Alack Sinner 1
INTEGRALE HERUITGAVE IN TWEE DELEN
Alack Sinner 1
KLIK
voor andere strips van
Carlos Sampayo
ALACK SINNER 1
Het Leven Is Geen Stripverhaal, Baby

José Muñoz + Carlos Sampayo
Sherpa | 208 p. | € 29,95 (HC)
Groots en geëngageerd
Tekenaar José Muñoz en scenarist Carlos Sampayo, bannelingen uit het onder de militaire junta lijdende Argentinië, leren elkaar kennen in Frankrijk in de jaren 1970. Ze worden vrienden en creëren even later hun eerste held: privédetective Alack Sinner. Hij verschijnt al snel, begin 1975, onder andere in het Franse Charlie Mensuel. Vanaf de jaren 1980 wordt de serie voortgezet in (À Suivre). Voor de Nederlandstalige striplezer is het wachten tot 1989 wanneer de enthousiastelingen van de dan piepjonge uitgeverij Sherpa van de antiheld een van de trekkers van hun fonds maken. Met relatief lange tussenpozen verschijnen er vier albums waarna de serie in de diepvries wordt gestopt en tot op heden een van de weinige is die niet volledig werd vertaald door Sherpa. Naar aanleiding van hun dertigste verjaardag vinden ze het bij Sherpa tijd om Alack te ontdooien. En daar zijn wij laaiend enthousiast over.

Alack Sinner is een heerlijke en schijnbaar traditionele strip noir over een cynische ex-politieman met een gedegouteerde kijk op de mens en de maatschappij die dan maar privédetective in het New York van de jaren 1970 wordt. Qua toon doet het wat aan Torpedo denken, maar het overdadige geweld en vuilbekkerij uit die laatste schijnt ingeruild te worden voor nog meer melancholie in de dialogen en de hersenspinsels van de misantroop die de hoofdrol speelt. Muñoz, de winnaar van de Grote Prijs van Angoulême anno 2007, beheerst de beeldtaal en het tempo perfect en zorgt voor een ongekende sfeerschepping. Zijn oude leermeesters Alberto Breccia (Mort Cinder) en Hugo Pratt zijn duidelijk aanwezig, maar de vele karakterkoppen die door de New Yorkse straten dolen, deden ons vooral aan Didier Comès denken (hoewel die in 1975 zelf nog maar pas zijn eerste stripstapjes aan het zetten was).

In clever uitgesponnen, maar soms vergezochte verhalen lost Alack met meer geluk dan kunde zijn zaakjes op en komt daarbij in aanraking met het slechtste wat de mens kan worden of zijn. Ongeschonden, zowel psychisch als fysiek, komt hij er niet uit. Meer dan eens wordt hij afgeranseld, neergeknald of bedrogen. Ook als lezer word je nu en dan tegen het canvas gemokerd, door de eens opzichtige en dan weer subtiele maatschappijkritiek, in het bijzonder op het Amerika van de jaren 1970 en 1980. Deprimerend, zo lijkt het, maar scenarist Sampayo slaagt erin om zijn verhalen te verluchten met veel onderhuidse humor en running gags zoals de vliegenmepper, het gekibbel met agent Martinez, toespelingen op de achternaam van de hoofdfiguur en diens nobele streven om vooral geen echtscheidingszaken aan te nemen. Nog grappiger is het titelverhaal van deze integrale, waarin Sampayo en Muñoz zichzelf opvoeren als stripauteurs op zoek naar inspiratie. Het resultaat is een ronduit meesterlijk verhaal vol zelfrelativering, waarin ze ongegeneerd hun eigen kleine kantjes belichten en durven uitvergroten.

Ook straf is hoe doorheen deze eerste integrale stukje voor stukje van Sinners psyche en verleden wordt afgepeld dankzij de flashbacks en de bedenkingen die hij ons in de voice-overs toevertrouwt. Dat gebeurt ook in zijn gesprekken met barman Joe wiens café ook voor ons een baken van hoop is en waar Alack op de bodem van een glas bier terug wat zin in het leven vindt. Dat alles geeft de hoofdpersoon én de strip een menselijk gelaat. Al na deze eerste integrale denken we Alack behoorlijk goed te kennen en hebben we samen met zijn geestelijke vaders zo diep in zijn karakter gegraven dat de Marianentrog er rode kaken van heeft gekregen.

Bij Sherpa voorzien ze deze integrale (die overigens ook al eens in een gelijkaardige vorm in 1994 verscheen) met zeven korte en middellange verhalen, van een schreeuwerige wikkel waarop Sinner wordt aangeprezen als dé inspiratiebron voor Sin City en Blacksad. Het voelt haast aan als een belediging. Die commerciële prietpraat heeft deze reeks en het geoliede team erachter immers echt niet nodig. In welke misdaadromans of oude Bogey-films ze zelf de mosterd haalde of wie of wat erdoor werd beïnvloed, doet er niet toe: dit is en blijft een grootse en geëngageerde stripreeks die je absoluut moet (her)ontdekken.
PETER D'HERDT --- januari 2019