slang en historische feitjes te duiden, is dat misschien wel iets te veel van het goede. Bourgeon lijkt zich dan ook meer en meer vast te rijden in zijn eigen perfectionisme en vergeet de omgevingsfactoren ondergeschikt te maken aan een goed verhaal.

Voorlopig is het ons ook nog onduidelijk wat dit album nog te maken heeft met de originele cyclus. Het feit dat de flaptekst over Isa die uitgeverij 12bis gebruikte (nu zit de reeks bij Daedalus) bij de vorige zeven delen ook hier nog gehanteerd wordt, zet je helemaal op het verkeerde been. Misschien dat het tweede deel ons nog wat meer duidelijkheid verschaft, want nu blijven we lichtjes verdwaasd achter...

*Een meet & greet met onze hoofdredacteur (aangevuld met twee flessen absint) voor de lezer die ons op het juiste spoor kan zetten!
MARIO STABEL --- december 2019

Lees ook deze vorige besprekingen of raadpleeg ons archief: