Uit de Archieven van Eddy Ryssack 1-2
ARTBOEKEN
Uit de Archieven van Eddy Ryssack 1-2
KLIK
voor andere strips van
Eddy Ryssack
UIT DE ARCHIEVEN VAN EDDY RYSSACK 1-2
Eddy Ryssack
Hauwaerts Uitgeverij | 194 p. (deel 1) • 198 p. (deel 2) | € 35,00 (HC)
Staalkaartje
Eddy Ryssack kennen we natuurlijk als auteur van Brammetje Bram, die momenteel als integrale verschijnt bij Arboris, en de gagreeks Opa. Zijn carrière is veel uitgebreider dan dat en beperkt zich niet alleen tot diverse strips voor internationale striptijdschriften, maar ook illustraties, schilderijen, commercieel en ander werk. Een grote bloemlezing in twee volumes kan je nu terugvinden in het negende en tiende album in de reeks Uit de Archieven van.

In deel 1 staat een bondig en vrij volledig carrièreoverzicht waarop meteen met de deur in huis wordt gevallen. Op twee keer bijna tweehonderd pagina's staan ettelijke staaltjes van Ryssacks professionele kunnen. Voor het Nederlandse Sjors tekende hij vaak andermans stripfiguren, zoals Guust, Sjors en Sjimmie, De Sliert, voor covers en spelletjespagina's en dat ging hem bijzonder goed af. De zwierige, soepele Franco-Belgische tekenstijl zat in zijn bloed, hij was er zelf een epigoon van. Dankzij zijn eerste stripjes voor Robbedoes hielp hij trouwens de scenariocarrière van Raoul Cauvin lanceren. Van Brammetje Bram kunnen we personagestudies en de allereerste schetsen bewonderen. Ouder werk uit Robbedoes en niet-vertaalde strips uit Spirou, Tintin en Pilote bieden de nodige variatie met het losse illustratiewerk waar je sneller doorheen bladert. Een stripverhaal naar de Vlaamse tv-reeks Schipper naast Mathilde, op scenario van Johan Anthierens uit 1960, overtuigt je eigenlijk al meteen van Ryssacks talent. Ook opzetjes voor reeksen die er nooit zijn gekomen vullen de pagina's aan. Bij het commerciële werk herkennen we illustraties voor Eldi en Het Laatste Nieuws dat te zien was in reclamedrukwerk waar tienduizenden exemplaren van raakten verspreid. Ryssack had het soort tekenstijl vol beweging die zich prima leende tot het animeren van papieren drukwerk dat je doorgaans meteen in de papiermand kiepert. Hadden we dat maar bijgehouden!

Over het uitgebreide aanbod geen kwaad woord dus. In zowat alle gevallen gaat het om reproducties van originelen, zelden om reproducties van gepubliceerde resultaten. Bij de geïllustreerde spelletjespagina's uit Sjors moet je het stellen met enkel de plaatjes. Wat ooit de opdracht was van die spelletjes is een extra raadsel, tenzij je er de Sjors-nummers bijhaalt. Op dat gebied ontbreekt het deze twee lijvige boeken aan context en een sterker doorgedreven redactie. Waar en wanneer werd elke tekening en strip gepubliceerd? Slechts af en toe staat er wel een algemene uitleg bij een reproductie, in de meeste gevallen word je mt een kluitje in het riet gestuurd. Het is weliswaar fijn om naar de vele plaatjes te kunnen kijken, maar dat beetje uitleg had het zoveel definitiever en nog respectvoller kunnen maken. Het zou ook een duidelijker beeld hebben gegeven van Ryssacks evolutie als tekenaar. Nu staat alles nogal door elkaar. Als er al een bepaalde visie achter het samenbrengen van Ryssacks vele werk zit, dan was meer structuur raadzaam. Maar als samenraapsel van het grasduinen in Ryssacks nalatenschap kan dit sowieso tellen. Onze waardering voor Ryssack is er niet minder om geworden, integendeel.

Intussen is deze collectie met minder bekend archiefmateriaal van tekenaars van vroeger een interessant portfolio geworden. Volgende albums worden gewijd aan Jidéhem (jawel, de assistent van André Franquin van wie je ook in deze Ryssack-bundelingen originele tekeningen vindt, een tip voor de fervente Franquin-verzamelaars) en D'Auwe.
DAVID STEENHUYSE --- augustus 2018

Lees ook deze vorige besprekingen of raadpleeg ons archief: