|
KLIK
voor andere strips van
Christian Godard |
|
|
DE COMPLETE MAARTEN MILAAN 1
Vliegtuigtaxi
Christian
Godard
Arboris | 200 p. | € x29,95 (HC) |
De
halve trage |
We
houden van Maarten Milaan. Toch hebben we getwijfeld
of we deze integrale reeks gingen volgen. Ja, echt waar. Niet
omdat we de losse albums niet wilden vervangen — de
meesten hebben we gescoord op rommelmarkten en dragen zichtbare
sporen van een hard leven in een bananendoos —, maar
wel omdat we ons afvroegen of de verhalen van deze antiheld
niet te gedateerd zouden zijn. De eerste verhaaltjes zijn
nu toch al zo'n vijftig jaar jong. Ook de tekenstijl is wel
heel jaren 1970. Fel ingekleurde decors in egaal groen, geel
of rood zoals enkel de inkleurder van Lucky Luke daarmee
weg kon raken. En dat overdreven karikaturale smoelwerk van
elke slechterik? Is dat er niet ver over? Aan de andere kant
herinneren we de brokkenpiloot als een wat ondoorgrondelijke
eenzaat die enkel de leefwereld van kinderen goed begrijpt.
En dat leverde prachtalbums op boordevol emotie die we al
te lang niet herlezen hebben. We wagen het er toch op.
Het begint schitterend met een uitgebreid dossier, opgemaakt
in een lekker retrostijltje. Zo hoort het. De eerste kortverhaaltjes,
waarvan sommigen speciaal voor de Nederlandstalige integrale
volledig zijn ingekleurd, zijn wat aftasten. We voelen hoe
Christian Godard zijn held op de kaart wil
zetten. De Parijzenaar wil vooral de naam van zijn held alle
eer aan doen. Het wat chiquer klinkende Maarten (Martin in
het Frans) heeft hij immers gecombineerd met het wat vreemde
Milaan. Milaan verwijst niet naar de Italiaanse stad, maar
eerder naar een wouw (de Franse naam van deze solitaire roofvogel
is Milan) of nog meer naar Maartens karakter. De piloot cultiveert
een soort nonchalante traagheid, maar toch kan hij plots heel
hard uit de hoek komen. Milan, Mi-lent dus. Een halve trage.
Maar door zich te focussen op Maarten, zijn gammel vliegtuigje
en wat kolder vergeet Godard wel goede verhalen te vertellen.
Nostalgisch beginnerswerk.
We zeitten ons een eerste keer recht met het volwaardige De
Betastraal waar de pijprokende roodharige zijn eigen
koude oorlog beleeft. Door de mix van avontuur, humor en plot
kon dit een Robbedoes van André Franquin
geweest zijn. Het straffere De Zwervers van de Jungle
gaat lustig voort op dit elan. Stilaan koos de zoon van
een clown — de hobby van zijn hardvochtige vader —
het pad van de gratuïte humor en ging hij voor de bittere
ernst met een glimlach. De echte kracht van Maarten Milaan
komt steeds dichterbij.
De eerste integraal eindigt met het kortverhaaltje Rozalientje
uit mijn Kinderjaren. Ogenschijnlijk is dit een onschuldig
verhaaltje over een leeuwin die "kinds" gehouden
wordt door een jongetje en die door Maarten moet uitgezet
worden in een reservaat. Een Peter Pan-parabel die
je op zoveel niveaus kan lezen. Dit is de echte Maarten.
Dit is de reden waarom we zo hielden van de reeks en vandaag
nog steeds zoveel van houden. Dit blijft meer dan overeind.
Door De Zwervers en Rozalientje merken we
dat Maarten een zonderling is in zijn eigen avonturen. Hij
bekijkt alles vanop een afstand, en handelt nauwelijks. Wat
hij in zijn binnenste denkt of voelt, moet je er met een kurkentrekker
uithalen. Ja, hij heeft een mening. Hij denkt na over het
leven en de dingen des levens, en heeft een ijzeren moraal.
Zo kan de vliegende hippieboy niet tegen onrecht of gezag
maar hij weet het vaak lang te verbergen. Maarten Milaan laat
immers zelden het achterste van zijn tong zien. Enkel als
zijn vat vol is, neemt hij een beslissing of deelt botweg
een klap uit.
Maarten is een enigma voor iedereen in zijn omgeving. Twee
dingen zijn wel kristalhelder. Ten eerste is Maarten Milaan
een zwerver. Met zijn oude vliegtuigje, de Oude Pelikaan,
blijft hij nooit ergens lang. Zonder enige verklaring kan
een nieuw verhaal ergens in Midden-Europa (De Betastraal),
Afrika (Rozalientje) of in Zuid-Amerika (De Zwervers
van de Jungle) beginnen. Maar steeds is het een plaats
waar de beschaving niet of nauwelijks is doorgedrongen. Een
tweede vaststelling is dat Maarten Milaan een van de enige
striphelden is die geen sidekick nodig heeft. Maarten heeft
geen Haddock, Enak of Barney Jordan die hem kleur geven. Zo
vermeed Godard dat hij in herhaling viel en zijn tijd moest
verspillen aan running gags die de nevenpersonages kleurden.
"Een mentale gevangenis", noemde Godard dit ooit.
Maar we wijken af. De slotalinea roept ons.
De eerste bundeling is een geweldige meevaller. Topdossier,
de strips deels heringekleurd en alles opnieuw vertaald en
geletterd. We zitten nu al klaar voor de topverhalen die er
nog aankomen. De hele reeks zal bestaan uit vier integrales
van tweehonderd pagina's, inclusief de nooit vertaalde doorstartalbums
Le Cocon du Désert (1993) en La Goule
et le Biologiste (1997). Dit is een integrale reeks die
deze stempel waard is. |
WOUTER PORTEMAN --- december 2019 |
|